34 631 Voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde om bij stemmingen op basis van een voordracht door een commissie stemmen op personen die niet in de voordracht worden genoemd als ongeldig te beschouwen

Nr. 2 VOORSTEL

Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 77 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien op verzoek van de Kamer ten behoeve van de stemming door een commissie personen zijn voorgedragen voor de benoeming, voordracht of keuze, tellen stembriefjes die een persoon aanwijzen die niet door de commissie is voorgedragen evenmin mee.

Toelichting

Dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde geeft uitvoering aan het advies van de werkgroep Benoemingen en Voordrachten tot aanpassing van artikel 77 van het Reglement van Orde.1

De werkgroep heeft aanbevolen in het Reglement te bepalen dat bij stemmingen voor personen (die ten behoeve van benoemingen en voordrachten plaatsvinden) stemmen op niet op de voordracht voorkomende personen als ongeldig moeten worden beschouwd, zodat die ingevulde namen dan niet hoeven te worden vermeld bij de stemmingsuitslag.2 Een Kamerlid dat niet wil stemmen op een persoon op de voordracht, kan dan nog blanco stemmen. De werkgroep meent dat hiermee recht gedaan wordt aan alle betrokkenen bij en inspanningen tijdens het voorafgaande wervings- en selectieproces bij de betrokken benoeming en voordracht.

Het presidium steunt deze standpunten. Dit wijzigingsvoorstel is derhalve gericht op het aanbrengen van de betrokken wijziging, waarbij in de tekst rekening is gehouden met het gegeven dat het betrokken artikel 77 tevens toepassing vindt bij stemmingen over personen die niet op basis van een commissievoordracht aan de Kamer plaatsvinden. In verband daarmee is de tekst van het voorstel slechts gericht op stemmingen die zijn voorafgegaan door een dergelijke commissievoordracht.

De Reglementswijziging heeft tot gevolg dat bij stemmingen die zijn voorafgegaan door een voordracht van een commissie, alleen geldige stemmen kunnen worden uitgebracht op de in die voordracht vermelde personen, waarbij de Kamer dus nog slechts kan afwijken van het voorstel van de commissie voor zover het de volgorde betreft. De commissie doet de voordracht aan de Kamer op grond van de wettelijke regeling voor de betrokken benoeming, voordracht of keuze, waarbij zij een aanbevelingslijst vanwege een betrokken instantie heeft ontvangen.3

De Voorzitter, Arib


X Noot
1

Zie voor het rapport van de werkgroep Kamerstukken II 2016/17, 34 619, nr. 1.

X Noot
2

Zie aanbeveling 11 van het rapport.

X Noot
3

Zie de artikelen 2 en 9 van de Wet Nationale ombudsman, artikel 5c van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 70 van de Comptabiliteitswet 2001, en artikel 65 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Naar boven