Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34902 nr. O |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34902 nr. O |
Vastgesteld 8 juli 2020
De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning 2 hebben kennisgenomen van de brief3 van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 20 maart 2020, in reactie op vragen van de commissies van 17 januari 2020 inzake de verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en het Klimaatberaad die al dan niet openbaar zijn gemaakt. Naar aanleiding hiervan is op 26 mei 2020 nog een brief gestuurd aan de Minister.
De Minister heeft bij brieven van 26 juni en 7 juli 2020 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, De Boer
Aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat
Den Haag, 26 mei 2020
De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief4 van 20 maart 2020, in reactie op vragen van de commissies van 17 januari 2020 inzake de verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en het Klimaatberaad die al dan niet openbaar zijn gemaakt. De leden van de fractie van PVV hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vragen en opmerkingen.
In uw beantwoording stelt u het volgende: «Daarbij heb ik de ingediende zienswijzen aan dat uitgangspunt getoetst, conform de kaders van de Wob.» 5 De vraag van de leden van de PVV-fractie was niet aan welk kader de zienswijzen zijn getoetst, maar: «welke partijen een zienswijze hebben ingediend en wat de inhoud van deze zienswijzen betreft. Kunt u tevens aangeven in hoeverre deze zienswijzen zijn ingewilligd?» Deze leden verzoeken u om deze vraag alsnog te beantwoorden.
Voorts geeft u in de beantwoording aan:
«Ik heb in mijn brief van 15 november 2019 toegelicht waarom ik geen reden zie om meer stukken openbaar te maken dan ik reeds heb gedaan, om reeds openbaar gemaakte stukken te herzien of om extra duiding te verschaffen bij de openbaar gemaakte stukken. Kortheidshalve volsta ik daarom met een verwijzing naar deze brief. Mijn opvatting hierover is sindsdien niet gewijzigd.»6
Ná het verschijnen van deze antwoordbrief is in de Tweede Kamer de motie-Omtzigt c.s. over de reikwijdte van artikel 68 Grondwet unaniem aangenomen en de motie-Omtzigt c.s. over verstrekken van interne stukken ontdaan van persoonlijke beleidsopvattingen met een zeer grote meerderheid aangenomen (d.d. 20 februari 2020)7. Deze moties stellen onder andere dat informatie uit documenten (of in verband met de verslagen van de klimaattafels delen of passages van documenten) wél aan het parlement verstrekt kunnen worden in geobjectiveerde vorm. Kunt u aangeven of u bereid bent (zonder de reeds openbaar gemaakte stukken zelf te herzien) de op 17 januari jl. gevraagde informatie uit de documenten te verstrekken in geobjectiveerde vorm? Zo nee, kunt u onderbouwen hoe dit zich verhoudt tot de aangenomen moties-Omtzigt?
Het kabinet heeft in dit kader ook aangegeven de moties-Omtzigt «in beraad» te hebben «in afwachting van het spontane advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid».8 Kunt u aangeven of u bereid bent uw opvatting over het leveren van de gevraagde inlichtingen te heroverwegen afhankelijk van de uitkomst van het advies van de Raad van State? Zo nee, waarom niet?
In de beantwoording van de vragen van 17 januari jl. is volgens de leden van de PVV-fractie de volgende vraag niet beantwoord:
«Voor de klimaattafels zou volgens een Wob-verzoek bij EZK door de tafelvoorzitters voor bijna een kwart miljoen euro aan declaraties zijn ingediend. Kunt u aangeven of de berichtgeving over de declaraties klopt?» 9 Kunt u deze vraag alsnog beantwoorden? Kunt u tevens onderbouwen welke kaders en normen zijn gehanteerd voor het uitkeren van declaraties aan de voorzitters van de klimaattafels?
In uw beantwoording stelt u dat er ook wetenschappers hebben deelgenomen aan de klimaattafels en aan de uitwerking daarvan.10 Deelname van wetenschappers zegt naar de mening van de leden van de PVV-fractie echter nog niets over de eveneens gevraagde wetenschappelijke onderbouwing, welke vraag niet beantwoord is. Kunt u daarom de volgende vraag alsnog beantwoorden, en daarbij tevens verduidelijken in hoeverre de afspraken van de klimaattafels ook «technisch» wetenschappelijk getoetst zijn:
«In hoeverre zijn de bij de klimaattafels gemaakte afspraken wetenschappelijk onderbouwd, zo vragen de leden van de PVV-fractie.»
Daarnaast constateren de leden van de PVV-fractie dat de op 17 januari jl. gestelde vraag «Kunt u aangeven waarom (de vertegenwoordigers van) publieke bestuurlijke overheidsorganisaties, zoals IPO, VNG, UvW en Rijk ook zwart zijn weggelakt? Kunt u aangeven hoe dit weglakken zich verhoudt tot de democratische controle van deze bestuurlijke overheidsorganisaties?» 11 ook niet is beantwoord. Zij verzoeken u alsnog om een inhoudelijk antwoord.
