34 686 Raming der voor de Tweede Kamer in 2018 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 21 april 2017

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming van de Tweede Kamer voor 2018 (Kamerstuk 34 686, nrs. 1–3) en de Staat van de Tweede Kamer 2015 (Kamerstuk 34 686, nr. 4), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat het presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de onderscheiden stukken van de Raming voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

       

1.

Inleiding

1

2.

Geleidende brief

2

3.

Begrotingstoelichting

3

 

3.1.

Algemene doelstelling

3

 

3.2.

Werkwijze van de Kamer

3

 

3.3.

Budgettaire gevolgen van beleid

4

 

3.4.

Aandachtspunten 2018

4

 

3.5.

Risico’s

8

 

3.6.

Kengetallen

9

4.

Staat van de Tweede Kamer 2016

9

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming. Zij hebben nog vragen bij de begrotingstoelichting.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor 2018. Wel hebben deze leden nog een aantal vragen over de voorliggende stukken.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorgelegde Raming. Zij beschouwen het als positief dat het verbeteren van de informatiepositie van de Kamer opnieuw een aandachtspunt is, evenals het vergroten van de zichtbaarheid en transparantie van het werk in en door de Tweede Kamer. De aan het woord zijnde leden hebben wel enige vragen over de Raming.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming voor 2018. Deze leden danken de Voorzitter voor het opstellen hiervan. Deze leden hebben nog enkele verhelderende alsmede inhoudelijke vragen.

De leden van de SP-fractie hebben de Raming der Tweede Kamer in 2018 met belangstelling gelezen en hebben hierover nog enkele opmerkingen en vragen.

2. Geleidende brief

De leden van de CDA-fractie hechten eraan, dat de aanbevelingen uit het ABD-rapport zijn vertaald in een strategisch plan voor de ambtelijke organisatie, gericht op het realiseren van meer politieke dienstbaarheid. Deze leden vragen het presidium per aanbeveling aan te geven wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering en wat de planning is voor de afronding.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de verschuiving van personele capaciteit naar de griffies. Welke taken betreft dit?

Deze leden vragen wat wordt bedoeld met de opmerking dat de organisaties van de Beveiligingsdienst en FEZ worden herijkt. Waarin bestaat die herijking?

Het presidium kondigt aan, dat de dienstverlening aan Kamerleden en fracties door ondersteunende diensten wordt verbeterd door de totstandkoming van één loket. Wat moet hieronder worden verstaan, zo vragen deze leden. Is het waar dat de digitale ondersteuning en bijvoorbeeld telefonie van de Kamer zal worden uitbesteed? Komt dit terecht bij het Shared Service Center-ICT van de rijksoverheid? Zo ja, wat is de reden hiervoor? Zo ja, wat zijn daarvan de consequenties?

Het presidium constateert, dat het steeds lastiger wordt om objectieve informatie van nepnieuws te onderscheiden. «Het zijn ontwikkelingen waar de Kamer op inspeelt.» Hoe speelt de Tweede Kamer daar op in, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

In verband met de voorbereidingen van de renovatie van het Binnenhofcomplex vragen de leden van de CDA-fractie, wanneer de daadwerkelijke verhuizing naar Bezuidenhoutseweg 67 is voorzien. Deze leden constateren, dat in verband met de aanstaande verhuizing alle investeringen en alle onderhoud in de huidige Kamergebouwen zo veel mogelijk beperkt worden. Dat is naar de mening van deze leden terecht. Waaraan worden de middelen besteed die vrijvallen door uitstel van investeringen en onderhoud, zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie gaan ervan uit dat ook de diverse fractiebureaus te maken zullen krijgen met extra kosten als gevolg van de verhuizing naar de Bezuidenhoutseweg en verhuizing terug naar het Binnenhof. Op welke wijze worden deze extra kosten voor de fracties gecompenseerd?

3. Begrotingstoelichting

3.1. Algemene doelstelling

De Algemene doelstelling, zo merken de leden van de VVD-fractie op, wordt opgesplitst in doelstellingen voor de Tweede Kamer die voortvloeien uit de Grondwet en doelstellingen voor de ambtelijke diensten, waaronder het waarborgen van de continuïteit en kwaliteit en het toegankelijk en inzichtelijk maken van het werk van de Kamer voor de samenleving. De leden van de VVD-fractie vragen wat de doelstellingen voor de ambtelijke diensten in meer specifieke zin dan zijn?

De leden van de CDA-fractie missen in de toelichting op de Raming een terugblik op de invoering van een nieuwe managementstructuur. In het debat over de verkiezing van een nieuwe Kamervoorzitter is al kort gesproken over recente ontwikkelingen in het managementteam van de Kamer. Deze leden vragen het presidium in te gaan op de mogelijke gevolgen van het vertrek van de directeur constitutioneel proces, nauwelijks een jaar nadat de nieuwe managementstructuur is ingevoerd.

De leden van de D66-fractie vernemen graag de laatste stand van zaken ten aanzien van de reorganisatie van de Kamer, vooral ten aanzien van de voorgenomen acties daarvoor in het restant van 2017 en in 2018.

De leden van de SP-fractie vragen het presidium een reactie op de berichtgeving in NRC over de vermeende onrust in de ambtelijke organisatie. 1

3.2. Werkwijze van de Kamer

De leden van de CDA-fractie hebben een vraag over de ambitie om commissievergaderingen dynamischer en aantrekkelijker te maken. Wie gaat, in het kader van de mogelijkheid om bij het uitzenden en streamen van de debatten in de commissiezalen over te gaan van robotregie naar mobiele regie, de bedoelde mobiele regie van commissievergaderingen doen? Betekent dat extra mankracht bij regie, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de verdere gang van zaken met het staand vergaderen. Er is een proef geweest, uit de evaluatie bleek dat het staand vergaderen positief werd ervaren. Wanneer zullen een of meer vergaderzalen hiervoor geschikt worden gemaakt? Wat is hierin de stand van zaken? Welke voortgang is er geboekt? En, in het kader van gezonde werkomstandigheden voor iedereen, wanneer wordt het voor iedereen die vrijwel uitsluitend zittend werk doet mogelijk om zitgedrag af te wisselen, bijvoorbeeld door verstelbare bureaus of statafels te verstrekken?

De leden van de SP-fractie constateren dat er meerdere jaren meer dertigledendebatten worden aangevraagd dan er uiteindelijk kunnen worden gepland. In 2016 zijn er slechts 13 dertigledendebatten gevoerd. Ook is de praktijk dat wanneer dertigledendebatten uiteindelijk worden ingepland het onderwerp van debat aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. De leden van de fractie van de SP vragen aan het presidium of het dit probleem ook ziet en wat hiervoor een eventuele oplossing zou zijn, nu de Commissie voor de Werkwijze het makkelijker omzetten van een dertigledendebat in een Algemeen Overleg eerder heeft afgewezen.

Daarnaast lezen de leden van de SP-fractie dat er de afgelopen jaren geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid van een interpellatiedebat. Zij vragen het presidium of het redenen ziet waarom dat het geval is en of het de meerwaarde inziet van het gebruik van dit parlementaire instrument?

De leden van de SP-fractie constateren dat er plannen bestonden om het vragenuurtje aantrekkelijker te maken. Voorts constateren zij dat deze plannen nooit in de praktijk zijn gebracht omdat het presidium af heeft gezien van dit plan. Zij vragen of het presidium toch mogelijkheden ziet, omdat het aantal ingediende mondelinge vragen toeneemt, om op andere manieren het vragenuurtje aantrekkelijker te maken. Is het presidium bereid, voorafgaand aan het wetgevingsoverleg tot behandeling van de Raming, in een notitie de mogelijkheden voor een andere inrichting van het Vragenuur te schetsen en/of een proef voor te stellen?

3.3. Budgettaire gevolgen van beleid

De uitgaven aan kennis en onderzoek waren € 160.000 in 2016 zo stellen de leden van de VVD-fractie vast. De begroting 2017 is veel hoger, net als de Raming 2018. De leden van de VVD-fractie vragen wat de onderbouwing is van de € 2,182 mln. in 2018?

