34 678 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten met het oog op het omvormen van het Associate degree-programma tot zelfstandige opleiding en het toevoegen van het niet-bekostigd onderwijs aan het diplomaregister (Wet invoering associate degree-opleiding)

Nr. 17 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DUISENBERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 4 juli 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel X, wordt het tweede lid van artikel 7.8a vervangen door:

  • 2. Indien Onze Minister goedkeuring als bedoeld in het eerst lid verleent, wordt t ten minste de helft van de associate degree-opleiding, waaronder in ieder geval de afstudeerfase en het afsluitend examen, verzorgd door de instelling voor hoger onderwijs. Op verzoek van het instellingsbestuur kan Onze Minister in bijzondere gevallen toestaan dat minder dan de helft van een dergelijke opleiding, met uitzondering van de afstudeerfase en het afsluitend examen, door de instelling voor hoger onderwijs wordt verzorgd.

  • 3. Voor zover de associate degree-opleiding wordt uitgevoerd door een andere instelling voor beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs is artikel 7.34, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

De indiener is van mening dat mbo-instellingen in staat kunnen zijn om een groter deel van een associate degree-opleiding te verzorgen dan in het wetsvoorstel wordt voorgesteld. Dat geldt in het bijzonder voor mbo-opleidingen met bepaalde specialisatie. Dit amendement regelt dat mbo-instellingen, in overleg met een hbo-instelling, de ruimte hiervoor krijgen. Met dit amendement wordt namelijk mogelijkheid van uitvoering door een mbo-instelling uitgebreid doordat in bijzondere gevallen meer dan 50% kan worden uitgevoerd door de mbo-instelling. Zo zou bij een bepaalde specialisatie het wellicht wenselijk kunnen zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en in het belang van de student dat er een groter gedeelte plaatsvindt op de locatie van de mbo-instelling. Een dergelijk verzoek moet worden gedaan door het instellingsbestuur van de hbo-instelling die de opleiding verzorgt. De Minister hanteert een transparante goedkeuringsprocedure. Door uitwerking van de criteria zal daarbij ook geborgd zijn dat de student, ook als een mbo-instelling meer dan de helft van het onderwijs uitvoert, nog steeds een gedeelte van het onderwijs bij de hogeschool volgt.

De indiener beoogt met dit amendement tevens het aanbod van het aantal ad-opleidingen te vergroten. De kwaliteit van de diploma’s en de eisen die gesteld worden aan de eindtermen blijven met dit amendement de verantwoordelijkheid van een hbo-instelling en zijn zo dus geborgd. De indiener wijst er daarnaast op dat de Minister een dergelijke aanvraag vooraf moet goedkeuren. En dat in het buitenland het gebruikelijk is om als mbo-instelling zelfstandig een ad-opleiding aan te bieden. De indiener wil op dit moment nog niet zo ver gaan. Bij de monitor zal de Minister de instroom, afstroom en de betrokkenheid van het bedrijfsleven onderzoeken. De indiener verwacht dat daarbij ook de rol en betekenis van de instelling voor beroepsonderwijs in het uitvoeren van de Ad-opleiding worden onderzocht.

Duisenberg

Naar boven