Voor 1 oktober 2020 moeten de decentrale overheden in het kader van het klimaatakkoord de Regionale Energiestrategie (RES) bij het Rijk aanleveren. Voor de volksvertegenwoordigers bij decentrale overheden én betrokken burgers is het naar de mening van de PVV-fractieleden vanuit het oogpunt van democratische controle en zorgvuldige besluitvorming relevant om te kunnen weten wat de vertegenwoordigers van de bestuurlijke koepelorganisaties bij de klimaattafels hebben ingebracht. Kunt u, gelet op de vorige vraag, aangeven of u alsnog bereid bent om deze weggelakte informatie toch nog openbaar te maken, zodat decentrale volksvertegenwoordigers en burgers dit kunnen betrekken bij de besluitvorming over de RES? Zo nee, waarom niet?
De leden van de vaste commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 23 juni 2020.
Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren
Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, B.O. Dittrich
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2020
Op 26 mei jl. hebben de leden van de PVV-fractie nadere vragen gesteld over de verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en het Klimaatberaad, die al dan niet openbaar zijn gemaakt.
Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming lukt het mij helaas niet om de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn te beantwoorden. Uw Kamer zal de beantwoording van de vragen zo spoedig mogelijk ontvangen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2020
Hierbij zend ik u de antwoorden op de nadere vragen van de PVV-fractie over de verslagen van de vergaderingen van de klimaattafels en het Klimaatberaad (163913.12U, ingezonden op 26 mei 2020).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
1
In uw beantwoording stelt u het volgende: «Daarbij heb ik de ingediende zienswijzen aan dat uitgangspunt getoetst, conform de kaders van de Wob.» De vraag van de leden van de PVV-fractie was niet aan welk kader de zienswijzen zijn getoetst, maar: «welke partijen een zienswijze hebben ingediend en wat de inhoud van deze zienswijzen betreft. Kunt u tevens aangeven in hoeverre deze zienswijzen zijn ingewilligd?» Deze leden verzoeken u om deze vraag alsnog te beantwoorden.
Antwoord
Zoals toegelicht in mijn brief van 15 november 2019 was de deelname van partijen aan de klimaattafels in de veronderstelling van vertrouwelijkheid. Dit is mede de reden dat er bij het openbaar maken van verslagen een zorgvuldig proces is gehanteerd, waarbij de betrokken partijen hun zienswijze hebben kunnen geven. Op basis van de zienswijzen van partijen is door het kabinet een zelfstandige afweging gemaakt over het al dan niet weglaten van bepaalde gegevens, waarbij zoals hiervoor aangegeven, zo veel mogelijk openbaarheid het uitgangspunt is geweest. Het verstrekken van de gevraagde informatie strookt niet met het doorlopen van dit zorgvuldige proces.
2
Voorts geeft u in de beantwoording aan:
«Ik heb in mijn brief van 15 november 2019 toegelicht waarom ik geen reden zie om meer stukken openbaar te maken dan ik reeds heb gedaan, om reeds openbaar gemaakte stukken te herzien of om extra duiding te verschaffen bij de openbaar gemaakte stukken. Kortheidshalve volsta ik daarom met een verwijzing naar deze brief. Mijn opvatting hierover is sindsdien niet gewijzigd.»
Ná het verschijnen van deze antwoordbrief is in de Tweede Kamer de motie-Omtzigt c.s. over de reikwijdte van artikel 68 Grondwet unaniem aangenomen en de motie-Omtzigt c.s. over verstrekken van interne stukken ontdaan van persoonlijke beleidsopvattingen met een zeer grote meerderheid aangenomen (d.d. 20 februari 2020). Deze moties stellen onder andere dat informatie uit documenten (of in verband met de verslagen van de klimaattafels delen of passages van documenten) wél aan het parlement verstrekt kunnen worden in geobjectiveerde vorm. Kunt u aangeven of u bereid bent (zonder de reeds openbaar gemaakte stukken zelf te herzien) de op 17 januari jl. gevraagde informatie uit de documenten te verstrekken in geobjectiveerde vorm? Zo nee, kunt u onderbouwen hoe dit zich verhoudt tot de aangenomen moties-Omtzigt?
3
Het kabinet heeft in dit kader ook aangegeven de moties-Omtzigt «in beraad» te hebben «in afwachting van het spontane advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid». Kunt u aangeven of u bereid bent uw opvatting over het leveren van de gevraagde inlichtingen te heroverwegen afhankelijk van de uitkomst van het advies van de Raad van State? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Zoals eerder aangegeven in reactie op de motie Van Hattem c.s. acht het kabinet het in algemene zin niet wenselijk om verslagen van onderhandelingen openbaar te maken. Echter, gezien de grote maatschappelijke impact van het klimaatbeleid heeft het kabinet de bereidheid uitgesproken zoveel als mogelijk transparant te zijn over het verloop van de gesprekken die hebben geleid tot het Klimaatakkoord. Daarom is er ook gehoor gegeven aan de motie Van Hattem c.s. door het openbaar maken van alle verslagen van de klimaattafels en het Klimaatberaad.
