34 843 Seksuele intimidatie en geweld

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2018

Vandaag is Internationale vrouwendag, bedoeld om stil te staan bij de positie van vrouwen in de wereld.

Waardigheid en autonomie van vrouwen zijn wezenlijk voor elke samenleving. Zonder waardigheid van vrouwen kan er geen sprake zijn van evenwaardigheid en dus van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De waardigheid en autonomie van vrouwen dienen vanzelfsprekend deel uit te maken van onze omgangsnormen en bepalen in belangrijke mate hoe we fatsoenlijk met elkaar omgaan en welke grenzen we niet mogen overschrijden.

Het is dan ook van belang om juist vandaag stil te staan bij nieuwe vormen van seksuele intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag waaraan met name jonge vrouwen worden blootgesteld. In de onderhavige, op 19 december 2017 in uw Kamer toegezegde brief (Handelingen II 2017/18, nr. 36, item 3), ga ik nader op deze schadelijke problematiek in. Ook zal ik aangeven welke preventieve en repressieve maatregelen ik voorsta om een en ander aan te pakken.

Maatschappelijke ontwikkelingen

De digitalisering van seksueel gedrag verandert de beleving en de rol van seksualiteit in de samenleving. Onderzoek van het Safer Internet Centre (2017) laat zien dat ongeveer 25 procent van de meisjes en 22 procent van de jongens tussen 12 en 17 jaar wel eens een naaktfoto of foto in ondergoed ontvangt. Dit gedrag is evenwel niet altijd onschuldig en kan bovendien tot door de betrokken jongeren niet voorziene situaties leiden.

De digitalisering zorgt namelijk ook voor nieuwe vormen van onwenselijk seksueel gedrag. De digitale component in combinatie met het sterk toegenomen gebruik van sociale media zorgt voor nieuwe en – vanwege het (semi-)openbare karakter – vaak schadelijke vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Jongeren en ook volwassenen van wie seksueel beeldmateriaal zonder toestemming wordt verspreid op internet, kunnen als gevolg hiervan schaamte, schuldgevoelens maar ook daadwerkelijke reputatieschade ervaren. De psychische gevolgen van niet consensuele sexting kunnen ernstig en langdurend zijn.

Misbruik van seksueel beeldmateriaal

Een andere steeds vaker voorkomende ontwikkeling, die ook wel volgt na sexting, is misbruik van (seksueel) beeldmateriaal, zoals sextortion, wraakporno of exposen. Bij exposen of wraakporno wordt het beeldmateriaal gebruikt om iemand zwart te maken en bij sextortion om iemand af te persen met een financieel of seksueel motief. Het aantal jongeren dat te maken krijgt met online seksueel grensoverschrijdend gedrag, variërend van sexting/sextortion tot verkrachting na afpersing met seksueel beeldmateriaal is de afgelopen jaren toegenomen. In gesprekken die ik de afgelopen tijd voerde met verschillende organisaties over seksueel grensoverschrijdend gedrag is specifiek aandacht geweest voor het nieuwe fenomeen online exposing. Hoewel alle jongeren slachtoffer kunnen worden van online grensoverschrijdend gedrag, blijken meisjes met een migratieachtergrond in het bijzonder kwetsbaar te zijn voor exposing omdat seksualiteit binnen hun culturele achtergrond vaker taboe is.

Seksuele (straat)intimidatie

Seksueel grensoverschrijdend gedrag is helaas ook offline nog een veel voorkomend verschijnsel. Zo blijft het probleem van (seksuele) straatintimidatie de aandacht trekken. Een aantal gemeenten (waaronder Amsterdam en Rotterdam) heeft een plan van aanpak ontwikkeld om dit orde-verstorende gedrag in de openbare ruimte aan te pakken.

