34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 12 november 2018

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben geconstateerd dat de voorgelegde Wet register onderwijsdeelnemers als beleidsarm is gekwalificeerd en geen wezenlijke veranderingen aanbrengt in de aard van en toegang tot de te verwerken gegevens of de daarbij gehanteerde waarborgen. Zij waarderen de uniformering die hiermee wordt bewerkstelligd ten dienste van vereenvoudiging van de wetgeving en de transparantie aangaande het verwerken van persoonsgegevens. Zij hebben echter nog enige vragen over de verwerking van bijzondere persoonsgegevens.

2. Hoofdlijnen wijzigingen registerwetgeving

De nota van wijziging regelt een aanvulling van artikel 20 waardoor doorstroominformatie vanuit leerjaar 1 tot en met 3 van het VO wordt doorgegeven aan het PO, zo constateren de leden van de VVD-fractie. Het PO gebruikt deze informatie om de schooladviezen die zij geven te verbeteren. Ook het VO is gebaat bij het ontvangen van doorstroominformatie vanuit het vervolgonderwijs. Met deze informatie kan het VO de kwaliteit van de loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleidingsprogramma’s verder verbeteren. Heeft de regering overwogen om, analoog aan het PO en met het oog op consistentie van beleid, in dit voorstel ook voor het VO het mogelijk te maken dat doorstroominformatie vanuit het MBO, HBO en WO beschikbaar wordt gesteld aan het VO? Kan de regering deze levering aan het VO alsnog mogelijk maken, wellicht via een separaat wetsvoorstel?

3. Bescherming van persoonsgegevens

De leden van de fractie van GroenLinks wijzen in de eerste plaats op de snelle ontwikkelingen in databeheer en data-analyse waarbij schijnbaar ongevoelige informatiepunten kunnen worden gekoppeld zodat gevoelige informatie alsnog tot de persoon te herleiden is. Zij vragen de regering of dat bij een voorgenomen wetswijziging geen aanleiding zou moeten zijn tot reflectie op nadere waarborgen met name op het punt van de bijzondere persoonsgegevens. Welke nieuwe risico’s ziet de regering ontstaan en op welke wijze zal daar bij toekomstige wetgeving op worden ingespeeld?

Ten aanzien van de grotere risico’s van samenvoeging van gegevens merkt onder meer de memorie van toelichting op dat er slechts sprake is van een samenbrengen van de wettelijke bepalingen en niet van de gegevens zelf. Sluit deze wet het samenbrengen van de gegevens en databases ook daadwerkelijk uit?

De inperking van en waarborgen voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens zullen worden geregeld in de AMvB. Graag horen deze leden op welke wijze daarin de doelbinding en dataminimalisatie concreet zullen worden geoperationaliseerd en hoe daarmee function creep wordt voorkomen.

Op verschillende punten in de wet wordt «beleidsvoorbereiding» genoemd als grond voor gegevensverstrekking aan de Minister. Wat valt er wel en wat valt er niet onder beleidsvoorbereiding? Wordt deze grond preciezer geoperationaliseerd in de AMvB?

Deze leden vragen of de verwerking van de bijzondere persoonsgegevens zoals hier aangeduid wel geoorloofd is binnen de kaders van de (U)AVG. De memorie van toelichting schrijft hierover op p. 16: «Het wetsvoorstel geeft een nadere invulling aan AVG-bepalingen over het verwerken van bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard (artikel 9 en 10 AVG).» Volgens deze leden is dit echter niet een nadere invulling maar een uitbreiding van de bepalingen.

Volgens artikel 30 UAVG mogen gezondheidsgegevens alleen worden verwerkt door scholen «voor zover de verwerking met het oog op de speciale begeleiding van leerlingen of het treffen van bijzondere voorzieningen in verband met hun gezondheidstoestand noodzakelijk is». Gebruik door de Minister, inspectie, gemeente en CBS worden hier niet genoemd. Voor religieuze persoonsgegevens is artikel 27 UAVG van toepassing, maar dat gaat alleen over geestelijke verzorging en betreft geen scholen of andere in dit wetsvoorstel genoemde instanties. Strafrechtelijke persoonsgegevens worden zo mogelijk nog stringenter behandeld in artikel 33 UAVG en opnieuw lijkt hier geen grond te zijn voor verwerking door de in dit wetsvoorstel bevoegd geachte instanties. Hoe ziet de regering deze discrepanties tussen de voorliggende wet en de (U)AVG?

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA), (voorzitter), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Van Strien (PVV), P. van Dijk (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Köhler (SP), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66), (vice-voorzitter), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV) en Van Zandbrink (PvdA).

Naar boven