De moties Omtzigt c.s. zien op het aan uw Kamer verstrekken van stukken, al dan niet voor intern beraad en ontdaan van persoonlijke beleidsopvattingen. De verslagen van de klimaattafels en het Klimaatberaad zijn publiek beschikbaar en voor zover daarvan sprake was, zijn daarin persoonlijke beleidsopvattingen gelakt. Daarmee is in dit uitzonderlijke geval reeds voldaan aan de moties Omtzigt c.s.
De moties zijn nog in beraad bij het kabinet; het kabinet zal hierop ingaan in de kabinetsreactie op het ongevraagde advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid.
Uw vraag ziet verder op het verstrekken van geobjectiveerde informatie over de gelakte informatie uit de verstrekte verslagen. Zoals reeds vermeld in mijn brief van 15 november 2019 is door mij een zelfstandige afweging gemaakt naar aanleiding van nadere vragen van uw Kamer om aanvullende informatie. Om die reden zie ik, naast de reeds openbaar gemaakte documenten, geen aanleiding om de gevraagde informatie openbaar te maken. Mijn opvatting om meer informatie openbaar te maken, informatie te herzien of te duiden, is dus niet gewijzigd.
4
In de beantwoording van de vragen van 17 januari jl. is volgens de leden van de PVV-fractie de volgende vraag niet beantwoord:
«Voor de klimaattafels zou volgens een Wob-verzoek bij EZK door de tafelvoorzitters voor bijna een kwart miljoen euro aan declaraties zijn ingediend. Kunt u aangeven of de berichtgeving over de declaraties klopt?» Kunt u deze vraag alsnog beantwoorden? Kunt u tevens onderbouwen welke kaders en normen zijn gehanteerd voor het uitkeren van declaraties aan de voorzitters van de klimaat-tafels?
Antwoord 4
Ja, dit klopt. Dit totaalbedrag bestaat uit zowel de bezoldiging als de reiskostenvergoeding. De voorzitters hebben een bezoldiging ontvangen voor hun werkzaamheden op basis van salarisschaal 18/10 uit het BBRA voor ten hoogste 3 dagen per week. Daarnaast hadden zij recht op een reiskostenvergoeding voor het uitvoeren van hun taak.
5
In uw beantwoording stelt u dat er ook wetenschappers hebben deelgenomen aan de klimaattafels en aan de uitwerking daarvan. Deelname van wetenschappers zegt naar de mening van de leden van de PVV-fractie echter nog niets over de eveneens gevraagde wetenschappelijke onderbouwing, welke vraag niet beantwoord is. Kunt u daarom de volgende vraag alsnog beantwoorden, en daarbij tevens verduidelijken in hoeverre de afspraken van de klimaattafels ook «technisch» wetenschappelijk getoetst zijn:
«In hoeverre zijn de bij de klimaattafels gemaakte afspraken wetenschappelijk onderbouwd, zo vragen de leden van de PVV-fractie.»
Antwoord
Het kabinet beschouwt de wetenschappelijke rapporten van het IPCC, EIA en PBL als de belangrijkste wetenschappelijke onderbouwing van het klimaatbeleid. De uitkomst van de onderhandelingen, het Klimaatakkoord, is een pakket aan maatregelen, met een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak.
6
Daarnaast constateren de leden van de PVV-fractie dat de op 17 januari jl. gestelde vraag «Kunt u aangeven waarom (de vertegenwoordigers van) publieke bestuurlijke overheidsorganisaties, zoals IPO, VNG, UvW en Rijk ook zwart zijn weggelakt? Kunt u aangeven hoe dit weglakken zich verhoudt tot de democratische controle van deze bestuurlijke overheidsorganisaties?» ook niet is beantwoord. Zij verzoeken u alsnog om een inhoudelijk antwoord.
Antwoord
Zie antwoord op vraag 1.
7
Voor 1 oktober 2020 moeten de decentrale overheden in het kader van het klimaatakkoord de Regionale Energiestrategie (RES) bij het Rijk aanleveren. Voor de volksvertegenwoordigers bij decentrale overheden én betrokken burgers is het naar de mening van de PVV-fractieleden vanuit het oogpunt van democratische controle en zorgvuldige besluitvorming relevant om te kunnen weten wat de vertegenwoordigers van de bestuurlijke koepelorganisaties bij de klimaattafels hebben ingebracht. Kunt u, gelet op de vorige vraag, aangeven of u alsnog bereid bent om deze weggelakte informatie toch nog openbaar te maken, zodat decentrale volksvertegenwoordigers en burgers dit kunnen betrekken bij de besluitvorming over de RES? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 1.
Samenstelling Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit:
Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD) (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66)
Samenstelling Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning:
Kox (SP), Koffeman (PvdD), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA). Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Wever (VVD), Bezaan (VVD), Van der Burg (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Gerbrandy (OSF), Van der Linden (FvD), Meijer (VVD), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34902-O.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.