34 550 XVIII Vaststelling van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2017

Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2017

In aanvulling op de brief van 20 december 2016 (Kamerstuk 34 550 XVIII, nr. 41) en vooruitlopend op de Slotwet 2016 informeer ik u over enkele zaken in de realisatie van de begroting 2016. Het betreft de aangegane verplichtingen op artikelniveau in de begrotingen van Wonen en Rijksdienst (XVIII).

Verplichtingen opdrachtbrieven Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (begroting Wonen en Rijksdienst, artikel 2 Woonomgeving en bouw)

In 2016 is per saldo in totaal op artikel 2 Woonomgeving en Bouw bijna € 80 mln. minder verplicht dan geraamd bij Najaarsnota 2016. Onderdeel van dit saldo zijn de ingestelde verplichtingen van in totaal € 14,6 mln. voor de opdrachten in 2017 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor hun apparaatskosten en projectmiddelen. De opdrachtbrieven hiervoor zijn eind 2016 verstuurd en de administratieve verwerking heeft plaatsgevonden.

Het hiervoor genoemde onderwerp heeft zich voorgedaan na de besluitvorming over de Najaarsnota 2016 en maakt geen onderdeel uit van de ramingen zoals opgenomen in de Tweede Suppletoire begroting 2016. De begrotingswijzigingen die met genoemd onderwerp samenhangen, zullen als onderdeel van de realisatie van de begroting 2016, in de Slotwet 2016, worden verwerkt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven