De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel
91 Apparaat kerndepartement worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 638,207 (x € 1.000).
II
In artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 638,207 (x € 1.000).
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe om 638.207 euro beschikbaar te stellen aan de Stichting
Geschillencommissies Consumentenzaken (hierna: de SGC). In de begroting van Justitie
en Veiligheid wordt de subsidie de komende jaren afgebouwd, waardoor de SGC in 2018
te maken krijgt met een korting op het budget.
Al twee maal eerder sprak de Kamer zich uit om de subsidie voor de SGC op peil te
houden.
Bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2016 is in de
Tweede Kamer middels het amendement Van Nispen c.s. (Kamerstukken II 2015/16, 34 300 VI, nr. 26) door de fracties van de SP, PvdA, VVD, CDA, PVV, D66, ChristenUnie, GroenLinks,
SGP, PvdD, 50PLUS, GrKÖ, GrBvK, Houwers en Van Vliet uitgesproken dat de bezuiniging
op de SGC onwenselijk is en is 353.000 euro beschikbaar gesteld.
Bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie voor 2017 is in de
Tweede Kamer middels het amendement van het lid Van Nispen c.s. (Kamerstukken 2016/2017
34 550 VI, nr. 21) eenzelfde bezuiniging op de SGC tegengehouden. Dit amendement werd door de gehele
Kamer gesteund.
Allereerst heeft de SGC aangegeven dat het afbouwen van de subsidie het einde zal
betekenen van de geschillencommissies consumentenzaken, de eerste branches hebben
zich al teruggetrokken. Voor deze alternatieve vorm van geschilbeslechting is het
van belang dat zowel de consument, de ondernemer als de overheid hieraan meebetalen.
De beperkte bijdrage vanuit de overheid (ongeveer 20 procent van het totaal) wekt
het vertrouwen van consument en bedrijfsleven dat de overheid zich gecommitteerd heeft
aan dit stelsel.
Consumenten(organisaties) en ondernemers(organisaties) zijn tevreden over het functioneren
van deze geschillencommissies, die jaarlijks een substantieel aantal schikkingen bewerkstelligen
en geschillen afhandelen. Het is een laagdrempelige, snelle en goedkope manier voor
hen om buiten de rechter om een geschil voor te leggen aan onafhankelijke deskundigen.
Er wordt dan ook niet voor niets door andere Europese landen met belangstelling gekeken
naar deze alternatieve geschilbeslechting.
De overheid is verder verplicht om op grond van de Europese Richtlijn ADR en de daaruit
voortvloeiende Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten
zelf in een soortgelijke infrastructuur te voorzien. Uiteindelijk is de overheid dus
verantwoordelijk voor het in stand houden van de geschillencommissies. Het kost meer
geld om deze opnieuw op te bouwen, dan de bestaande succesvolle geschillencommissies
te behouden.
Tot slot is indiener van mening dat het prematuur is om de subsidie af te bouwen,
aangezien er in 2018 een evaluatie van de SGC zal plaatsvinden. Het is dan ook raar
om juist nu de subsidie drastisch te verminderen.
De dekking van dit amendement kan gevonden worden in de op artikel 91 gereserveerde
middelen voor inhuur van externen. Door in 2018 niet meer externen in te huren dan
in 2017 het geval was, vallen er middelen vrij.
Van Nispen Kuiken Buitenweg Azarkan