34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer vanKoophandel

Nr. 8 NADER VERSLAG

Vastgesteld 28 maart 2018

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft na kennisneming van de nota naar aanleiding van het verslag nog behoefte aanvullende vragen en opmerkingen aan de regering voor te leggen.

Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

INHOUDSOPGAVE

blz.

     

I

ALGEMEEN

1

1.

Inhoud van het wetsvoorstel

2

2.

Terugmelding van onjuistheden in niet-authentieke gegevens

3

     

3.1

Ontbinding van rechtspersonen

3

3.2

Inputfinanciering

3

3.3

Voorbehoud van het databankenrecht

4

3.3.1

Inleiding en wettelijke context

4

3.3.2

Ontwikkelingen

5

I. ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag van bovengenoemde wet. Deze nota roept evenwel enkele vervolgvragen op.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van en de nota naar aanleiding van het verslag en willen graag nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag.

1. Inhoud van het wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie constateren dat, omdat er geen wettelijke plicht toe bestaat, de regering niet voornemens is de met het wetsvoorstel samenhangende wijzigingen van algemene maatregelen van bestuur voor te hangen. Deze leden hechten aan betrokkenheid van de Kamer en vragen om een met argumenten onderbouwde afweging om te zijner tijd toch een voorhangprocedure toe te passen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat in het antwoord op vraag 4 in de nota naar aanleiding van het verslag wordt ingegaan op gratis openstelling van het handelsregister. Deze leden lezen en begrijpen, dat het aanbieden van alle data om niet, een fundamentele herbezinning vereist op hoe zich dit verhoudt tot privacywetgeving en op de financieringsstructuur van het handelsregister. Zij vragen op welke wijze een dergelijke herbezinning zou kunnen worden ingericht. Tevens vragen zij de regering daarbij in te gaan op technologische ontwikkelingen, zoals blockchain, en de impact die dat kan hebben op onder andere de financieringsstructuur.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben nadere vragen over het op een open wijze toegankelijk maken van het handelsregister door de Kamer van Koophandel. In de nota naar aanleiding van het verslag worden twee spanningsvelden omschreven rondom het gratis en volledig beschikbaar stellen van data uit het handelsregister. Als eerste wordt gesteld dat het volledig ter beschikking stellen van data uit het handelsregister op gespannen voet staat met de bescherming van de privacy. Deze leden hechten veel belang aan een goede waarborging van privacy, maar zijn van mening dat er goede mogelijkheden zijn om de privacy te waarborgen. Zo kan er een uitzondering worden gemaakt op bepaalde gegevens van eenpersoonszaken en personenvennootschappen. In het onderzoek van de Technische Universiteit (TU) Delft, waar in het verslag naar wordt verwezen, worden ook oplossingen hiervoor aangedragen. Zo kunnen namen ook verkort worden of de gegevens van natuurlijke personen worden uitgesloten. Overigens zijn deze persoonsgegevens op dit moment al beschikbaar. Houdt de regering vol dat er op geen enkele manier aan de wens om de privacy te beschermen kan worden voldaan als de data wordt opengesteld?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook nadere vragen over het kostenaspect van de openbaarstelling van data door de Kamer van Koophandel. De 50 miljoen euro die wordt genoemd is gebaseerd op de meest vergaande variant van de Kamer van Koophandel zelf. De Kamer van koophandel noemt zelf ook goedkopere alternatieven. Wat is een realistischere kosteninschatting? Ook is er weinig transparantie over de inkomsten en uitgaven van de Kamer van Koophandel. Kan de regering een overzicht geven van de exacte inkomstenbronnen van de Kamer van Koophandel? Wat zijn de exacte kosten voor overheidsorganisaties, medeoverheden of andere publieke organisaties voor het gebruik van het handelsregister? Wat zijn de exacte kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van de Handelsregisterwet door de Kamer van Koophandel? Wat zijn de exacte kosten die gemoeid zijn met het openlijk verstrekken van de gegevens uit het handelsregister? Zijn alternatieve inkomstenbronnen voor de Kamer van Koophandel voldoende onderzocht?

2. Terugmelding van onjuistheden in niet-authentieke gegevens

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het antwoord op vraag 11 inzake het al dan niet terugmelden van onjuistheden in niet-authentieke gegevens indien deze zijn verkregen voor de uitvoering van een niet publieke taak. Waarom wordt in dit verband niet aangehaakt bij het verkrijgen van dergelijke gegevens in plaats van bij het al dan niet vanuit een publieke taak opvragen van deze gegevens door overheidsorganen?

