Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34775-VIII nr. 60 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34775-VIII nr. 60 |
Vastgesteld 5 december 2017
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de vierde nota van wijziging van 24 november 2017 inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2018 (Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 35).
De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 4 december 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De griffier van de commissie, De Kler
1. Welke maatregelen omtrent G32 voor- en vroegschoolse educatie worden precies naar voren gehaald? Kan de Kamer het onderliggende beleidsvoorstel ontvangen, zoals is toegezegd in de Startnota bij gelden die van de aanvullende post aan de begroting worden toegevoegd (Kamerstuk 34 775, nr. 54)?
Het extra geld in het Regeerakkoord omtrent voor- en vroegschoolse educatie is bedoeld om het aanbod van voorschoolse educatie uit te breiden van 10 naar 16 uur per week. Het kabinet gaat komend jaar al extra investeren in voorschoolse educatie, zodat gemeenten zich kunnen voorbereiden op het geven van meer aanbod aan kinderen met een risico op een achterstand.
Over het onderliggende beleidsvoorstel zal ik u informeren in de Kamerbrief over het investeren in onderwijskansen die uw Kamer begin 2018 ontvangt.
2. Op welke wijze wordt de tegengestelde kasschuif van – € 170 miljoen verdeeld over de jaren 2018 en 2019 op de reeks G43 Intensivering erfgoed en monumenten? Betreft dit dezelfde omvang per jaar als de reeks G32 voor- en vroegschoolse educatie en leidt dit dan tot een negatief bedrag in 2019, in feite een taakstelling van € 30 miljoen? Zo ja, hoe wordt dat opgevangen? Wordt de totale kasschuif van – € 170 miljoen op de reeks G43 Intensivering erfgoed en monumenten in 2020 weer gecompenseerd? Ofwel zien de financiële gevolgen er als volgt uit:
De financiële gevolgen voor de reeks G32 Voor- en vroegschoolse educatie en voor de reeks G43 Intensivering erfgoed en monumenten als gevolg van deze nota van wijziging, zien er als volgt uit:
in mln. € |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
struc |
---|---|---|---|---|---|
G32 Voor- en vroegschoolse educatie |
|||||
Was |
170 |
170 |
170 |
170 |
|
Kasschuif |
+ 40 |
– 40 |
|||
Wordt |
40 |
130 |
170 |
170 |
170 |
G43 Intensivering erfgoed en monumenten |
|||||
Was |
150 |
100 |
50 |
25 |
|
Kasschuif |
– 40 |
+ 40 |
|||
Wordt |
110 |
140 |
50 |
25 |
Er is geen sprake van een taakstelling of een kasschuif van -€ 170 miljoen, de kasschuif op reeks G43 voor- en vroegschoolse educatie bedraagt € 40 miljoen van 2019 naar 2018. De tegengestelde kasschuif in reeks G43 is gedaan om de totale intensivering per jaar gelijk te houden aan die in het Regeerakkoord. Dat is wat er bedoeld wordt met de passage «om het generale beeld niet te belasten» in de toelichting van de vierde nota van wijziging. Per saldo blijven de totale investeringen in zowel voor- en vroegschoolse educatie als erfgoed en monumenten gelijk.
3. Welke beleidsgevolgen hebben deze kasschuiven voor G43 intensivering voor erfgoed en monumenten? Worden diverse intensiveringen voor erfgoed en monumenten nu twee jaar uitgesteld?
Een onderdeel van de intensiveringen betreft het versterken van middelen bij het Nationaal Restauratiefonds. Dat kan in één keer gebeuren of in meerdere jaren. Het ritme wordt door deze kasschuif gewijzigd, echter er is geen sprake van een uitstel van twee jaar.
Uit een inventarisatie van projecten door de sector zelf is gebleken dat er weliswaar veel behoefte is aan middelen voor restauraties en herbestemmingen maar dat niet altijd de benodigde vergunningen (bestemmingsplanwijziging, WABO-vergunning) al zijn verkregen. Dat betekent dat de kosten van de projecten ook deels pas in 2019 gemaakt zullen worden. Hierdoor zal de erfgoedsector geen nadeel ondervinden van de kasschuif.
4. Wanneer worden de middelen voor G43 intensivering voor erfgoed en monumenten overgeboekt naar de begroting, zodat de Kamer haar budgetrecht kan doen gelden?
Onder voorbehoud van een doelmatig bestedingsplan worden de middelen voor G43 Intensivering erfgoed en monumenten, overgeboekt van de aanvullende post van het Ministerie van Financiën naar de OCW-begroting. Dit gebeurt op het moment dat het plan er is met een incidentele suppletoire begroting dan wel bij Voorjaarsnota. De Tweede Kamer kan dan haar budgetrecht doen gelden.
5. Krijgt de Kamer tegelijkertijd het onderliggende beleidsvoorstel over de middelen voor G43 intensivering voor erfgoed en monumenten, zodat de Kamer dat kan meenemen in haar overwegingen ten aanzien van het budgetrecht?
Ja, in februari zal de brief met de hoofdlijnen van het cultuurbeleid naar de Kamer worden verzonden. Dit heb ik toegezegd in het debat over de cultuurbegroting op 13 november. In deze brief komen ook de plannen voor erfgoed en monumenten aan bod. Wanneer de middelen voor G43 Intensivering erfgoed en monumenten worden overgeboekt, wordt de Tweede Kamer ook geïnformeerd over het onderliggende beleidsvoorstel. De Tweede Kamer kan dat dan meenemen in haar overwegingen ten aanzien van het budgetrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-VIII-60.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.