34 775 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII), de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2018

Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2018

Op het terrein van landbouw, natuur en voedselkwaliteit liggen forse maatschappelijke uitdagingen. Hoe kan Nederland bijvoorbeeld de akker- en tuinbouw, de veehouderij en de visserij verduurzamen op een dusdanige wijze dat er voor de ondernemer een goede boterham valt te verdienen? Hoe vergroten we de biodiversiteit in een landschap waar de ruimte schaars is? Wat betekenen de klimaatdoelen voor de agrarische sectoren in Nederland? Hoe kunnen we met onze kennis en technologie bijdragen aan de voedselvoorziening voor een groeiende wereldbevolking? Om deze uitdagingen goed aan te kunnen pakken, hebben de coalitiepartijen bij de formatie besloten om een zelfstandig Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op te richten.

De oprichting van het Ministerie van LNV impliceert het splitsen van het Ministerie van Economische Zaken, zoals dat tot 26 oktober 2017 bestond. Bij de inrichting van het Ministerie van LNV zijn dan ook tevens de consequenties voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) betrokken. In deze brief informeren wij u over de inrichting van beide ministeries en de daarbij gemaakte afwegingen in relatie tot de verwerking daarvan in de Voorjaarsnota (Kamerstuk 34 960, nr. 1).

Het oprichten van een nieuw ministerie is een bijzondere gebeurtenis. Niet eerder in de recente geschiedenis werd een volledig nieuw ministerie opgericht vanuit de organisatie van een bestaand ministerie. Het doel is om twee volwaardig functionerende ministeries in te richten met een heldere (financiële) besturing en voldoende menskracht en middelen om zichtbaar met een eigen profiel op te treden. Het is van belang om beide ministeries politiek volledig tot hun recht te laten komen.

Daarbij willen wij zo efficiënt mogelijk werken en onnodige duplicering van diensten voorkomen. Het uitgangspunt bij de opbouw van beide ministeries is daarom «samen, tenzij». Alleen waar dat expliciet nodig is voor een onafhankelijk oordeel en een zelfstandige positie, worden functies bij de Ministeries van LNV en EZK apart ingericht. Diensten die gedeeld kunnen worden door de twee ministeries, blijven werken voor beide, bijvoorbeeld de werkzaamheden op het gebied van juridische vraagstukken en bedrijfsvoering. Een deel van de bedrijfsvoeringsondersteuning geschiedt door rijksbrede shared service organisaties, waarvoor het opdrachtgeverschap op deze manier niet verdeeld hoeft te worden. Dit zorgt ervoor dat de kosten zoveel mogelijk worden beperkt.

De organisatiekeuzes vormen samen een uniek en innovatief samenwerkingsmodel binnen de rijksoverheid, waarbij de zelfstandige positie van de ministeries is gegarandeerd. De samenwerking waarborgt de samenhang en verbinding in beleid, in de organisatie en tussen medewerkers die de afgelopen jaren is opgebouwd binnen het voormalige Ministerie van Economische Zaken. Wij menen dat deze inrichting eveneens een bijdrage levert aan de wendbaarheid en flexibiliteit van de rijksoverheid.

Organisatiekeuzes voor de Ministeries van EZK en LNV

Sinds 26 oktober 2017 bestaat het Ministerie van LNV uit het Directoraat-Generaal Agro & Natuur (DGAN), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en drie kwartiermakers voor financiën, communicatie en bestuursondersteuning, onder leiding van een kwartiermaker-SG.

Het Ministerie van EZK voert de taken uit van het voormalige Ministerie van Economische Zaken, met uitzondering van DGAN en de NVWA.

In de nieuwe situatie willen de ministeries zoveel mogelijk organisatieonderdelen samen (blijven) delen, om optimaal gebruik te blijven maken van de synergie die de afgelopen jaren is bereikt. Enkele voorbeelden van gedeelde organisatieonderdelen zijn de directies Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ) en Bedrijfsvoering (DB) en de regioambassadeurs. LNV deelt haar centrale crisisorganisatie met EZK. DICTU (de ICT-dienstverlener) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werken als agentschappen voor beide ministeries.

Onderwerpen als financieel beleid, (politiek-bestuurlijke) advisering en woordvoering worden op het eigen domein toegesneden en zijn om die reden voor ieder ministerie separaat ingericht. Internationale aangelegenheden verzorgen de ministeries zelf. Ook hebben de ministeries van LNV en EZK elk een eigen directie Financieel Economische Zaken (FEZ), Communicatie (DC), Bureau Bestuursraad (BBR, bij EZK) en Bestuurlijke & Politieke Zaken (BPZ, bij LNV). Dat neemt niet weg dat ook hier bepaalde werkzaamheden worden gedeeld, zoals (het coördineren van) de beantwoording van burgerbrieven en de coördinatie van de stukkenstroom binnen de ministeries, de financiële administraties en enkele werkzaamheden op het terrein van communicatie. Voor alle samen gedeelde onderdelen en werkzaamheden geldt dat beide ministeries als gelijkwaardige opdrachtgever optreden. Daarbij treedt EZK in veel gevallen op als (formeel) werkgever.

Binnen het Ministerie van LNV zal een nieuw Directoraat-Generaal worden gecreëerd, waarbij een aantal taken van het huidige Directoraat generaal Agro en Natuur wordt afgesplitst en er een Directoraat-Generaal Agro en een Directoraat Natuur, Visserij en Landelijk Gebied zal worden gevormd. Deze keuze doet recht aan de ambitie in het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) om meer in te zetten op het bereiken van synergie in de aanpak van de uitdagingen in het landelijk gebied (gebiedsgerichte aanpak). Dit benadrukt het politiek-bestuurlijke, diverse en intensieve karakter van het takenpakket van het Ministerie van LNV. De invulling van de organisatiestructuur (o.a. de inrichting van directies) zal door de nieuwe bestuursraad in overleg met de medezeggenschap nader worden uitgewerkt.

Binnen het Ministerie van EZK zal een herschikking van taken plaatsvinden, mede als gevolg van het Regeerakkoord. Een belangrijke consequentie hiervan is de (her)inrichting van een Directoraat-Generaal voor Klimaat & Energie en een directie die zich gaat bezighouden met de digitalisering van de economie.

Bovenstaande leidt op hoofdlijnen tot het volgende organisatieplaatje voor beide ministeries (hierin zijn alleen onderdelen genoemd die organisatorisch worden geraakt door de oprichting van LNV en de herinrichting van EZK)1.

Financiële consequenties

De oprichting van het Ministerie van LNV heeft structurele gevolgen voor het personeelsbudget. Extra personele inzet is nodig om beide ministeries volwaardig te laten functioneren, conform het beoogde resultaat. Daarnaast doen zich ICT-kosten voor. Er is in toenemende mate sprake van complexe, onderling verknoopte (Rijksbrede) systemen, waaronder bijvoorbeeld de financiële administratie. Ook hier is een scenario gekozen waarbij, daar waar mogelijk, gezamenlijk gebruik wordt gemaakt van ICT-systemen om de kosten en complexiteit van de oprichting van het Ministerie van LNV zo beperkt mogelijk te houden. Daar waar de eigen identiteit en/of rechtmatigheid dit vraagt, wordt het bestaande systeem «gekopieerd» of logisch gescheiden. Ook hier geldt dus het uitgangspunt «samen, tenzij». Binnen beide ministeries zal professioneel opdrachtgeverschap leiden tot een effectieve en efficiënte uitvoering van deze ICT-opgave. De financiële gevolgen van de (her)inrichting en compensatie voor uitvoeringskosten van EU-wetgeving bedragen € 50 mln. in 2018 en structureel vanaf 2022 € 37,2 mln. De budgettaire effecten zijn verwerkt in de Voorjaarsnota (Kamerstuk 34 960, nr. 1) en de 1e suppletoire begroting 2018 van het Ministerie van EZK, waarin LNV een aparte begrotingsstaat heeft. Met ingang van 2019 heeft het Ministerie van LNV een zelfstandig begrotingshoofdstuk binnen de Rijksbegroting.

Vervolg

We zetten met deze (her)inrichting van de beide ministeries een aantal innovatieve stappen. Met de medezeggenschapsorganen vinden thans gesprekken plaats over de nadere invulling. In de rest van 2018 zal gewerkt worden aan de verdere opbouw van de Ministeries van LNV en EZK. Dit is nodig om een aantal noodzakelijke condities zeker te stellen, zoals de afhandeling van de financiële «boedelscheiding» tussen de ministeries, het opstellen van de eerste zelfstandige begroting voor het Ministerie van LNV (per 1 januari 2019) en het vormgeven van de besturing van het samenwerkingsmodel.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven