Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2016
Het wetsvoorstel Voortgang Energietransitie (hierna: VET) is op 8 december jl. aan
uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 34 627, nr. 1). Zoals gebruikelijk bij het maken van wetgeving op het gebied van elektriciteit
en gas hebben de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Staatstoezicht op de Mijnen
(SodM) op het concept wetsvoorstel VET een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets
uitgevoerd. Hierbij stuur ik uw Kamer de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoetsen
van de ACM en het SodM op het wetsvoorstel VET1.
Uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets ACM
De ACM concludeert dat het wetsvoorstel handhaafbaar en uitvoerbaar is. De ACM ziet
winst in de scherpere afbakening van taken van de netbeheerder, toegestane activiteiten
van het netwerkbedrijf en een duidelijkere verankering van toetsing en uitvoering
van investeringsplannen. Tegelijkertijd vraagt de ACM aandacht voor enkele punten.
Deze zien vooral op de taakafbakening van de netbeheerder en het netwerkbedrijf, de
voorwaarden waaronder netbeheerders kunnen deelnemen aan experimenten, het ontbreken
van overgangsrecht en de correcte verwijzing in de boetebepalingen. Naar aanleiding
van de toetsing door de ACM is het wetsvoorstel op verschillende punten aangepast
en is de memorie van toelichting aangevuld.
Punten die niet zijn overgenomen betreffen de overweging om geldende regelingen in
de codes ten aanzien van de taken van de netbeheerders in het wetsvoorstel op te nemen
en de nadere invulling van de experimenteerbepaling.
Met codes worden de regels bedoeld die de ACM vaststelt voor de energiemarkt. In de
codes staan afspraken tussen netbeheerders en de gebruikers van het gas- en elektriciteitsnet.
Het is niet het doel van het wetsvoorstel om alle taken die nu via codes zijn vastgelegd
alsnog in het wetsvoorstel op te nemen. Dit staat echter niet in de weg voor ACM om
afspraken over de uitvoering van bepaalde taken te kunnen blijven maken.
De ACM vindt het belangrijk dat nieuwe activiteiten in experimenten niet ten koste
gaan van het bestaande niveau van bescherming van afnemers.
Aangezien de wijze waarop netbeheerders kunnen deelnemen aan experimenten verder ingevuld
zal worden in de algemene maatregel van bestuur heeft dit onderdeel niet tot aanpassing
geleid. Voor de algemene maatregel van bestuur zal uiteraard ook een uitvoerbaarheids-
en handhaafbaarheidstoets worden uitgevoerd, waarbij de ACM op dat moment kan bekijken
of dit tot problemen in de handhaafbaarheid en uitvoering leidt.
Uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets SodM
SodM gaat in haar toets voornamelijk in op de artikelen die zien op het veiligheidstoezicht
op de Gaswet. SodM geeft aan dat het wetsvoorstel een verbreding geeft van haar toezicht
op de Gaswet, maar verwacht daarnaast enkele onbedoelde neveneffecten door de wijze
waarop de bepalingen waren geformuleerd. Het gaat er daarbij ten eerste om dat helder
moet zijn dat toezicht op de kwaliteit van de gastransportnetten ook het toezicht
op de gaskwaliteit behelst en de veiligheid daarvan. Naar aanleiding van deze opmerking
is de tekst in het wetsvoorstel aangepast voor wat betreft het toezicht op gaskwaliteit
en LNG-installaties en is de memorie van toelichting verduidelijkt voor wat betreft
het begrip kwaliteit. Ten tweede merkt SodM op dat SodM niet de geschikte toezichthouder
is voor eventuele financiële calamiteiten in het calamiteitenplan. Het calamiteitenplan
ziet echter alleen op de voorbereiding van technische calamiteiten in het netwerk
van de netbeheerders voor gas. Tot slot maakt SodM melding van vervallen bepalingen
over het kwaliteitsniveau en de kwaliteitsindicatoren. Door een andere formulering
van de artikelen over de kwaliteitsborging voor het transport van gas zijn deze artikelen
vervallen. Deze zullen echter niet geheel verdwijnen, maar in de uitvoeringsregelgeving
een plek krijgen.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp