Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34730-XVII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34730-XVII nr. 2 |
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
– de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een opwaartse bijstelling van de geraamde uitgaven 2017 op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) van EUR 509,7 miljoen. De ontvangsten worden met 10 miljoen neerwaarts bijgesteld.
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2017 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Om de leesbaarheid te waarborgen worden alleen de financiële instrumenten die meer dan 3 procent van het artikelonderdeel uitmaken opgenomen in de financiële tabel. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Vanwege de demissionaire status van het kabinet had de voorjaarsbesluitvorming een bijzonder karakter dit jaar. Uitgangspunt daarbij is dat het kabinet geen nieuw beleid meer voorbereidt maar wel zorg draagt voor de continuiteit van de lopende processen.
De uitgaven voor 2017 worden verhoogd met EUR 509,7 miljoen waarvan hieronder de belangrijkste suppletoire mutaties worden weergegeven.
Veiligheid, migratiesamenwerking en opvang in de regio
Het kabinet heeft voor Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking samen incidenteel in 2.017 EUR 50 miljoen beschikbaar gesteld waarvan EUR 10 miljoen voor veiligheid en stabiliteit op de BZ begroting en EUR 40 miljoen voor veiligheid, migratiesamenwerking en opvang in de regio op de BHOS begroting. Hiermee wordt ingezet op het beperken van irreguliere migratie, het terugdringen van grensoverschrijdende criminaliteit en terreurdreiging, en de opvang van vluchtelingen in de regio.
Eerstejaarsopvangkosten asielzoekers
Bij de Najaarsnota 2016 is de raming voor de asielinstroom in 2016 verlaagd van 58.000 naar 33.000. De verlaging van de instroom in 2016 werkt door in 2017 en leidt tot een overboeking van EUR 170 miljoen van de Veiligheid en Justitie begroting naar de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking begroting. Verder is de raming voor de instroom van asielzoekers in 2017 verlaagd van 42.000 naar 41.000. Dit leidt, samen met de reguliere jaarlijkse herijking van onder andere verblijfsduur en kostprijs, tot een neerwaartse bijstelling van de ODA-toerekening van eerstejaarsopvangkosten asielinstroom 2017. Daarnaast heeft het kabinet EUR 75 miljoen vrijgemaakt ter dekking van de EUR 75 miljoen hogere kosten voor leegstand in de reguliere nacalculatie over 2016. Per saldo leidt tot een verhoging van de ODA-toerekening voor de eerstejaarsopvangkosten van asielzoekers in 2017 van 21,3 miljoen.
Verbeteren concurrentiepositie van Nederland
In de Miljoenennota 2017 heeft het kabinet structureel EUR 10 miljoen extra vrijgemaakt voor de versterking van de concurrentiepositie van Nederland. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de BHOS begroting ten behoeve van de gezamenlijke uitvoering van het programma Global Stars door BHOS en EZ.
Budget Internationale Veiligheid (BIV)
Zoals gebruikelijk wordt elk jaar vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op de begroting van het Ministerie van Defensie EUR 30 miljoen overgeheveld naar de begroting van BHOS.
Deze middelen worden ingezet voor activiteiten op het terrein van stabiliteit, veiligheidssectorhervorming, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw.
Invest-NL
Het kabinet heeft in 2017 besloten Invest-NL op te richten om de doorgroei van (innovatieve) ondernemingen en investeringen in transitie-opgaven met de markt te bevorderen. Noodzakelijke expertises, instrumenten en eigen investeringskapitaal worden daarvoor bij Invest-NL op één plek samengebracht in een professionele organisatie die herkenbaar is voor de markt. Voor de ontwikkelkosten voor de internationale tak van Invest-NL worden EUR 3 miljoen voor 2017 en vanaf 2018 jaarlijks EUR 9 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de jaren 2017 en 2018 zijn deze middelen toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, en zijn dus niet zichtbaar op de begroting van BHOS. Voor 2019 en verder wordt een reservering gemaakt op de aanvullende post algemeen van de Rijksbegroting.
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Duurzame handel en investeringen Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting 2017 (1) |
Mutaties via amendementen 2017 (2) |
Vastgestelde begroting 2017 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (4) |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 (5)=(3+4) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
242.591 |
0 |
242.591 |
306.433 |
549.024 |
184.210 |
180.210 |
180.210 |
180.319 |
||
waarvan garantieverplichtingen |
70.000 |
70.000 |
0 |
70.000 |
|||||||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
496.986 |
0 |
496.986 |
20.576 |
517.562 |
16.249 |
17.714 |
10.591 |
7.700 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||||||
1.1 |
Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen |
11.440 |
0 |
11.440 |
7.043 |
18.483 |
891 |
891 |
– 109 |
0 |
|
Opdrachten |
|||||||||||
Beleidsondersteuning internationaal ondernemen (non-ODA) |
2.794 |
2.794 |
971 |
3.765 |
|||||||
Bijdrage (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) |
5.670 |
5.670 |
0 |
5.670 |
|||||||
Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
2.976 |
2.976 |
6.072 |
9.048 |
|||||||
1.2 |
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid |
82.667 |
0 |
82.667 |
9.888 |
92.555 |
13.895 |
14.900 |
8.902 |
8.902 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen (non-ODA) |
5.200 |
5.200 |
1.200 |
6.400 |
|||||||
Partners for International Business (PIB) (non-ODA) |
8.000 |
8.000 |
– 115 |
7.885 |
|||||||
Sport en OS |
1.100 |
1.100 |
0 |
1.100 |
|||||||
Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) (non-ODA) |
6.000 |
6.000 |
– 100 |
5.900 |
|||||||
Overig Programmatische Aanpak (non-ODA) |
500 |
500 |
– 500 |
0 |
|||||||
PSO 2g@there (non-ODA) |
500 |
500 |
– 500 |
0 |
|||||||
Dutch Trade and Investment Fund (non-ODA) |
20.643 |
20.643 |
0 |
20.643 |
|||||||
Versterking concurrentiepositie Nederland |
9.200 |
9.200 |
|||||||||
Leningen |
|||||||||||
Finance for International Business (FIB) (non-ODA) |
900 |
900 |
– 900 |
0 |
|||||||
Bijdragen aan agentschappen |
|||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (non-ODA) |
26.000 |
26.000 |
9.500 |
35.500 |
|||||||
Versterking economische functie (NBSO's via RVO) (non-ODA) |
5.927 |
5.927 |
0 |
5.927 |
|||||||
1.3 |
Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden |
294.379 |
0 |
294.379 |
3.645 |
298.024 |
1.463 |
1.923 |
1.798 |
– 1.202 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Transitiefaciliteit |
168 |
168 |
685 |
853 |
|||||||
Marktontwikkeling in het kader van private sector development |
54.251 |
54.251 |
– 13.413 |
40.838 |
|||||||
Wet en regelgeving |
5.000 |
5.000 |
1.000 |
6.000 |
|||||||
Financiele sectorontwikkeling |
26.338 |
26.338 |
– 1.338 |
25.000 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap |
35.260 |
35.260 |
19.740 |
55.000 |
|||||||
Infrastructuurontwikkeling |
75.587 |
75.587 |
12.663 |
88.250 |
|||||||
Samenwerking bedrijfsleven en PPP's |
16.900 |
16.900 |
– 9.900 |
7.000 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap non-ODA |
2.794 |
2.794 |
– 594 |
2.200 |
|||||||
Technische assistentie DGGF |
10.800 |
10.800 |
– 2.800 |
8.000 |
|||||||
Bijdragen aan agentschappen |
|||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
42.355 |
42.355 |
– 6.355 |
36.000 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
International Labour Organization |
5.217 |
5.217 |
516 |
5.733 |
|||||||
Partnershipprogramma ILO |
5.000 |
5.000 |
500 |
5.500 |
|||||||
Landenprogramma's ondernemingsklimaat |
13.000 |
13.000 |
3.150 |
16.150 |
|||||||
Bedrijfsmatige technische bijstand |
1.709 |
1.709 |
– 209 |
1.500 |
|||||||
1.4 |
Dutch Good Growth Fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met de focus op het MKB en bij uitzondering en onder condities grootbedrijf |
108.500 |
0 |
108.500 |
0 |
108.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies/Leningen/Garanties |
|||||||||||
programma's Dutch Good Growth Fund |
108.500 |
108.500 |
0 |
108.500 |
|||||||
Ontvangsten |
23.126 |
0 |
23.126 |
– 10 000 |
13.126 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
1.10 |
Ontvangsten duurzame handel en investeringen |
22.626 |
22.626 |
– 10.000 |
12.626 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
1.40 |
Ontvangsten DGGF |
500 |
500 |
0 |
500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Per saldo stijgt het verplichtingenbudget met EUR 306,4 miljoen. Het betreft met name verplichtingen op het gebied van van Private Sector Ontwikkeling die niet in 2016 zijn aangegaan en nu voor 2017 gepland staan. Het betreft o.a. het verplichtingenbudget voor infrastructuurontwikkeling (de programma’s DRIVE en Develop2Build) dat met EUR 186 miljoen wordt verhoogd; het verplichtingenbudget voor samenwerking bedrijfsleven en PPP’s (EUR 40 miljoen) voor de 3e call van de Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) en tenslotte EUR 67,1 miljoen voor o.a. de Wereld Bank Facilitation Facility en Accelerating Trade in West-Africa (ATWA).
Uitgaven
Artikel 1.1
Het budget voor maatschappelijk verantwoord ondernemen stijgt in 2017 met EUR 7 miljoen. Hiervan is 6 EUR miljoen bestemd ter invulling van de motie Van Laar (34 550 XVII nr. 26) over het terugdringen van kinderarbeid. Verwezen wordt naar de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan de Kamer van 14 november 2016 (34 550-XVII-38) over de invulling van de motie. De overige EUR 1 miljoen betreft Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenanten.
Artikel 1.2
Het budget voor «Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie en economische naamsbekendheid» stijgt per saldo met EUR 9,8 miljoen. Het kabinet maakt EUR 10 miljoen vrij voor inspanningen die de concurrentiepositie van Nederland in het buitenland ten goede komen, zoals een betere opvolging van economische missies en het effectiever maken van het internationale topsectorenbeleid. Per saldo komt hiervan in 2.017 EUR 9,2 miljoen beschikbaar op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Het budget voor uitvoeringskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt verhoogd met EUR 9,5 miljoen op basis van de bijgewerkte ramingen van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO).
Artikel 1.3
Het budget voor «Versterkte private sector & verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden wordt per saldo met EUR 3,6 miljoen verhoogd. Deze wordt met name veroorzaakt door een vernieuwing van een contract met European Centre for Development Policy Management, ECDPM (EUR 2,7 miljoen) en invulling aan het Amendement Smaling en Mulder (34 550 XVII / nr 14) waarmee EUR 1 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor startfinanciering voor jonge Afrikaanse ondernemers. Dit geld is toegekend aan het nieuwe initiatief Making Africa Work (PUM en Africa in Motion).
Als gevolg van aanpassing van de kasritmes van instrumenten binnen het Private Sector Ontwikkeling (PSO)-programma vinden verschillende overhevelingen tussen deze instrumenten plaats. Zo wordt het instrument «versterking privaat ondernemerschap» met EUR 19,4 miljoen verhoogd voor onder andere de vernieuwing van het programma PUM senior experts en voor het vakbondsmedefinancieringsprogramma.
Ontvangsten
De ontvangsten dalen met EUR 10 miljoen in 2017. Dit betreft een correctie van de ontvangst vanuit de begrotingsreserve FIB (Finance for International Business).
