34 650 Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Van den Hul en Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen)

K BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2020

In de brief1 van 16 september stelt de SGP-fractie enkele vragen aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mijn voornemen het geslacht weg te laten van de identiteitskaart2. Aangezien de vragen mijn beleidsmatige verantwoordelijkheid betreffen, zal ik deze mede namens de Minister van OCW beantwoorden.

Allereerst vraagt de SGP-fractie of ik er zorg voor wil dragen dat vermelding van het geslacht op de identiteitskaart het uitgangspunt blijft en gekozen kan worden voor een streepje voor hen die hun geslacht niet kenbaar willen maken. Tevens geven zij aan dat juist een kwetsbare groep baat heeft bij de registratie van het geslacht.

De identiteitskaart is een identiteitsmiddel onder de Wet op de identificatieplicht. Burgers kunnen met hun identiteitskaart hun identiteit laten verifiëren en daar rechten en plichten aan ontlenen. Vorig jaar heb ik laten onderzoeken of instanties bij deze verificatie specifiek gebruik maken van het gegeven geslacht op de identiteitskaart. Dit bleek niet het geval te zijn. Daarop heb ik in de kamerbrief van 3 juli 2020 opgenomen dat ik voornemens ben om het traject van het weglaten van het geslacht ter hand te nemen. Ik zal de daarvoor benodigde wetgeving gaan voorbereiden. Hierbij zal een consultatie plaatsvinden, waarmee eventuele aandachtspunten naar voren kunnen komen. Het gegeven geslacht zal op alle identiteitskaarten worden weggelaten en niet slechts op de identiteitskaart van diegene die deze wens heeft. Hiermee wil ik voorkomen dat de afwezigheid van een geslachtskenmerk op een document stigmatiserend kan werken.

Dan vraagt de SGP-fractie naar het nut van onderscheid tussen paspoort en identiteitskaart en of dit een gerechtvaardigd onderscheid is.

Anders dan de identiteitskaart heeft het paspoort de primaire functie van een reisdocument dat aan internationale vereisten dient te voldoen. Eén daarvan is het vermelden van het geslacht. De internationale standaard die dit vereist is vastgelegd in Europese wetgeving.

Ten slotte stelt de SGP-fractie dat inmiddels een wijziging van het geslacht op een paspoort mogelijk is, maar dat deze niet doorwerkt in de geboorteakte. De SGP-fractie vraagt of ik het met hen eens ben dat het logisch is dat de geboorteakte leidend is voor de registratie in de BRP, op het paspoort en op de identiteitskaart.

Ik ben het er mee eens dat de geboorteakte leidend is. Het is daarom niet mogelijk enkel het geslacht op het paspoort of de identiteitskaart te wijzigen; dat kan alleen via een wijziging van de geboorteakte. De voorgenomen weglating van het geslacht op de identiteitskaart is niet strijdig met dit principe. Die veroorzaakt immers geen verschil tussen de gegevens op de geboorteakte en die op de identiteitskaart.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kenmerk: 167193.01u.

X Noot
2

Kamerstukken I 2019/20, 34 650, I.

Naar boven