De «uitzending leden» was eveneens in 2016 veel lager dan de begroting 2017 en de nieuwe Raming, te weten € 187.000 in 2016 en € 429.000 in 2018. De leden van de VVD-fractie vragen wat de onderbouwing is van de post «uitzending leden» en hoe deze Raming is verdeeld over de commissies? Kan er bijvoorbeeld door toegenomen activiteiten in EU-verband een stijging van de kosten worden verwacht, in algemene zin of in specifieke commissies?

Met betrekking tot de budgettaire gevolgen van beleid vragen de leden van de VVD-fractie of een uitsplitsing in fte beschikbaar is, die aan de apparaatsuitgaven van € 66 miljoen ten grondslag ligt. Welke ontwikkeling wordt hier vervolgens verder beoogd met de reorganisatie?

De leden van de CDA-fractie vragen of de Raming van de fractiekosten in 2018 nog klopt, gezien het grote verlies van enkele partijen, de winst van andere partijen en het feit dat er een jaar naar rato van de fractieomvang van vóór de verkiezingen wordt doorbetaald.

3.4. Aandachtspunten 2018

– Informatiepositie

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de stelling van het presidium, dat een stevige informatiepositie van cruciaal belang is voor de Kamer. In de toelichting op de Raming voor 2017 was sprake van mogelijke uitbreiding van de kennis- en onderzoeksfunctie van de Kamer – naar voorbeeld van andere parlementen –, zodat wetenschappelijke informatie beter beschikbaar komt. Deze leden stellen vast, dat de aanbevelingen van de Klankbordgroep Versterking Kennis- en Onderzoeksfunctie (KVKO) in het rapport «Kennis is macht» ertoe strekken om de informatiepositie van Kamercommissies te versterken. Hoe verhoudt dat zich tot de toelichting op de Raming voor 2017?

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de gedachte die centraal staat in het rapport, dat er vaker te veel dan te weinig informatie op Kamerleden afkomt. Deze leden herkennen het beeld, dat zij vaak gebrek aan tijd hebben om al die informatie te lezen, op waarde te schatten en goed te gebruiken in het dagelijks werk en dat dit de machtsbasis van de Kamer verzwakt. Met de Klankbordgroep zijn deze leden van de CDA-fractie dan ook van mening dat er een toenemende behoefte bestaat aan ordening en duiding van informatie. Op dat terrein is echter nog een wereld te winnen. Aan welke van de aanbevelingen van de Klankbordgroep denkt het presidium in dit kader prioriteit te geven?

De leden van de CDA-fractie zien uit naar het bij de Kamer in ontwikkeling zijnde EU-volgsysteem dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan het zicht op de verbanden tussen de nationale en Europese activiteiten. tegelijkertijd wordt met deze grotere transparantie – zonder nadere maatregelen – geen bijdrage geleverd aan de bestrijding van de information overload. Met behulp van welke van de aanbevelingen van de KVKO zou dit probleem kunnen worden aangepakt? Of staan het presidium andere middelen voor ogen?

De leden van de CDA-fractie constateren, dat drie commissies sinds 1 januari 2017 als experiment werken met het door de KVKO aanbevolen dienstverleningsconcept. Kan het presidium het bedoelde dienstverleningsconcept nader toelichten? Hoe verhoudt het bedoelde dienstverleningsconcept zich tot de reorganisatie van de Dienst Informatievoorziening (DIV)? Op welke manier wordt het bedoelde dienstverleningsconcept geëvalueerd? Hoe verhoudt het experiment zich tot het voornemen om het dienstverleningsconcept per 1 september 2017 in alle commissies in te voeren, zo vragen deze leden. Mogen deze leden ervan uitgaan dat de belangrijkste conclusies van de evaluatie voor de Kamer beschikbaar zijn als in juni de Raming besproken wordt? Welke plaats heeft de informatiebehoefte van individuele Kamerleden in het dienstverleningsconcept?

Bij de behandeling van de Raming voor 2017 heeft de Kamer de motie-Amhaouch-Schouten aangenomen over een motie-volgsysteem (Kamerstuk 34 444, nr. 13). Het presidium stelt voor de bewaking van de voortgang van de uitvoering van moties en toezeggingen mee te nemen bij de implementatie van de nieuwe werkwijze voor de Kamercommissies, zoals voortvloeiend uit het voorstel van de Klankbordgroep Versterking Kennis- en Onderzoeksfunctie. De leden van de CDA-fractie vragen, wat er tot nu toe concreet met de motie is gedaan. Is er al een digitaal motie-volgsysteem in de maak?

In de toelichting op de Raming voor 2017 werd gemeld, dat in de komende periode het accent zou liggen op betere benutting van de informatie die in de bestaande digitale informatiesystemen beschikbaar is, zoals in Parlis en VLOS. De leden van de CDA-fractie vragen naar de voortgang op dit gebied.

In dit verband vragen deze leden ook naar de eerste ervaringen met de Klankbordgroep Parlis. Deze leden vinden het een goede zaak, dat gebruikers van informatiesystemen worden betrokken bij de ontwikkeling daarvan.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen van de Voorzitter om te inventariseren of er meer ondersteuning voor de Kamer nodig is. Graag vernemen deze leden hoe deze inventarisatie zal plaatsvinden en wanneer de Voorzitter voorziet deze inventarisatie af te ronden.

– Transparantie

Als inleiding op de aandachtspunten voor 2018, lezen de leden van de VVD-fractie in de terugblik bij het tweede speerpunt een aantal initiatieven voor meer transparantie. Daarnaast vermeldt de Staat van de Kamer 2016, in tabel 16 een grote stijging van het aantal bezoekers aan de Kamer en aan de Kamersite. De leden van de VVD-fractie vragen wat de factoren zijn die bijdragen aan deze grote stijgingen en welke verdere ontwikkeling wordt voorzien, mede gelet op de aangekondigde focus op het zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk? Voorts vragen de leden van de VVD-fractie wat de plannen zijn richting de renovatie om de bezoekersaantallen aan de Kamer gelijk te houden?

Een van de speerpunten die in de Raming 2017 zijn benoemd, is transparantie. In dit verband vragen de leden van de CDA-fractie het presidium naar de uitvoering van de motie-Amhaouch (Kamerstuk 34 376, nr. 6) over de toekenning van lobbypassen.

De leden van de D66-fractie waarderen de opstart van opendata.tweedeKamer.nl. Dit mede vanwege de klachten van onder andere de Universiteit Leiden dat veel data over parlementair werk lastig toegankelijk is. In hoeverre is de Kamer voornemens op maat gesneden datasets aan te bieden waardoor ook voor mindertechnisch onderlegde personen deze datasets gemakkelijk te downloaden zijn? Wordt het bijvoorbeeld mogelijk gemakkelijk te volgen en te downloaden wat per ministerie of Kamerlid de gemiddelde termijn is dat de beantwoording van schriftelijke vragen duurt, of ten aanzien van hoeveel voorgehangen gedelegeerde regelgeving de Kamer besluit tot activering van die voorhang?

De leden van de D66-fractie herinneren zich dat vorig jaar aangekondigd werd dat rappellering van schriftelijke vragen – ten behoeve van spoedige beantwoording door de betreffende bewindspersoon – niet meer via de Regeling van werkzaamheden zou gaan, maar automatisch door de griffie gedaan werd na verloop van de driewekentermijn. De laatste tijd zien zij weer rappelverzoeken op de Regeling van werkzaamheden staan. Wat is hier de reden van?

De leden van de D66-fractie constateren dat de verhouding procedurevergaderingen en mailprocedures ondertussen steeds meer gelijk loopt. Zij vragen het presidium een reflectie van de mate waarmee een mail-procedure daarmee nog een middel is dat slechts ingezet wordt wanneer de voorliggende vraag eenvoudig en spoedeisend is. Daarbij zouden zij graag in ieder geval meegenomen zien hoe de invulling van procedurevergaderingen zo zou kunnen veranderen dat het aantal mail-procedures afneemt.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn zeer content met de aandacht voor de transparantie van het parlementaire proces in de geleidende brief van de voorzitter. Deze leden vragen of de voorzitter hoe zij in dit verband staat ten aanzien van het (op termijn) publiek toegankelijk maken van Parlis. Deze leden constateren dat stukken, vindbaar in Parlis, immers doorgaans langs andere weg toegankelijk worden via www.tweedeKamer.nl, maar dat de zoekfunctionaliteiten van de website achter blijven bij Parlis en bovendien slecht te beargumenteren is dat twee aparte systemen nodig zijn.

In het kader van de transparantie van het Kamerwerk vragen de leden van de GroenLinks-fractie voorts of meer synergie kan worden bewerkstelligt tussen de websites van de Eerste Kamer en Tweede Kamer. Deze leden constateren dat de website van Eerste Kamer per aanhangig wetsvoorstel een schematisch overzicht van de behandeling bijhoudt en tevens een korte samenvatting van het wetsvoorstel geeft.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Voorzitter of zij voornemens is om debatten breder toegankelijk te maken voor doven en slechthorenden. Deze leden constateren dat naar aanleiding van de motie-Voortman-Otwin van Dijk (TK 33 990, nr. 44) inmiddels ondertiteling beschikbaar is tijdens het Vragenuur. Deze leden vragen of de Voorzitter bereid is om te bewerkstelligen dat ondertiteling ook voor de overige debatten beschikbaar wordt, mede in het kader van een goede uitvoering van het inmiddels door Nederland geratificeerde VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

– Digitale veiligheid

Met betrekking tot de organisatie lezen de leden van de VVD-fractie dat dat een veiligheidsplan en een Informatiestrategie zijn vastgesteld. Toch zijn er berichten dat de ICT-omgeving van de Kamer is gehackt en gevoelige data op straat hebben gelegen. De leden van de VVD-fractie vragen of deze informatie juist is, hoeveel hack-incidenten er zijn geweest, en van welke aard. Voorts vragen de leden van de VVD-fractie wat de staat is van het (informatie-)veiligheidsplan van de Kamer en wat de voornaamste punten van aandacht hierin zijn?

De leden van de CDA-fractie vinden het van groot belang dat, in overleg met relevante en kundige overheidsinstanties en met een intensivering van de eigen maatregelen en voorzieningen, de beveiliging tegen cybercrime zal worden geïntensiveerd. Om wat voor soort intensivering gaat het, zo vragen deze leden, en hoeveel geld is daarmee gemoeid?

In de toelichting op de Raming voor 2017 werd ook gewag gemaakt van de gegroeide afhankelijkheid van ICT, waardoor meer aandacht nodig is voor beheer en beveiliging. In dit verband herinneren de leden van de CDA-fractie aan de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer in het rapport bij het jaarverslag over 2015. De Rekenkamer noemde daarin als enige aandachtspunt de informatiebeveiliging. De Rekenkamer concludeerde, « ... dat de Staten-Generaal weliswaar de risico’s in beeld heeft voor informatiebeveiliging, maar het uitwerken en nemen van de maatregelen, die nodig zijn om de gesignaleerde risico’s weg te nemen, blijven nog achter. Actie is nodig, want bijvoorbeeld de beveiliging van het financiële systeem moet verbeterd worden om risico op misbruik en verlies van gegevens te voorkomen.» Welke stappen heeft het presidium gezet naar aanleiding van deze aanbeveling van de Algemene Rekenkamer, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Voldoet de Kamer inmiddels aan de Baseline informatiebeveiliging Tweede Kamer (BITK)? Gaat de Kamer werken met een «in control»-verklaring in de bedrijfsvoeringsparagraaf? Wat heeft het onderzoek van de Auditdienst Rijk met betrekking tot de BITK in de tweede helft van 2016 opgeleverd?

Deze leden stellen deze vragen mede naar aanleiding van de recente aanval met ransomware.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd op welke wijze de eerder aangekondigde maatregelen tegen cybercrime en ten behoeve van de digitale veiligheid van het Kamerwerk uitgewerkt worden. In de begrotingstoelichting wordt daar slechts zeer summier over gesproken: er volgt een intensivering van eigen maatregelen en voorzieningen. Waar moeten deze leden – in zowel financiële als technische zin – dan aan denken? Verder wordt gesteld dat de «implementatie van de baseline informatiebeveiliging» van groot belang is. Betekent dit dat er nu nog geen sprake is van het behalen van een minimum niveau van beveiliging? Worden eventuele ict-specialisten die zich bezighouden met het versterken van de maatregelen ter bevordering van de digitale veiligheid van de Kamer ondergebracht bij de Dienst Automatisering of bij de Beveiligingsdienst? Waarom is dat zo?

De aan het woord zinde leden vragen zich af waarom enerzijds wordt benoemd dat digitale veiligheid een blijvend speerpunt is, maar het in de toelichting opgenomen staat onderaan een alinea over de transparantie van het Kamerwerk? Betekent dit ook dat er transparant en proactief gecommuniceerd wordt over de digitale veiligheid?

De leden van de D66-fractie horen graag of sinds de eerste berichten over een aanval met ransomware op de Kamer nader onderzoek meer informatie heeft opgeleverd ten aanzien van de gerichtheid, bron, doel e.d. ervan. Zij zijn ook benieuwd in hoeverre onderzocht is welke gebruikers de bijlage geopend hebben, deze personen daarop aangesproken zijn en of aan de hand daarvan geanalyseerd is aan welke groepen personen binnen de Tweede Kamer welke op maat gesneden voorlichting gegeven moet worden over digitale veiligheid.

– Personeel

De leden van de VVD-fractie lezen dat voor de ambtelijke organisatie een personeelsschouw is uitgevoerd en er worden verdere reorganisaties aangekondigd, onder andere naar aanleiding van het rapport van de Klankbordgroep Versterking Kennis en Onderzoeksfunctie. Kan in grote lijn worden aangeven welke maatregelen hieruit voortvloeien? De leden van de VVD-fractie vragen voorts of de reorganisatie op korte termijn ook gevolgen heeft voor eventuele reorganisatie- en frictiekosten onder artikel 3.1 apparaatsuitgaven?

De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat er bij Bureau Wetgeving voldoende capaciteit beschikbaar is. Bureau Wetgeving speelt immers een belangrijke rol in het primaire proces van de Kamerwerkzaamheden. Bij herhaling hebben deze leden geconstateerd, dat de werkdruk bij Bureau Wetgeving hoog is. Worden er meer mensen aangenomen en zo ja, hoeveel?

De leden van de SP-fractie lazen vorig jaar dat het personeel flexibeler moest worden ingezet. De genoemde leden vragen of dit voorspoedig is gegaan, voor zowel de werkgever als voor de werknemers.

De leden van de SP-fractie kunnen zich goed voorstellen dat gekeken moet worden naar de formatie van o.a. Bureau Wetgeving. Er wordt veel van hen gevraagd en de bezetting lijkt krap, zeker als na de formatie veel amendementen op nieuwe wetten kunnen worden verwacht. Welke formatieve ruimte is er om Bureau Wetgeving uit te breiden en wanneer kan en zal hiertoe worden besloten?

3.5. Risico’s

Het presidium stelt, dat het terugdringen van de externe inhuur belangrijk is. De leden van de CDA-fractie vragen, hoe groot de externe inhuur op dit moment is naar formatie en kosten. Hoeveel is dat op de totale personeelskosten? Deze leden vragen hoe die verhouding is voor automatisering respectievelijk informatiebeveiliging. Op welke wijze wil het presidium automatisering en informatiebeveiliging minder afhankelijk maken van externe inhuur? Deze leden vragen het presidium bij de nota naar aanleiding van het verslag het overzicht van de externe inhuur over 2016 en het formatieoverzicht per 1 januari 2017 aan de Kamer toe te zenden, zoals dat ook in vorige jaren gebruikelijk was.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevreden dat de Voorzitter zich heeft ingespannen om externe inhuur te beperken. Graag krijgen deze leden inzicht welk deel van de begroting externe inhuur afgelopen jaren heeft uitgemaakt.