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting 2017 (1) |
Mutaties via amendementen 2017 (2) |
Vastgestelde begroting 2017 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (4) |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 (5)=(3+4) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
476.815 |
0 |
476.815 |
313.651 |
790.466 |
– 32.923 |
– 65.323 |
– 51.864 |
– 51.864 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
660.072 |
0 |
660.072 |
1.507 |
661.579 |
1.725 |
– 75 |
– 75 |
– 6.075 |
||
waarvan juridisch verplicht |
93% |
||||||||||
2.1 |
Toename van voedselzekerheid |
347.795 |
0 |
347.795 |
0 |
347.795 |
1.000 |
0 |
0 |
– 5.000 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Internationaal onderwijsprogramma voedselzekerheid |
0 |
0 |
510 |
510 |
|||||||
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector |
73.886 |
73.886 |
– 1.896 |
71.990 |
|||||||
Kennis en capaciteitsopbrouw ten behoeve van voedselzekerheid |
77.013 |
77.013 |
– 23.218 |
53.795 |
|||||||
Uitbannen huidige honger en voeding |
21.000 |
21.000 |
1.000 |
22.000 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
realiseren ecologische houdbare voedselsystemen |
31.998 |
31.998 |
– 1.998 |
30.000 |
|||||||
Landenprogramma's voedselzekerheid |
143.898 |
143.898 |
25.602 |
169.500 |
|||||||
2.2 |
Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie |
195.210 |
0 |
195.210 |
0 |
195.210 |
0 |
0 |
0 |
– 1 000 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Integraal waterbeheer |
32.895 |
32.895 |
0 |
32.895 |
|||||||
Drinkwater en sanitatie |
41.140 |
41.140 |
0 |
41.140 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
Wereldbank |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
|||||||
Landenprogramma's integraal waterbeheer |
64.150 |
64.150 |
0 |
64.150 |
|||||||
Landenprogramma's drinkwater en sanitatie |
47.025 |
47.025 |
0 |
47.025 |
|||||||
2.3 |
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering |
117.067 |
0 |
117.067 |
1.507 |
118.574 |
725 |
– 75 |
– 75 |
– 75 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Hernieuwbare energie |
27.500 |
27.500 |
0 |
27.500 |
|||||||
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen |
42.008 |
42.008 |
325 |
42.333 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||||||
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen |
18.140 |
18.140 |
0 |
18.140 |
|||||||
GEF |
20.750 |
20.750 |
0 |
20.750 |
|||||||
UNEP |
5.142 |
5.142 |
0 |
5.142 |
|||||||
Landenprogramma's klimaatbeleid |
1.795 |
1.795 |
611 |
2.406 |
|||||||
Centrale klimaat programma's (non-ODA) |
1.375 |
1.375 |
571 |
1.946 |
|||||||
Contributie IZA/IZT |
357 |
357 |
0 |
357 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor programma’s op het gebied van Voedselzekerheid en Water wordt verhoogd met EUR 313,6 miljoen. Het betreft met name verplichtingen die niet in 2016 zijn aangegaan en nu in 2017 gecommitteerd zullen worden zoals ca. EUR 200 miljoen voor programma’s in o.a. Rwanda (voedselzekerheidprogramma), Benin (o.a. plattelandswegenprogramma), Ghana (cacao en palmolie) en Ethiopië (o.a. Productive Safety Net Programma PSNP4). Daarnaast zullen verplichtingen worden aangegaan voor Klimaatverandering en continuering van de water, sanitatie en hygiëne (WASH)-portfolio.
Uitgaven
Artikel 2.1:
Er is per saldo geen mutatie op het gebied van Voedselzekerheid.
Er wordt invulling gegeven aan het amendement Smaling en Grashoff (34 550 XVII nr 40) waarmee in 2.017 EUR 500,000 geinvesteerd wordt op het gebied van landrechten in Senegal, Kenia, Malawi and Mozambique. Hiervoor is een verplichting aangegaan met LANDac (Netherlands Academie on Land Governance for Equitable and Sustainable Development), een partnerschap tussen Nederlandse organisaties die werken aan «land governance» (bestuurlijke vraagstukken over land).
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting 2017 (1) |
Mutaties via amendementen 2017 (2) |
Vastgestelde begroting 2017 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (4) |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 (5)=(3+4) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
222.763 |
0 |
222.763 |
173.437 |
396.200 |
28.750 |
– 7.350 |
– 69.850 |
– 70.850 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
727.524 |
0 |
727.524 |
– 10.376 |
717.148 |
– 96 |
870 |
1.806 |
11.806 |
||
waarvan juridisch verplicht |
96% |
||||||||||
3.1 |
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids |
416.784 |
0 |
416.784 |
0 |
416.784 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Centrale programma's SRGR & HIV/aids |
168.914 |
168.914 |
– 2.011 |
166.903 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNICEF |
10.000 |
10.000 |
1.000 |
11.000 |
|||||||
UNAIDS |
18.000 |
18.000 |
0 |
18.000 |
|||||||
SRGR; Strategische Alliantie Internationale NGO's |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis |
52.000 |
52.000 |
0 |
52.000 |
|||||||
UNFPA |
65.500 |
65.500 |
3.000 |
68.500 |
|||||||
WHO-PAHO |
6.713 |
6.713 |
0 |
6.713 |
|||||||
Partnershipprogramma WHO |
11.683 |
11.683 |
0 |
11.683 |
|||||||
Landenprogramma's SRGR & HIV/aids |
83.974 |
83.974 |
– 1.989 |
81.985 |
|||||||
3.2 |
Gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
53.989 |
0 |
53.989 |
– 10.290 |
43.699 |
– 400 |
– 400 |
– 400 |
9.600 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
42.289 |
42.289 |
– 10.550 |
31.739 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNWOMEN |
7.000 |
7.000 |
0 |
7.000 |
|||||||
Landenprogramma's gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
4.700 |
4.700 |
260 |
4.960 |
|||||||
3.3 |
Versterkt maatschappelijk middenveld |
221.451 |
0 |
221.451 |
– 86 |
221.365 |
304 |
1.270 |
2.206 |
2.206 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Vakbondsmedefinancieringsprogramma |
2.451 |
2.451 |
0 |
2.451 |
|||||||
SNV programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Strategische partnerschappen |
219.000 |
219.000 |
– 936 |
218.064 |
|||||||
Twinningsfaciliteit Suriname |
0 |
0 |
850 |
850 |
|||||||
3.4 |
Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek |
35.300 |
0 |
35.300 |
0 |
35.300 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Onderzoekprogramma's |
3.000 |
3.000 |
0 |
3.000 |
|||||||
Onderwijsprogramma's |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Internationale hoger onderwijsprogramma's |
32.300 |
32.300 |
0 |
32.300 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Landenprogramma's hoger onderwijs |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 stijgt met EUR 173,4 miljoen. Het betreft met name een nieuwe verplichting van EUR 166 miljoen voor het Global Fund to Fight Aids, TB and Malaria (GFATM). Deze verplichting was voorzien voor 2016 maar kon nog niet worden aangegaan. Daarnaast worden in enkele partnerlanden (o.a. Benin en Mozambique) nieuwe activiteiten gestart op het gebied van SRGR en wordt voor Suriname een volgende fase gecommitteerd voor het Twinning project 2017–2020 (EUR 6,5 miljoen).
Uitgaven
Artikel 3.1:
Per saldo is er op dit artikel geen mutatie. Wel wordt invulling gegeven aan het amendement Taverne (34 550 XVII/nr 16) waarbij EUR 3 miljoen wordt vrijgemaakt om de keuzevrijheid van vrouwen te vergroten. De middelen worden via UNFPA ingezet. Dekking hiervan wordt onder andere gevonden door verlaging van het budget voor Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) programma’s in onder andere Mozambique.
Artikel 3.2:
Het budget wordt per saldo verlaagd met EUR 10,3 miljoen. De motie Van Laar/Van Veldhoven (Kamerstuk 33 625, nr. 207) beoogt ondersteuning van Zuidelijke vrouwenorganisaties vanaf 2017. Om uitvoering van deze motie en de daaruit voortvloeiende activiteiten in 2017 mogelijk te maken, is financiering al in 2016 ter beschikking gesteld en wordt het budget voor 2017 daarom verlaagd.
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting 2017 (1) |
Mutaties via amendementen 2017 (2) |
Vastgestelde begroting 2017 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (4) |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 (5)=(3+4) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
329.990 |
0 |
329.990 |
227.753 |
557.743 |
– 30.081 |
– 8.264 |
145.736 |
– 18.264 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
469.106 |
0 |
469.106 |
245.368 |
714.474 |
174 |
0 |
0 |
0 |
||
waarvan juridisch verplicht |
71% |
||||||||||
4.1 |
Humanitaire hulp |
220.017 |
0 |
220.017 |
174 |
220.191 |
174 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNHCR |
46.000 |
46.000 |
0 |
46.000 |
|||||||
Wereldvoedselprogramma |
36.000 |
36.000 |
0 |
36.000 |
|||||||
UNRWA |
13.000 |
13.000 |
0 |
13.000 |
|||||||
Noodhulpprogramma's |
124.000 |
124.000 |
0 |
124.000 |
|||||||
Noodhulpprogramma's non-ODA |
1.017 |
1.017 |
174 |
1.191 |
|||||||
4.3 |
Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie |
191.718 |
0 |
191.718 |
142.217 |
333.935 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
landenprogramma's legitieme en capabele overheid |
1.530 |
1.530 |
259 |
1.789 |
|||||||
Landenprogramma's functionerende rechtsorde |
79.126 |
79.126 |
19.050 |
98.176 |
|||||||
Midden Amerika programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en confilictpreventie |
4.500 |
4.500 |
0 |
4.500 |
|||||||
functionerende rechtsorde |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
|||||||
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie |
31.287 |
31.287 |
– 10.000 |
21.287 |
|||||||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen |
46.000 |
46.000 |
20.000 |
66.000 |
|||||||
Legitieme en capabele overheid |
19.275 |
19.275 |
691 |
19.966 |
|||||||
Vluchtelingenopvang in de regio |
0 |
0 |
112.217 |
112.217 |
|||||||
4.4 |
Noodhulpfonds |
57.371 |
0 |
57.371 |
102.977 |
160.348 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Noodhulpfonds |
57.371 |
57.371 |
102.977 |
160.348 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 4 wordt verhoogd met EUR 227,8 miljoen. Het betreft met name verplichtingen voor het Noodhulpfonds en Opvang in de Regio. Zie verder hieronder de toelichting bij de uitgaven.
Tenslotte wordt een aantal verplichtingen voor de landenprogramma’s op het speerpunt «Veiligheid en rechtsorde» in 2017 aangegaan in plaats van 2016. Het betreft onder andere programma’s in Burundi (EUR 3,9 miljoen), Mali (EUR 15) en de Palestijnse Gebieden (EUR 16,1 miljoen).
Uitgaven
Artikel 4.3
Per saldo wordt dit artikel met EUR 142,2 miljoen verhoogd. In 2016 is EUR 260 miljoen beschikbaar gesteld voor opvang in de regio. Zie de kamerbrief van 2 mei 2016 (Kamerstuk 32 605 nr. 182). De middelen worden ingezet voor vluchtelingenopvang in de Syrië-regio. Van het totale bedrag resteert nog EUR 82,2 miljoen voor 2017. Daarnaast stelt het Kabinet nog eens EUR 30 miljoen ter beschikking voor vluchtelingenopvang in de regio noordelijk Afrika (EUR 30 miljoen betreft een voorlopig bedrag. Het definitieve bedrag zal tijdens een komend begrotingsmoment gemeld worden). Hiermee komen de uitgaven voor opvang in de regio in 2017 uit op EUR 112,2 mln.
Vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op de begroting van het Ministerie van Defensie wordt, zoals gebruikelijk, EUR 30 miljoen overgeheveld naar de begroting van BHOS. Hieruit worden activiteiten gefinancierd op het terrein van stabiliteit, veiligheidssectorhervorming, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw. Daarnaast vinden nog enkele technische mutaties plaats tussen de verschillende instrumenten binnen dit artikel.