Seksuele uitbuiting

Daarnaast berichten de media met enige regelmaat over (soms zeer) jonge slachtoffers (zowel jongens als meisjes) van seksuele uitbuiting. In mijn gesprekken met professionals zie ik die verhalen bevestigd. Volgens de cijfers van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (Nationaal Rapporteur) is een aanzienlijk deel van de slachtoffers van seksuele uitbuiting minderjarig.1 In de periode 2012–2016 zijn er in totaal 589 minderjarige (mogelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting bij CoMensha gemeld, gemiddeld 17 procent van het totaal van slachtoffers van seksuele uitbuiting.

Het beeld dat seksueel grensoverschrijdend gedrag veelvuldig voorkomt,komt ook naar voren in recent verschenen onderzoeken van verschillende kennisinstituten (Rutgers, Safe Internet Centre). Zo blijkt uit het onderzoek «Seksuele gezondheid in Nederland» van Rutgers (2017) onder meer dat 11% van de Nederlandse vrouwen geslachtsgemeenschap tegen haar wil heeft gehad. Deze onderzoeken ondersteunen de omvang en intensiteit van het misbruik en de intimidatie dat in het kader van de #metoo campagne naar voren is gekomen.

Deze ontwikkelingen vragen om een antwoord van de overheid. In het onderstaande schets ik welke preventieve en repressieve instrumenten ik daarbij inzet.

Preventieve aanpak

Online exposing

Een fenomeen als online exposing kan enorm ingrijpend zijn voor degenen die erdoor worden getroffen. Op 23 februari sprak ik hierover tijdens een werkbezoek aan het kantoor van de stichting Pretty Woman in Utrecht, met een aantal hulporganisaties: Pretty Woman (Utrecht), Lumens (Noord-Brabant) en Qpido (Amsterdam). Deze organisaties verlenen niet alleen hulp aan slachtoffers van online exposing, maar spelen ook een belangrijke rol in het bespreekbaar maken van dit onderwerp met jongeren, hun ouders en op scholen. Ook De Waag, gespecialiseerd in daderhulpverlening, en gespecialiseerde medewerkers van de gemeenten Amsterdam en Utrecht en de politie Midden Nederland namen deel aan het overleg.

Online exposing is voor jongeren vrijwel altijd zeer ingrijpend en vereist gericht optreden. De genoemde organisaties hebben hier de afgelopen jaren een aanpak voor ontwikkeld. Belangrijke elementen in de aanpak zijn voorlichting aan jongeren, hun ouders en aan scholen en goede hulp en begeleiding aan (potentiële) slachtoffers. Om deze doelgroep te bereiken is het volgens deze organisaties van belang dat de aanpak voldoende cultuur-sensitief is. Ik vind het belangrijk dat de kennis en kunde van deze organisaties breder in het land kan worden ingezet ten bate van slachtoffers en ter bestrijding van dit fenomeen. Ik zal daarom met mijn collega-ministers van VWS en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media in gesprek gaan met als doel te komen tot afspraken over inzet en benutting van de programma’s en kennis en kunde van deze organisaties elders in het land.

Overigens is het goed er op te wijzen dat er meer in brede zin over de risico’s van online seksueel gedrag voor jongeren al veel voorlichtingsprogramma’s zijn. Organisaties als het Expertisecentrum Online Kindermisbruik (EOKM), Rutgersstichting en kennisinstituten zoals Movisie verstrekken informatie over de risico’s van online seksueel gedrag aan jongeren, ouders en professionals. De politie organiseert rondom dit thema regelmatig informatieve chatsessies op «vraag het de politie.nl». Via het programma «mediawijsheid» van Mediawijzer.net krijgen ouders, jongeren en scholen informatie over veilig en verstandig mediagebruik, waaronder aspecten rondom sexting.2

Afdoening Halt

Strafrechtelijke vervolging van jongeren voor sexting is niet altijd gewenst.3 Daarom heeft de Stichting Halt een specifieke afdoening voor sexting ontwikkeld, die nu in een pilot wordt uitgetest. Bij een succesvolle Halt-afdoening stelt het Openbaar Ministerie geen vervolging in, waardoor de jongere ook niet wordt veroordeeld en ook niet wordt geregistreerd in de justitiële documentatie. Tijdens een Halt-interventie wordt een jongere geconfronteerd met zijn gedrag en de gevolgen daarvan en wordt aangegeven hoe hij of zij zelf invloed op zijn/haar gedrag kan uitoefenen. Ik zal met het Openbaar Ministerie in gesprek gaan om te bezien of de Halt-afdoening bij sexting effect sorteert en in hoeverre flankerende maatregelen zinvol kunnen zijn.

