34 775 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2018

CXIX Verslag van een werkbezoek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk, april 2016

N1 HERDRUK2 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 mei 2018

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties3 hebben op 27 maart jl. de reactie van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op het toezeggingenrappel van februari 2018 ten aanzien van toezegging T023831 besproken. In zijn reactie geeft de Minister aan dat de geplande oplevering van het onafhankelijk onderzoek naar de kosten van levensonderhoud in Caribisch Nederland tweede kwartaal 2018 is.2 De leden van de commissie zien met grote belangstelling uit naar de uitkomsten van dit onderzoek. Naar aanleiding hiervan hebben zij de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 5 april 2018 een brief gestuurd.

De Staatssecretaris heeft op 1 mei 2018 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 5 april 2018

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben op 27 maart jl. de reactie van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op het toezeggingenrappel van februari 2018 ten aanzien van toezegging T023834 besproken. In zijn reactie geeft de Minister van SZW aan dat de geplande oplevering van het onafhankelijk onderzoek naar de kosten van levensonderhoud in Caribisch Nederland tweede kwartaal 2018 is.5 De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties zien met grote belangstelling uit naar de uitkomsten van dit onderzoek. Mogen de leden ervan uitgaan dat de resultaten nog voor eind april 2018 aan de Kamer worden aangeboden, zoals eerder in de planning stond vermeld6?

In dit verband brengen deze leden ook graag in herinnering dat de Staatssecretaris van BZK tijdens het debat over de tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius op 6 februari jl. heeft toegezegd7 dat de Eerste Kamer uiterlijk 1 juni 2018 de eerste kwartaalrapportage zal ontvangen over de voorzieningen die bij de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius zijn en worden getroffen. Deze brief zal ook een (inhoudelijke) kabinetsreactie op de resultaten van het onderzoek naar het sociaal minimum in Caribisch Nederland bevatten.

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties zien uit naar uw reactie, de uitkomsten van het onderzoek en de kabinetsreactie daarop.

Voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, R.R. Ganzevoort

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2018

Het onderzoek naar een ijkpunt voor de bestaanszekerheid (sociaal minimum) voor Caribisch Nederland is aan beide Kamers der Staten-Generaal toegezegd. Deze brief wordt dan ook gelijkluidend aan de beide Kamers toegezonden en dient tevens als reactie op de bij brief van 5 april 2018 door de Eerste Kamer gestelde vraag over de planning.

Bij de start van het onderzoek is de planning gericht op afronding per maart/april 2018. Dat lukt in zoverre, dat het onderzoeksbureau eind april 2018 een integraal rapport in concept gereed heeft. Het concept-rapport ligt dan ter beoordeling voor bij de leden van de klankbordgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van het Rijk en de openbare lichamen. Deze fase is belangrijk om de feitelijke juistheid, volledigheid en consistentie te bepalen. Daarbij is bovendien denkbaar dat er nog nadere vragen bij het onderzoeksbureau moeten worden teruggelegd.

Aan de doorlooptijd van deze afrondingsfase wil ik geen harde termijn verbinden, vooral omdat ik de vertegenwoordigers van de openbare lichamen in de klankbordgroep de tijd wil geven die zij – gelet op de hen ter beschikking staande capaciteit – nodig hebben om het concept-rapport te beoordelen. Dit is essentieel uit oogpunt van het belang van draagvlak voor de uitkomsten van het onderzoek.

Het streven is gericht op gelijktijdige aanbieding van het onderzoeksrapport met de inhoudelijke kabinetsreactie aan uw Kamer.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Letter N heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 34 775 IV.

X Noot
2

Herdruk in verband met toevoegen van voetnoten.

X Noot
3

Samenstelling:

Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Ester (CU), Ganzevoort (GL) (voorzitter), De Graaf (D66) (vice-voorzitter), Schouwenaar (VVD), Sent (PvdA), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Don (SP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Meijer (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Teunissen (PvdD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV)

X Noot
4

Zie toevoeging T02383 op www.eerstekamer.nl.

X Noot
5

Kamerstukken I, 2017/18, 34 775 XV, C, p. 5–6.

X Noot
6

Kamerstukken I, 2016/17, 34 550 IV, T, p. 2 («Dit betekent dat de planning is gericht op oplevering per maart/april 2018.»)

X Noot
7

Zie toezegging T02531 op www.eerstekamer.nl

Naar boven