34 851 Regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119) (Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming)

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DAM C.S.

Ontvangen 8 maart 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 7, eerste lid, vervalt »ten hoogste».

Toelichting

Dit amendement regelt dat het College van de Autoriteit persoonsgegevens (AP) altijd bestaat uit drie leden: de voorzitter en twee andere leden. De indieners zien met het in werking treden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) de taken en verantwoordelijkheden van de AP groeien. Mede hierom wordt er in het regeerakkoord 7 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de AP. Dit geld zal onder meer gebruikt worden voor uitbreiding van het personeel en verzwaring van de ambtelijke top. Echter achten de indieners het ook van belang dat het College van de AP, als eindverantwoordelijke van de organisatie, voldoende toegerust is op de taken die voortvloeien uit de AVG en over de juiste expertise beschikt. Hierom willen de indieners het College versterken met een extra lid, een mogelijkheid die nu nog optioneel is. In 2013 is er voor het laatst besloten dat een College met twee leden (een voorzitter en een ander lid) voldoende is. Sinds die tijd is de omvang van de taak van de Autoriteit persoonsgegevens flink gegroeid. De voorzitter is het gezicht van de AP naar buiten toe en krijgt met inwerkingtreding van de AVG een zwaardere Europese rol als onderdeel van het Comité van toezichthouders. Daarnaast heeft de AP in haar organisatie een scheiding tussen verschillende taken. Enerzijds de adviserende taak met publieksvoorlichting, afdeling Klantcontact en controlerende onderzoeken en anderzijds de toezichthoudende en handhavende rol. Omdat deze diversiteit aan taken zowel binnen de AP als in de beeldvorming naar buiten gepaard kan gaan met een zekere onderlinge spanning, is het verstandig en gezond om ook binnen het College deze taken bij verschillende personen te beleggen. Deze verschillende taken vereisen ook verschillende expertise. Dit noopt volgens de indieners dan ook tot het, binnen het bestaande budget, standaard bemensen van het College met 3 personen, iets wat in 2013 nog niet nodig werd geacht maar nu wel aangewezen is. Hierbij beschikt het nieuwe lid over ruime praktijkervaring op het gebied van gegevensbescherming en -verwerking, zoals bijvoorbeeld in een relevante onderneming en/of zorginstelling. Verder zien de indieners het aantrekken van een derde lid aan het College ook als kans voor diversifiëring van het orgaan.

Van Dam Koopmans Verhoeven

Naar boven