Publiek-privaat samenwerken m.b.t. voorkomen van schadelijke gevolgen internetgebruik

Ik acht het van groot belang dat ondernemingen die veel jongeren faciliteren op het internet, hun verantwoordelijkheid nemen om hen zoveel als mogelijk te beschermen tegen schadelijke gevolgen van hun internetgedrag, vooral als het gaat om seksuele beeldmateriaal. Een andere pijnlijke realiteit is dat kinderen op steeds jongere leeftijd via kanalen als Youtube en Facebook in aanraking komen met seksueel getint beeldmateriaal.

Ik zal beide kwesties met urgentie aan de orde stellen tijdens de rondetafelconferentie, die ik eind maart organiseer met private partijen, in het kader van de Hernieuwde aanpak online seksueel kindermisbruik, om samen met hen ook op de hiervoor omschreven punten te komen tot een probleemgerichte aanpak en concrete acties.4

Straatintimidatie

Straatintimidatie is een vorm van orde-verstorend gedrag in de openbare ruimte en verdient daarom een lokale aanpak die aansluit bij het optreden tegen andere vormen van openbare-ordeverstoringen. Om een actueel beeld te krijgen heb ik het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid gevraagd een quickscan uit te voeren onder gemeenten. Op basis van de uitkomsten ga ik nog dit jaar met gemeenten om tafel om tot zinvolle preventieve acties te komen. Juist wanneer we als samenleving waardigheid van vrouwen als norm onderschrijven moeten we die waarborgen in de openbare ruimte. Het initiatiefwetsvoorstel van het voormalig Kamerlid Marcouch dat strekt tot strafbaarstelling van seksuele intimidatie als een zelfstandig delict is in dit verband een interessante ontwikkeling die ik met veel belangstelling volg.

Repressieve aanpak

Normering online seksueel grensoverschrijdend gedrag

In het debat van 22 februari jl. heb ik uiteengezet dat de Algemene Wet Gelijke Behandeling ons een aanknopingspunt biedt voor een heldere norm voor seksuele intimidatie en wanneer die wordt overschreden (Handelingen II 2017/18, nr. 56, item 23). Seksuele intimidatie is iedere vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek seksueel getint gedrag met het doel of gevolg de waardigheid van een andere persoon te schenden.

Daaronder valt het creëren van een intimiderende, vijandige, onterende of vernederende omgeving. De waardigheid van de ander is zodoende het kernbegrip, de grens waarvan we met elkaar moeten bewaken dat die niet wordt overschreden.

Wraakporno

Hoewel het Wetboek van Strafrecht ook nu al via meer algemene strafbepalingen (zoals afpersing, afdreiging, smaad, laster en kinderpornografie) bescherming tegen misbruik van seksueel beeldmateriaal biedt, zie ik aanleiding voor een zelfstandige strafbaarstelling hiervan.5

Ik ben voornemens in het voorjaar van 2018 een wetsvoorstel in procedure te brengen tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herwaardering van de strafbaarstelling van een aantal actuele delictsvormen. Hierin zal een afzonderlijke strafbaarstelling van misbruik van seksueel beeldmateriaal worden opgenomen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin staat dat wraakporno als zelfstandig delict strafbaar wordt gesteld. Ik wil met de nieuwe strafbaarstelling een bijdrage leveren aan een duidelijke normstelling van wat wel en niet acceptabel gedrag is in onze samenleving. Ik wil dit wetsvoorstel zo formuleren dat nieuwe en toekomstige vormen van aan wraakporno verwante vormen van misbruik van seksueel beeldmateriaal daar ook onder gaan vallen. Ook verwacht ik dat hiermee de strafrechtelijke aanpak van seksueel misbruik wordt versterkt.

