33 118 Omgevingsrecht

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2017

Uw Kamer heeft mij in de regeling van werkzaamheden van 29 november verzocht om nadere informatie rondom de overdracht van de Omgevingswet van het Ministerie van IenW naar mijn ministerie (Handelingen II 2017/18, nr. 28, Regeling van werkzaamheden). Aanleiding hiertoe is de berichtgeving van de NOS en de specifieke vraag van uw Kamer over het oplossen van eventuele problematiek.

Op dit moment ben ik, samen met mijn collega van IenW, bezig met de overdracht van de Omgevingswet. De begrotingswijzigingen die hiermee gepaard gaan, evenals de overstap van de op dit terrein werkzame ambtenaren dienen zorgvuldig te gebeuren.

Het vorige kabinet heeft voor de Omgevingswet aangekondigd dat de streefdatum voor inwerkingtreding van de stelselherziening anderhalf jaar opschuift naar 1 januari 2021. Daarnaast is een taskforce ingericht die met voorstellen komt om de aanbevelingen van het BIT op te volgen in de vorm van een basis-Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

De precieze implicaties van deze fasering en van voorstellen in navolging van het BIT advies zijn nu nog niet goed in te schatten en vergen eerst nadere uitwerking. Een ordentelijk proces vraagt bovendien dat over de uitkomsten hiervan met bestuurlijke partners overleg wordt gevoerd. Ik verwacht dit komend voorjaar te doen, en zal u daarna meer duidelijkheid kunnen geven. Dit is in lijn met wat de toenmalig Minister van IenM uw Kamer reeds meldde in haar brief van 6 oktober jl. (Kamerstuk 33 118, nr. 98).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven