De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel VII, onderdeel B, komt te luiden:
B
Tabel I, post a.6, komt te luiden:
-
6. Goederen, zijnde:
-
a. geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Geneesmiddelenwet
waarvoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 1, onderdeel lll,
van die wet of waarvoor geen handelsvergunning is vereist ingevolge artikel 40, derde
lid, onderdelen a tot en met g, van die wet;
-
b. medische hulpmiddelen zijnde stoffen in een farmaceutische toedieningsvorm die worden
aangemerkt als medisch hulpmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel
a, van de Wet op de medische hulpmiddelen en voorzien zijn van een CE-markering als bedoeld in artikel 2, onder 43, van Verordening
(EU) 2017/745 van het Europees parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische
hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002
en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en
93/42/EEG van de Raad (Pb EU 2017, L 117), met uitzondering van producten zonder beoogd
medisch doeleind als bedoeld in bijlage XVI van die verordening; en
-
c. voorbehoedsmiddelen;.
Toelichting
Ingevolge tabel I, post a.6, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB
1968) worden geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de
Geneesmiddelenwet waarvoor een handelsvergunning is verleend belast tegen het verlaagde
btw-tarief. Geneesmiddelen, waarvoor geen handelsvergunning is vereist voor het in
de handel brengen van de geneesmiddelen ingevolge artikel 40, derde lid, onderdelen
a tot en met g, van de Geneesmiddelenwet, vallen eveneens onder het verlaagde btw-tarief.
Geneesmiddelen, waarvoor geen handelsvergunning is vereist voor het in de handel brengen
van de geneesmiddelen ingevolge artikel 40, derde lid, onderdeel h, van de Geneesmiddelenwet
zijn uitgesloten van het verlaagde btw-tarief.
Medische hulpmiddelen vallen onder het verlaagde btw-tarief, indien zij in een farmaceutische
toedieningsvorm worden aangeboden, aangemerkt zijn als medisch hulpmiddel als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de medische hulpmiddelen en voorzien
zijn van een CE-markering als bedoeld in artikel 2, onder 43, van Verordening (EU)
2017/745 van het Europees parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische
hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002
en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en
93/42/EEG van de Raad (Pb EU 2017, L 117). De producten zonder beoogd medisch doeleind
als bedoeld in bijlage XVI van die Verordening zijn uitgezonderd van het verlaagde
btw-tarief.
Infusievloeistoffen, nierdialyseconcentraten en voor geneeskundige doeleinden bestemde
inhalatiegassen hoeven niet langer apart te worden genoemd, aangezien deze goederen
geneesmiddelen of medische hulpmiddelen zijn die aan de definitie van post a.6, onderdeel
a of b, van genoemde tabel I voldoen.
De aanscherping van de definitie van geneesmiddel heeft een budgettaire opbrengst
van € 42 miljoen euro. De directe btw-derving ten gevolge van het arrest van de Hoge
Raad voor tandpasta en zonnebrandmiddelen bedraagt structureel € 30 miljoen euro.
De budgettaire derving, ten opzichte van het kabinetsvoorstel, van dit amendement
om medische zelfhulpmiddelen in het lage btw-tarief te laten blijven vallen, is (naar
schatting) € 12 miljoen euro. Dit komt overeen met 15% extra btw op de totale omzet
(€ 80 miljoen euro) van betreffende medische hulpmiddelen. De geraamde budgettaire
derving van € 12 miljoen wordt gedekt uit het amendement «niet doorgaan uitbreiding
inhoudingsvrijstelling ten aanzien van kapitaalvennootschappen», dat structureel € 30 miljoen
oplevert.
Snels