Artikel 4.4
Het budget van het Noodhulpfonds in 2017 wordt verhoogd naar EUR 160,3 miljoen. De verhoging bestaat uit inzet van niet bestede middelen uit 2016 (EUR 46,3 miljoen), vrijkomende middelen als gevolg van een administratieve correctie op de ODA toerekening voor de kosten voor eerstejaars asielopvang voor 2017 (EUR 17 miljoen) en als gevolg van de verlaging van de asieltoerekening 2017 (EUR 40 miljoen). Met de verhoging van het Noodhulpfonds kan tevens voldaan worden aan de motie Voordewind c.s. (32 605 nr.197) die oproept het budget voor de Dutch Relief Alliance (DRA) in 2017 te verhogen met EUR 15 miljoen.
Beleidsartikel 5
Beleidsartikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting 2017 (1) |
Mutaties via amendementen 2017 (2) |
Vastgestelde begroting 2017 (3)=(1+2) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (4) |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 (5)=(3+4) |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2019 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2020 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2021 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
27.767 |
0 |
27.767 |
271.311 |
299.078 |
718 |
925 |
– 7.282 |
718 |
||
Uitgaven: |
|||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
– 107.631 |
0 |
– 107.631 |
252.631 |
145.000 |
179.787 |
125.599 |
129.516 |
110.906 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||||||
5.1 |
Versterkte multilaterale betrokkenheid |
135.120 |
0 |
135.120 |
7.395 |
142.515 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
UNDP |
28.000 |
28.000 |
0 |
28.000 |
|||||||
UNICEF |
14.000 |
14.000 |
0 |
14.000 |
|||||||
UNIDO |
1.950 |
1.950 |
0 |
1.950 |
|||||||
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen |
66.358 |
66.358 |
7.395 |
73.753 |
|||||||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken |
6.453 |
6.453 |
0 |
6.453 |
|||||||
Speciale multilaterale activiteiten |
9.359 |
9.359 |
0 |
9.359 |
|||||||
Assistent-deskundigen programma |
9.000 |
9.000 |
0 |
9.000 |
|||||||
5.2 |
Overig armoedebeleid |
71.952 |
0 |
71.952 |
– 515 |
71.437 |
– 25 |
– 525 |
– 425 |
– 425 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
10.404 |
10.404 |
684 |
11.088 |
|||||||
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking |
3.250 |
3.250 |
– 600 |
2.650 |
|||||||
Schuldverlichting |
52.480 |
52.480 |
0 |
52.480 |
|||||||
Unesco |
4.400 |
4.400 |
0 |
4.400 |
|||||||
5.3 |
Bijdrage aan migratie en ontwikkeling |
15.000 |
0 |
15.000 |
10.000 |
25.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
|||||||||||
Migratie en ontwikkeling |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|||||||
Diversen |
|||||||||||
Migratie en ontwikkeling |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
20.000 |
|||||||
5.4 |
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen |
– 329.703 |
0 |
– 329.703 |
235.751 |
– 93.952 |
179.812 |
126.124 |
129.941 |
111.331 |
|
Ontvangsten |
77.082 |
0 |
77.082 |
0 |
77.082 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
5.20 |
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen |
45.906 |
45.906 |
0 |
45.906 |
||||||
5.21 |
Ontvangsten OS |
31.176 |
31.176 |
0 |
31.176 |
||||||
5.22 |
Koersverschillen OS |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
|||
5.23 |
Diverse ontvangsten non-ODA |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingbudget op dit artikel wordt met EUR 271,3 miljoen verhoogd. Dit is met name als gevolg van de middelenaanvullingen voor van de multilaterale banken voor 2017 met EUR 192 miljoen; onder ander voor het African Development Fund AfDF)). Deze verplichting was voorzien voor 2016 maar kon toen nog niet worden aangegaan. Verder valt de verplichting voor schuldverlichting (HIPC) via IDA hoger uit dan verwacht.
Daarnaast stelt het kabinet EUR 10 miljoen extra beschikbaar in 2017 voor migratiesamenwerking in Noordelijk Afrika. Voor deze middelen worden nieuwe verplichtingen aangegaan in 2017.
Uitgaven
Artikel 5.1
De mutatie betreft de verhoging van de jaarlijkse bijdragen aan het African Development Fund (AfDF) en het Asian Development Fund (AsDF) in 2017 met totaal EUR 7,3 miljoen. Het gaat om de correctie van het ritme van betalingen aan de twee instellingen. Het heeft geen invloed op de totale verplichting.
Artikel 5.3
Het kabinet stelt additioneel EUR 10 miljoen extra beschikbaar in 2017 voor migratiesamenwerking in noordelijk Afrika. Dit is onderdeel van de EUR 50 mln voor veiligheid, stabiliteit, migratiesamenwerking en opvang in de regio (waarvan EUR 10 miljoen voor veiligheid en stabiliteit op de BZ begroting). Hiermee wordt ingezet op beperken van irreguliere migratie. Het betreft een voorlopige verdeling en de definitieve verdeling zal bij en volgend begrotingsmoment gemeld worden.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 een nieuw artikelonderdeel gecreëerd. Zie ook de Kamerbrief 34 300 XVII nr 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS begroting. Het ODA budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct doorvertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA budget. De laatste raming van het CPB (het CEP) toont dat de economische groei van de afgelopen jaren doorzet.
Voor 2017 en volgende jaren wordt het saldo van artikel 5.4 positief bijgesteld. Verder is bij de Najaarsnota 2016 de raming voor de asielinstroom in 2016 verlaagd van 58.000 naar 33.000. De verlaging van de instroom in 2016 werkt door in 2017 en leidt tot een overboeking van EUR 170 miljoen van de Veiligheid en Justitie begroting naar de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking begroting. Ook is de raming voor de instroom van asielzoekers in 2017 verlaagd van 42.000 naar 41.000. Dit leidt, samen met de reguliere jaarlijkse herijking van onder andere verblijfsduur en kostprijs, tot een neerwaartse bijstelling van de ODA-toerekening van eerstejaarsopvangkosten asielinstroom 2017. Daarnaast heeft het kabinet EUR 75 miljoen vrijgemaakt voor de dekking van de EUR 75 miljoen hogere kosten voor leegstand in de reguliere nacalculatie over 2016. Er is besloten, om aanvullend aan de toevoeging aan het Noodhulpfonds vanuit de correctie toerekening en de eindejaarsmarge, EUR 40 miljoen extra toe te voegen aan het Noodhulpfonds vanuit de lagere ODA-toerekening voor eerstejaarsopvangkosten van de asielinstroom in 2017.
Ontvangsten
Geen toelichting
Nr |
Indiener |
Begunstigd artikel/dekking uit |
Korte omschrijving |
---|---|---|---|
Smaling en Mulder |
1.3: versterkte private sector |
Met dit amendement wordt vanuit het niet-juridisch verplichte deel van artikel 1.3 «versterkte private sector» EUR 1 miljoen eenmalig voor het jaar 2017 beschikbaar gesteld als startfinanciering voor jonge ondernemers bij gebrek aan andere mogelijkheden tot financiering van een onderneming. Dit geld is toegekend aan het initiatief «Making Africa Work» (PUM en Africa in Motion). Making Africa Work is een eenjarig pilot programma dat voortbouwt op ervaringen die zijn opgedaan door de stichting Africa in Motion die eerder o.a. een Rwandese migrant en een Nederlandse melkveehouder aan elkaar heeft gekoppelden die nu samen succesvol samenwerken in Rwanda. |
|
Taverne |
3.1: sociale vooruitgang |
Vergroting van de keuzevrijheid van vrouwen door financiering ten gunste van UNFPA-supplies, verhoogd mer EUR 3 miljoen in 2017. Dekking wordt geboden door een vermindering van de niet juridisch verplichte bijdragen aan landen programma’s in beleidsartikel 3.1, waaronder in Mozambique. |
|
Smaling en Grashoff |
2.1: toename van voedzelzekerheid |
Met dit amendement wordt eenmalig in 2.017 EUR 500,000 extra geinvesteerd op het gebied van landrechten in Senegal, Kenia, Malawi en Mozambique. Hiervoor is een verplichting aangegaan met LANDac (Netherlands Academie on Land Governance for Equitable and Sustainable Development), een partnerschap tussen Nederlandse organisaties die werken aan «land governance» (bestuurlijke vraagstukken over land). |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34730-XVII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.