De leden van de VVD-fractie zijn niet overtuigd door de antwoorden op vragen 18 en 19 en hebben dan ook nog vragen over het opnemen van een woonadres voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met een eigen onderneming. Deze leden constateren dat in het antwoord besloten zit dat ten tijde van dit wetsvoorstel kennelijk niet is overwogen een zzp’er de mogelijkheid te geven niet het woonadres vast te leggen, maar het adres waarop de onderneming is gevestigd. Voor een directeur-grootaandeelhouder, die aansprakelijk kan zijn voor alles wat er in zijn onderneming gebeurt, is deze mogelijkheid er echter wel. Waarom is dit, gezien de grote groei van het aantal zzp’ers alsook de digitale ontwikkelingen inzake onder meer de wijze van werken, niet (her)overwogen? Is de regering bereid alsnog hierover na te denken? Wordt een zzp’er die zijn woonadres wenst af te schermen, zo niet gedwongen een besloten vennootschap (bv) op te richten? Is dat laatste alsdan wenselijk? Klopt het dat verschillende Kamers van Koophandel hier niet op eenzelfde wijze mee omgaan? De leden van de VVD-fractie vragen tevens de over dit onderwerp op 19 maart 2018 door de leden Lodders en Wörsdörfer gestelde Kamervragen te betrekken bij de reactie.

3.1 Ontbinding van rechtspersonen

De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de keuze voor publicatie in de Staatscourant van het voornemen tot ontbinding en van de kennisgeving van ontbinding, waarom niet ook publicatie kan plaatsvinden op de website van de Kamer van Koophandel.

3.2 Inputfinanciering

De leden van de SP-fractie lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat de financiering van de Kamer van Koophandel hoofdzakelijk bestaat uit de rijksbijdrage en de productopbrengsten. Deze leden zijn benieuwd naar de opbrengsten van de Kamer van Koophandel uit het gebruik van het handelsregister door bijvoorbeeld overheidsorganisaties en vragen de regering of de productopbrengsten nader zijn uit te splitsen naar categorieën van afnemers, waarbij onder andere onderscheid wordt gemaakt tussen publieke en private afnemers.

De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat uit de nota naar aanleiding van het verslag (p. 13) blijkt dat de totale kosten van het handelsregister 98 miljoen euro in 2016 waren. De opbrengsten uit de verstrekking van handelsregisterinformatieproducten en opbrengsten van de inschrijfvergoedingen bedroegen 67,2 miljoen euro. Het tekort is gedekt door de rijksbijdrage. Kan de regering aangeven hoe de kosten voor het handelsregister zijn opgebouwd?

Hoeveel ontvangt de Kamer van Koophandel van overheidsorganisaties en bestuursorganen anders dan het Rijk, die voor de uitvoering van publieke taken gebruik (moeten) maken van digitale informatie uit het handelsregister?

3.3 Voorbehoud van het databankenrecht

3.3.1 Inleiding en wettelijke context

De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de antwoorden op vragen over het voorbehoud van het databankenrecht of en zo ja, op welke wijze, hierin voldoende rekening is gehouden met belangen van bestaande (en toekomstige) afnemers, nu dit voorbehoud de Kamer van Koophandel mogelijkheden geeft eisen te stellen aan wedergebruik van aangeleverde gegevens. Tevens vragen deze leden de regering of, nu in het antwoord op vraag 36 wordt opgemerkt dat de regering wil tegengaan dat andere partijen dan de Kamer van Koophandel de indruk wekken de handelsregistertaak uit te voeren, daarvan sprake is of dat er aanwijzingen zijn dat daarvan sprake zou kunnen gaan zijn. Voorts vragen zij een toelichting op de opmerking dat het voorbehoud beoogt te voorkomen dat uittreksels uit het handelsregister worden doorverkocht onder de noemer «Kamer van Koophandel-uittreksels». Begrijpen de leden van de VVD-fractie dat alleen in die gevallen sprake zou zijn van het opleggen van voorwaarden door de Kamer van Koophandel? Tot slot begrijpen deze leden dat onder juristen onduidelijkheid bestaat over het antwoord op de vraag of daadwerkelijk sprake kan zijn van voorbehoud op het databankenrecht. Zij vragen daarom een nadere juridische onderbouwing op dit standpunt.

De leden van de D66-fractie stelden het verslag een vraag over het voorgestelde databankrechtelijk voorbehoud in relatie tot de Wet hergebruik overheidsinformatie (vraag 38). Uit de nota naar aanleiding van het verslag blijkt dat in artikel 50, tweede lid, Handelsregisterwet 2007, conform de Wet hergebruik van overheidsinformatie een uitzondering is gecreëerd voor onder andere de Kamer van Koophandel betreffende de vergoedingen voor hergebruik van de gegevens uit het handelsregister. De Kamer van Koophandel mag ter bestrijding van de kosten van de uitvoering van de publieke taak bepaalde kosten in rekening brengen. Kan de regering deze leden inzicht geven in deze uitvoeringskosten, alsmede hoe deze uitvoeringskosten worden berekend.

De leden van de D66-fractie nemen kennis van de uitzonderingspositie van de Kamer van Koophandel ten aanzien van het berekenen van de vergoedingskosten over de gegevensverstrekking. De Kamer van Koophandel mag afwijken van de marginale verstrekkingskosten, omdat zij deze mag vermeerderen met een redelijk rendement op investeringen. Deze leden vragen hierbij wat de daadwerkelijke verstrekkingskosten van gegevens zijn. Wat wordt er precies verstaan onder een redelijk rendement en hoe wordt dit vermeerderd met de marginale verstrekkingskosten?

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de juridische grondslag die de Kamer van Koophandel verplicht tot het genereren van inkomsten, waardoor data niet per definitie gratis zijn. Het vragen van een vergoeding voor deze data zou berusten op het databankenrecht. De aanname dat het databankrecht van toepassing is op het Handelsregister wordt echter niet onderbouwd. Deze leden merken op dat, indien de Kamer van Koophandel aanspraak hierop wil maken, aangetoond moet worden dat de Kamer van Koophandel een substantiële investering heeft gedaan in het ontwikkelen van het Handelsregister. Kan de regering aangeven welke investeringen door de Kamer van Koophandel zijn gedaan in het ontwikkelen van het Handelsregister en welke investeringen door de overheid zelf? Indien blijkt dat de Kamer van Koophandel geen substantiële investering heeft gedaan in het ontwikkelen van het Handelsregister, dan wensen de leden van de D66-fractie een onafhankelijk juridisch advies over het vraagstuk of de Kamer van Koophandel wel of niet aanspraak kan maken op het databankenrecht voor het handelsregister.

De leden van de SP-fractie lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat de regering onvoldoende informatie heeft om een vergelijking te maken met andere landen. Deze leden vragen de regering aan te geven welke landen hun handelsregistergegevens vrij toegankelijk maken in een open voor machines uitleesbare vorm.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de regering bij eerder onderzoek naar het ontsluiten van het handelsregister als open data aangaf in het algemeen voorstander te zijn van open data. In het geval van het handelsregister nam de regering echter het standpunt in dat het gratis openstellen van het handelsregister vanwege de nadelige financiële effecten die dat voor de Kamer van Koophandel zou opleveren, niet gewenst was (Kamerstuk 32 802, nr. 28). Er is daarna slechts in beperkte mate gekozen voor een gratis inzagemogelijkheid in het handelsregister. In de nota naar aanleiding van het verslag (p. 15) geeft de regering nu opnieuw aan dat het handelsregister naar zijn aard openbaar is maar dat die data niet gratis zijn. Voor de uitoefening van de publieke taken moeten de kosten van de Kamer van Koophandel gedekt blijven uit inkomsten van het tegen betaling raadplegen van het handelsregister.

De leden van de PvdA-fractie hechten belang aan de uitoefening van die publieke taken en begrijpen ook dat dat niet los gezien kan worden van de financiering daarvan. Daarnaast hechten deze leden evenzeer aan open data en het hergebruik van gegevens. Deze informatie kan immers leiden tot nieuwe investeringen die de Nederlandse economie weer ten goede komen. Zij zijn daarom van mening dat er een spanning zit tussen enerzijds de wens om de publieke taken van de Kamer van Koophandel te financieren en anderzijds de wens om de data van het handelsregister gratis beschikbaar te stellen. Het komt deze leden voor dat daarom tenminste inzicht moet bestaan over de financiering van de Kamer van Koophandel en de financiële gevolgen voor het gratis beschikbaar stellen van informatie uit het handelsregister voor de Kamer van Koophandel. Pas dan kan een goede inschatting worden gemaakt van de financiële gevolgen van het gratis beschikbaar stellen van de data uit het handelsregister. Vervolgens kan een eventuele volgende stap worden gezet naar het gratis beschikbaar stellen en een andere financieringswijze van de Kamer van Koophandel. Deelt de regering dit en hoe gaat de regering inzage verlenen in de financiering van de Kamer van Koophandel? Daarnaast willen de leden van de PvdA-fractie ook graag weten welke maatschappelijke en economische baten gemist worden en welke innovatie belemmerd wordt door het feit dat data uit het handelsregister nu niet gratis beschikbaar is. Kan de regering daar inzicht in verschaffen?

3.3.2 Ontwikkelingen

De leden van de SP-fractie vragen de regering toe te lichten wat de effecten zijn van de minder vergaande varianten uit het rapport van de TU Delft van het om niet aanbieden van gegevens uit het handelsregister als open data. Deze leden zijn tevens benieuwd of bij deze varianten nog steeds sprake zou zijn van herbezinning op de verhouding met privacywetgeving en de bestaande financieringsstructuur.

De voorzitter van de commissie, Diks

De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof

Naar boven