Aanpak grooming

Daarnaast bevat het wetsvoorstel Computer Criminaliteit III (CCIII) een wetswijziging van de strafbaarstelling van grooming (lokken van minderjarigen via internet) (Kamerstuk 34 372). Het wetsvoorstel is door uw Kamer aangenomen en thans aanhangig bij de Eerste Kamer. Door deze wetswijziging wordt het mogelijk om in het kader van de opsporing van grooming lokpubers in te zetten. Dit draagt bij aan een effectievere opsporing van grooming, waardoor al in een eerdere fase slachtofferschap voorkomen kan worden.

Modernisering zedenwetgeving

Naast de strafbaarstelling van misbruik van seksueel beeldmateriaal kijk ik breder naar de modernisering van de zedenwetgeving. Bij de voorbereiding van deze wetgeving is er ook aandacht voor ontwikkelingen in seksueel grensoverschrijdend gedrag. De strafbepalingen worden beter toegesneden op veelvoorkomende (online) verschijningsvormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij brief van 2 februari 2018 is uw Kamer geïnformeerd over een deskundigenoverleg over de modernisering van de zedenwetgeving6. Naar verwachting zal rond de zomer van 2018 een wetsvoorstel in consultatie worden gegeven.

Aanpak seksuele uitbuiting

De afgelopen jaren is binnen de Rijksbrede aanpak loverboyproblematiek gewerkt aan het verkrijgen van beter zicht op deze problematiek en het verbeteren van de preventie, signalering en hulpverlening. In het plan van aanpak mensenhandel, waar uw Kamer op korte termijn door de Staatssecretaris van JenV en de verantwoordelijke bewindspersonen van VWS, SZW en BZ, over wordt geïnformeerd, wordt speciaal aandacht besteed aan de groep minderjarige meiden en jongens die slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting. Ook het faciliteren van gedwongen en illegale prostitutie, waaronder prostitutie van minderjarigen, moet hard worden aangepakt. Het mag niet lonen om aan gedwongen of illegale prostitutie mee te werken. In het hierboven genoemde wetvoorstel waarin ik een aantal actuele delictsvormen strafbaar stel, doe ik dan ook een voorstel voor de strafbaarstelling van het faciliteren van illegale prostitutie (pooierverbod).

Tot slot

Vooral op een dag als vandaag, een dag waarop we stilstaan bij de positie en rechten van vrouwen, moeten we nagaan of we genoeg doen om ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen tegen te gaan. Als Minister van Justitie en Veiligheid staat in mijn aanpak de normstelling en het strafrechtelijke optreden centraal, zoals ook belicht in mijn brief over ongewenst seksueel gedrag, seksuele intimidatie en seksueel geweld van 24 november 2017.7 Maar een succesvolle aanpak van seksuele intimidatie en andere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag vergt meer, namelijk ook een inzet op het voorkomen en het zorgen voor goede hulpverlening als het toch gebeurt. In deze brief heb ik dan ook een beeld gegeven van de in mijn ogen gewenste bredere aanpak en welke stappen ik de komende tijd wil zetten om hierin verdere verbetering te brengen. Een open en veilige cultuur, overal in onze samenleving, waarbinnen we de waardigheid van vrouwen met zijn allen koesteren en waar we samen pal staan voor het uitbannen van ongewenst seksueel gedrag, is mijn streven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen (2017), Slachtoffermonitor mensenhandel 2012–2016

X Noot
3

PUBERS IN BEELD, Leidraad Afdoening sextingzaken, OM/politie, november 2017

X Noot
4

Kamerstuk 31 015, nr. 135

X Noot
5

Ook in gevallen van online exposing kan er sprake zijn van een of meer van deze strafbare feiten.

X Noot
6

Kamerstuk 29 279, nr. 406

X Noot
7

Kamerstuk 34 843, nr. 1

Naar boven