34 851 Regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119) (Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming)

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2017

Vandaag is bij uw Kamer het bovenvermelde wetsvoorstel ingediend (de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, hierna: de Uitvoeringswet) (Kamerstuk 34 851). De Uitvoeringswet voorziet in de nationale regels die nodig zijn ter uitvoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: de AVG). De AVG en de Uitvoeringswet vervangen richtlijn 95/46/EG en de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp). Er is in Europees verband welbewust gekozen voor een verordening in plaats van een richtlijn. Alleen daarmee kunnen de huidige verschillen in beschermingsniveau tussen de lidstaten verder verkleind worden en nog bestaande onnodige belemmeringen voor het functioneren van de interne markt uit de weg geruimd worden.

Het betreft een zeer complexe verordening die vrijwel alle segmenten van de samenleving raakt. Over de tekst van het eerste voorstel zijn veel partijen geconsulteerd en dat heeft flink wat reacties opgeleverd, die hebben geleid tot aanpassing van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Ook is er intensief contact geweest met verschillende partijen, waaronder het bedrijfsleven en de Autoriteit persoonsgegevens (Kamerstuk 34 851, nr. 3). Ten slotte heeft de Afdeling advisering van de Raad van State geadviseerd over het wetsvoorstel (Kamerstuk 34 851, nr. 4). Dit heeft ertoe geleid dat het wetsvoorstel thans wordt ingediend.

Het is van groot belang de overgang van de oude naar de nieuwe situatie zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarom wordt met de Uitvoeringswet zoveel aangesloten bij het huidige normenkader uit de Wbp. De materiële normen waaraan de verwerking van persoonsgegevens onder het regime van de AVG en de Uitvoeringswet moet voldoen, zijn in grote lijnen gelijk gebleven aan die uit de Wbp.

De AVG zal met ingang van 25 mei 2018 van toepassing zijn in de gehele Europese Unie. Deze datum is in de AVG zelf vastgelegd en zal niet meer veranderen. Het is van het allergrootste belang dat de Uitvoeringswet op diezelfde datum in werking treedt. Als dat niet gebeurt, dreigt er voor bedrijven, overheidsinstanties en burgers een situatie van grote rechtsonzekerheid te ontstaan. De AVG is immers een verordening en werkt vanaf 25 mei 2018 rechtstreeks. Daarom moet op hetzelfde moment ook zijn voorzien in de nationale uitvoeringsregels.

Ik doe daarom een beroep op uw Kamer om de behandeling van het wetsvoorstel met voortvarendheid ter hand te nemen. Uiteraard zal ik van mijn kant ook al het mogelijke doen om u hierbij van dienst te zijn.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven