34 857 Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Zorgverzekeringswet in verband met het handhaven van de mogelijkheid om gemeenten in uitzonderingsgevallen tot samenwerking te verplichten en in verband met het verminderen van uitvoeringslasten

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK

Ontvangen 11 december 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het college sluit met iedere gecertificeerde instelling en met iedere jeugdhulpaanbieder een schriftelijke overeenkomst.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Als tegen het sluiten van een schriftelijke overeenkomst als bedoeld in het eerste lid ernstige bezwaren bestaan, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vormen van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering worden aangewezen waarvoor het eerste lid niet geldt.

3. In het derde lid (nieuw) wordt na «kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering» ingevoegd «op grond van het tweede lid».

Ab

In artikel 2.12 wordt na «Met het oog op gevallen waarin» ingevoegd «het college de uitvoering van deze wet» en wordt «artikel 2.11, eerste lid, wordt toegepast» vervangen door «door derden laat verrichten».

Toelichting

Met dit amendement wordt geregeld dat gemeenten verplicht zijn om alle gecertificeerde instellingen en jeugdzorgaanbieders te contracteren, tenzij daartegen ernstige bezwaren bestaan. Hiermee wordt de continuïteit van zorg gegarandeerd en zijn bureaucratische aanbestedingen niet langer noodzakelijk.

Hijink

Naar boven