34 775 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2018

Hierbij bied ik u het Jaarverslag 2017 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (KW CARIB) aan1. Tevens ga ik in op de toezeggingen uit het Algemeen Overleg van 21 september 2017 (Kamerstuk 34 775 X, nr. 12) over de gevolgen van Irma voor de vaar- een vlieguren, de frequentie en prioriteitstelling van de patrouilles en de lokale werving.

Op 6 september 2017 heeft orkaan Irma Sint Maarten getroffen en een spoor van verwoesting achtergelaten. Vlak daarna passeerden ook de orkanen José en Maria de Bovenwindse eilanden. De kustwachtmedewerkers en hun families zijn fysiek ongedeerd gebleven, maar de Kustwacht en een aantal van haar medewerkers zijn geconfronteerd met substantiële materiële schade. Het kustwachtsteunpunt is beschadigd en de botenliften van de Super-RHIB’s (en de toekomstige Metal Sharks) zijn zelfs onbruikbaar geworden. Voorts zijn twee Super-RHIB’s uit de liften geslagen en total loss verklaard. Ik heb, gezien de geleden schade in privé en werksfeer, grote waardering voor de inzet van het kustwachtpersoneel en het defensiepersoneel dat heeft ondersteund in deze periode. De gevolgen van orkaan Irma hebben ervoor gezorgd dat niet alle doelstellingen van het jaarplan zijn gehaald. Zo zijn niet alle vaardagen gehaald en zijn minder controles uitgevoerd vanwege het verlies van de Super-RHIB’S.

De inzet van 64 vluchten van de DASH-8 vliegtuigen ten behoeve van de inzet na Irma hebben niet tot verdringing bij de Kustwacht geleid, maar zijn binnen het bestaande contract door Defensie aanvullend ingehuurd bij de leverancier (Provincial Aerospace Limited). Deze kosten worden in het kader van de noodhulp 2018 verrekend met Binnenlandse Zaken. Omdat Defensie ten tijde van «Irma» het stationsschip Zr.Ms. Zeeland heeft ingezet, heeft het schip negen vaardagen minder voor de Kustwacht gerealiseerd. Vanuit Curaçao en Aruba zijn twee super-RHIB’s naar Sint Maarten verplaatst om de verloren super-RHIB’s te vervangen. Hierdoor is de overall beschikbaarheid, en daarmee het aantal controles, van super-RHIB’s sinds september gedaald.

Met ruim 1.500 kilogram is in 2017 minder drugs gevangen dan in voorgaande jaren. Daarentegen zijn 326 illegale migranten aangehouden, een stijging ten opzichte van vorige jaren, mede vanwege de gerichtere patrouilles door de situatie in Venezuela. Deze transporten worden vaak gecombineerd met smokkel van drugs en steeds meer en zwaardere wapens. De Kustwacht draagt migranten en smokkelwaar over aan het Korps Politie Curaçao of Aruba.

De DASH-8 patrouillevliegtuigen hebben gezien de focus van de patrouilles op Venezuela 68 uur meer gevlogen dan voorzien. Voorts is vooral de personele capaciteit van kleine vaartuigen ingezet om meer op volle zee te kunnen opereren. Dit is ten koste gegaan van toezicht in binnenwateren en in de baaien.

Het proces van functievervulling door lokaal personeel verloopt goed met uitzondering van de technische functies op de Cutters, de officieren van de wacht in het Joint Rescue Coordination Centre en de sensoroperators in de DASH-8 vliegtuigen. De kleinschaligheid van de eilanden maakt dat dergelijke specialistische functies zeer lastig te werven zijn onder Caribisch personeel.

In het uitvoeringsjaar zijn aan de begroting van de Kustwacht middelen toegevoegd. Vanuit de indexering van de begroting (€ 0,286 miljoen structureel), en vanuit de Augustusbesluitvorming (€ 1,3 miljoen incidenteel). Het kabinet heeft bij Augustusbesluitvorming met het oog op de veiligheidssituatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk € 8 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag van € 8 miljoen is evenredig verdeeld over de jaren 2017 en 2018 en komt deels ten goede aan de Kustwacht voor onder meer het plegen van onderhoud, het oplossen van het exploitatietekort en de ondersteuning van andere defensieonderdelen aan de Kustwacht.

In het regeerakkoord is opgenomen dat het budget voor de Kustwacht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over gaat naar het Ministerie van Defensie en zodanig wordt aangepast dat een goede taakuitoefening mogelijk is. Hiervoor is structureel € 10 miljoen per jaar extra beschikbaar. Op 15 december 2017 is per nota van wijziging de overheveling van het budget van BZK naar Defensie verwerkt (Kamerstuk 34 775 X, nr. 64). Het door Nederland toegevoegde budget is in ieder geval nodig om de komende jaren invulling te kunnen geven aan een deel van de noodzakelijke vervangingsinvesteringen van de Kustwacht Caribisch gebied. De komende tijd wordt in overleg met de landen bezien hoe de langetermijninvesteringen conform de Rijkswet Kustwacht kunnen worden geaccommodeerd.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven