34 785 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2018)

Nr. 26 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 november 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

a. In het in onderdeel B opgenomen artikel 13d, tiende lid, wordt «op enig tijdstip met de belastingplichtige verbonden is geweest» vervangen door: met de belastingplichtige verbonden is of op enig tijdstip is geweest.

b. In het in onderdeel D opgenomen artikel 15ac, achtste lid, onderdeel c, wordt «op enig tijdstip met de belastingplichtige verbonden is geweest» vervangen door: met de belastingplichtige verbonden is of op enig tijdstip is geweest.

2

In de in artikel VII, onderdeel C, onder 1, opgenomen post a.3 wordt in onder a, aanhef, «schepen voor de vaart op volle zee» vervangen door: schepen die voor 70 percent of meer worden gebruikt voor de vaart op volle zee.

TOELICHTING

I. Algemeen

Deze nota van wijziging voorziet in onderdeel 1 in een redactionele aanpassing in twee voorgestelde bepalingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969).

De wijziging in onderdeel 2 heeft betrekking op de voorwaarden voor de toepassing van het btw-nultarief voor schepen voor de vaart op volle zee, alsmede de goederen en diensten die worden geleverd met betrekking tot die schepen. In het voorstel van wet is er blijkens de memorie van toelichting van uitgegaan dat een schip pas kan worden aangemerkt als zijnde een schip voor de vaart op volle zee wanneer het voor ten minste 90% wordt gebruikt voor de vaart op volle zee.

De gedachtewisseling over dit onderdeel van het voorstel van wet met de Tweede Kamer geeft het kabinet aanleiding deze voorwaarde enigszins af te zwakken. Het voorstel wordt daarom gewijzigd in die zin dat in de wet wordt vastgelegd dat de levering van een schip dat voor ten minste 70% wordt gebruikt voor de vaart op de volle zee, onder de toepassing van het btw-nultarief zal vallen. Dit zal dan ook het geval zijn voor de goederen en diensten die worden geleverd met betrekking tot een schip dat voor ten minste 70% wordt gebruikt voor de vaart op volle zee.

Uitvoeringskosten Belastingdienst

De voorstellen in deze nota van wijziging zijn beoordeeld met de uitvoeringstoets nieuwe stijl. Voor de wijzigingen in de vennootschapsbelasting geldt dat de eerder uitgebrachte uitvoeringstoetsen onverkort van kracht zijn. De gevolgen voor de uitvoering met betrekking tot de voorwaarden voor de toepassing van het btw-nultarief voor schepen voor de vaart op volle zee, zijn beschreven in de uitvoeringstoets die als bijlage is bijgevoegd1. De nota van wijziging heeft geen gevolgen voor de uitvoeringskosten van de Belastingdienst.

II. Onderdeelsgewijs

Onderdeel 1

Artikel IV, onderdelen B en D (artikelen 13d en 15ac van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969)

Met deze nota van wijziging worden de in het voorstel van wet opgenomen artikelen 13d, tiende lid, en 15ac, achtste lid, onderdeel c, van de Wet Vpb 1969 ter verduidelijking aangepast om expliciet in de voorgestelde tekst van die bepalingen tot uitdrukking te brengen dat onder de in die bepalingen geregelde situaties ook de situatie valt dat het betreffende lichaam nog steeds met de belastingplichtige verbonden is.

Onderdeel 2

Artikel VII, onderdeel C (tabel II bij de Wet op de omzetbelasting 1968)

In artikel VII, onderdeel C, onder 1, van het voorstel van wet is voorzien in een wijziging van tabel II, posten a.3 en a.4, bij de Wet op de omzetbelasting 1968. Daarbij is in genoemde post a.3 een opsomming gegeven van de goederen die bestemd zijn voor de bevoorrading van bepaalde vervoermiddelen gebruikt in het internationale vervoer. Het gaat daarbij onder meer om de bevoorrading van schepen voor de vaart op volle zee waarmee tegen betaling passagiersvervoer plaatsvindt of die worden gebruikt voor de uitoefening van een industriële, handels- of visserijactiviteit. In post a.4 van genoemde tabel II gaat het om de levering van die schepen voor de vaart op volle zee zelf en in post b.1 van die tabel om onder meer diensten die worden verricht ten aanzien van die schepen zoals loodsdiensten en reparatie- en onderhoudsdiensten. De onderhavige wijziging voorziet erin dat gesproken kan worden van een schip voor de vaart op volle zee, wanneer dat schip voor ten minste 70% voor de vaart op volle zee wordt gebruikt.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven