34 775 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII), de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2018

Nr. 144 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2018

Met de brief van 24 januari jl. verzocht de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat staatsecretaris Keijzer en mij een voorstel te doen voor het verbeteren van de kwaliteit van de begrotingsinformatie in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)1.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ontving een vergelijkbare brief voor haar begroting. Deze verzoeken volgden uit de motie Weverling c.s.2, ingediend bij de behandeling van de verantwoordingsstukken 2016 van het Ministerie van Economische Zaken. Gelet op het voor 20 juni aanstaande geagendeerde wetgevingsoverleg over de verantwoordingsstukken 2017 (Kamerstuk 34 950 XIII), treft u hierbij een reactie aan op het verzoek van de commissie.

De mogelijkheden om in de jaarstukken over 2017 in te spelen op het verzoek van commissie waren beperkt. De verantwoording over 2017 is namelijk geënt op de begroting 2017, waarvan de doelstellingen in de zomer van 2016 opgesteld werden. Wel is er met het oog op de motie Weverling bij het opstellen van het jaarverslag 2017 meer aandacht geweest voor het formuleren van de beleidsconclusies en de kwaliteit van de toelichtingen bij de budgettaire verschillen.

In 2018 is nog sprake van een gezamenlijke EZK/LNV-begroting (met twee eigen begrotingsstaten). Vanaf de ontwerpbegroting 2019 komt er een aparte begroting voor LNV en een aparte begroting voor EZK. De Minister van LNV reageert in een separate brief aan u. Ik licht in deze brief toe welke lijn ik voornemens ben te volgen voor de EZK-begroting.

De begroting 2019 is de eerste begroting die het nieuwe kabinet voorbereidt.

In dat verband bezie ik welke bestaande beleidsdoelstellingen, kengetallen en prestatie-indicatoren in de EZK-begroting vernieuwing behoeven, gelet op het regeerakkoord van het kabinet Rutte III en de inmiddels door het kabinet genomen maatregelen, zoals de besluitvorming over de gaswinning.

Het zal nog niet voor alle onderdelen van het EZK-beleid mogelijk blijken om beleidsdoelstellingen operationeel te vertalen in kengetallen en/of prestatie-indicatoren die gepresenteerd kunnen worden in de begroting van komende Prinsjesdag. Dit tekent zich bijvoorbeeld af voor het klimaatbeleid. Omdat een ontwerpbegroting reeds in de vroege zomer in concept gereed dient te zijn, lijkt het onwaarschijnlijk dat de uitkomsten van de gesprekken over het klimaatakkoord tijdig beschikbaar komen. Uiteraard zal ik uw Kamer over deze uitkomsten separaat informeren.

Ik zal meer aandacht geven aan de kwaliteit van de toelichtingen vanuit het perspectief van beleidsinformatie. Het huidige beleidsartikel 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen) is bij de begroting 2017 volledig herzien3. Eén van de aspecten van vernieuwing van beleidsartikel 2 was de vergroting van de informatiewaarde door het opnemen van hyperlinks naar relevante «open informatie», zoals beleidsrapportages. Dit in de geest van de geldende begrotingsvoorschriften gebaseerd op Verantwoord Begroten (Kamerstuk 31 865, nr. 26), die als uitgangspunt hebben dat de begroting in de eerste plaats een financieel document is en dat informatie digitaal ontsloten kan worden om de stukken compact te houden. In lijn met de aanpak gehanteerd bij artikel 2, zal ik bezien of ook bij de andere begrotingsposten een verrijking van de informatiewaarde van de begroting kan plaatsvinden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Als reactie op de brief van 6 december 2017 (Kamerstuk, 34 775 XIII, nr. 14).

X Noot
2

Kamerstuk 34 725 XIII, nr. 10

X Noot
3

Zie ook de brief van 23 juni 2016 (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 174)

Naar boven