De leden van de SP-fractie constateren dat het terugdringen van de externe inhuur nog steeds een belangrijk punt is, ook in 2018. Genoemde leden vinden het goed dat er aandacht voor blijft maar lezen nergens in de stukken hoe ver de Roemernorm wordt overschreden. Kunnen hierover de cijfers gegeven worden? Wanneer de Tweede Kamer van overheidsinstanties eist dat zij voldoen aan die norm is het een heel slecht voorbeeld wanneer dat niet lukt binnen de eigen organisatie. Zeker niet als dat al meerdere jaren achtereen niet lukt. Deelt het presidium de mening dat dit geen goed voorbeeld is?

Genoemde leden vragen in dit kader ook hoe het staat met de uitbesteding van de Dienst Automatisering, een beslissing waar de leden van de SP-fractie nooit voorstander van zijn geweest.

3.6. Kengetallen

De leden van de VVD-fractie constateren dat de plenaire zaal de meeste dagen alle dagdelen in gebruik is en vragen of er inzicht is in de capaciteitsbenutting en wat de tijden van gebruik van de plenaire zaal zijn? Voorts vragen de leden van de VVD wat de grond is dat het reglement voorschrijft dat een motie tijdens een plenaire vergadering moet worden ingediend?

4. Staat van de Tweede Kamer 2016

De leden van de CDA-fractie vragen, waarom de Staat van de Tweede Kamer anders dan voorgaande jaren, nu in hoofdzaak nog slechts een statistisch jaaroverzicht bevat, niet meer dan «enkele feiten en cijfers op een rij», zoals het presidium het omschrijft. Deze leden vragen waarom elke duiding uit de Raming is geschrapt. Zonder verdere duiding zal het voor de meeste lezers niet mogelijk zijn zinvolle conclusies uit deze schat aan informatie te trekken. Deze leden vragen, of de Kamer zelf hier een rol zou kunnen spelen, dan wel de wetenschap en de journalistiek, zodat het beeld voorkomen wordt van de slager die zijn eigen vlees keurt. Ziet het presidium mogelijkheden om dit te bevorderen?

De leden van de CDA-fractie vragen, naar aanleiding van punt 16, waarom de Kamer geen Facebook-account heeft.

De leden van de CDA-fractie vinden dat de enorme stijging van het aantal bezoekers – van 166.853 in 2015 naar 287.638 in 2016 – een groot compliment verdient. Kan het presidium aangeven, waardoor deze stijging is veroorzaakt? Zal ook in 2017 een vergelijkbaar aantal bezoekers mogen worden verwacht? Wat betekent dit voor de facilitaire organisatie? Deze leden vragen ook, hoe dit aantal bezoekers kan worden geaccommodeerd als de Kamer op Bezuidenhoutseweg 67 gehuisvest zal zijn.

Ook het aantal bezoekers via internet laat een grote stijging zien: van 1.954.521 in 2015 naar 3.059.451 in 2016. Waardoor kan dit succes worden verklaard?

De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat opnieuw een literatuuroverzicht is toegevoegd aan de Staat van de Tweede Kamer. Deze leden waarderen het ook, dat het overzicht is voorzien van een duiding van de inhoud. Naar de mening van deze leden bieden de opeenvolgende jaarlijkse literatuuroverzichten een goed overzicht van het externe onderzoek naar het functioneren van de Kamer.

De leden van de SP-fractie lezen dat er 16 buitenlandse werkbezoeken zijn afgelegd. Genoemde leden vragen naar de effectiviteit van deze bezoeken. Tevens zijn zij benieuwd naar wat deze bezoeken hebben opgeleverd en of er een overzicht van de totale kosten gegeven kan worden.

De fungerend voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Naar boven