34 845 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 december 2017

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 7 december 2017 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 15 december 2017 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx

1

Op welke wijze wordt het tekort van 200 miljoen euro voor invoering van de Omgevingswet opgelost?

Antwoord:

Graag verwijs ik u naar mijn brief (Kamerstukken II 2017–2018 33 118, nr. 100) van 8 december jl. In deze brief licht ik uw Kamer toe dat ik op dit moment verken hoe zowel het BIT advies, als het verschuiven van de invoeringsdatum van de wet zich verhouden tot het programma rond de omgevingswet. Eventuele financiële gevolgen neem ik mee bij deze inventarisatie die ik aanstaand voorjaar af wil hebben.

2

Uit welke opdracht worden de subsidies voor het raadgevend referendum betaald?

Antwoord:

De subsidies voor het raadgevend referendum worden verstrekt door de Referendumcommissie in 2018. Hiervoor verstrek ik een bijdrage aan de Referendumcommissie, zie Wet raadgevend referendum, art.90.

3

Wat verklaart de mutatie van de 2e suppletoire begroting van de Kiesraad?

Antwoord:

De mutatie is een gevolg van extra uitgaven voor de verdere functionele ontwikkelingen van de nieuwe databank verkiezingsuitslag, en onderzoeken in het kader van de ondersteuningssoftware die gebruikt wordt bij verkiezingen.

4

Hoe verhoudt de opdracht raadgevend referendum zich tot de bijdrage aan medeoverheden van het raadgevend referendum?

Antwoord:

De opdracht raadgevend referendum betreft uitgaven die de Referendumcommissie kan doen voor de uitvoering van haar taken. De bijdrage medeoverheden betreft een bijdrage van het moederdepartement aan gemeenten voor voorbereidingskosten van referenda.

5

Wat verklaart de mutatie van de 2e suppletoire begroting van de verkiezingen?

Antwoord:

De mutatie is een gevolg van een vergoeding voor extra werkzaamheden, die gemeenten moesten verrichten in het kader van het handmatig tellen en berekenen van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing van 15 maart 2017.

6

Kunt u de regeling «experimentele centrale stemopneming» van € 0,4 miljoen verklaren op blz. 7, aangezien dit bedrag op blz. 6 staat verwerkt bij raadgevend referendum?

Antwoord:

Het bedrag van € 0,4 mln. heeft betrekking op het raadgevend referendum, en niet op de centrale stemopneming. De tabel is dus correct, maar in de toelichting staat per abuis een verwijzing naar de experimenten met centrale stemopneming.

7

Uitstel van welke projecten levert een meevaller van € 3.3 mln. op en wanneer worden deze nu wel uitgevoerd?

Antwoord:

De € 3,3 mln. heeft betrekking op onderuitputting op het gehele centrale apparaat van BZK waaronder diverse projectmatige werkzaamheden in de bedrijfsvoering. De demissionaire status van het vorige kabinet heeft ertoe geleid dat er minder projecten zijn uitgevoerd dan normaal. Dit incidentele effect heeft geen meerjarige doorwerking, want bestaande kaders zijn leidend voor dit soort projecten.

Naar boven