Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2016
Hierbij informeer ik uw Kamer, vooruitlopend op de Slotwet 2016, over enkele zaken
die in de realisatie van de begroting 2016 (uitgaven) raken aan het artikelniveau
in de begroting Wonen en Rijksdienst (Kamerstuk 34 300 XVIII).
Begroting Wonen en Rijksdienst (Kamerstuk 34 300 XVIII)
Artikel 1. Woningmarkt
De kosten die door de Stichting Vestia worden gemaakt voor onderzoek naar de aansprakelijkheid
van de bij de derivatenproblematiek betrokken banken, komen voor 40% ten laste van
de begrotingsreserve voor sanerings- en projectsteun aan woningcorporaties (Begrotingsreserve
Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties). Dit betreft in totaal € 0,5 mln. aan
meerkosten. Voor de maanden april tot en met september 2016 zijn de kosten achteraf
uitgekomen op circa € 0,4 mln. Eerder verrekende kosten voor de periode juli 2015
tot maart 2016 vallen iets hoger uit vanwege verrekening BTW (circa € 0,1 mln.).
Artikel 2. Woonomgeving en Bouw
Bijdragen vanuit BZK aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden betaald
uit artikel 2.2 Woningbouwproductie. Daartoe worden middelen binnen artikel 2 naar
het juiste instrument overgeheveld (€ 1,3 mln.). Het betreft de agenda innovatie in
de bouw, de transitieagenda circulaire bouw en het monitoren, analyseren en evalueren
van experimenten gericht op alternatieve financieringsvormen voor verduurzamen.
De hiervoor genoemde onderwerpen hebben zich voorgedaan na de besluitvorming over
de Najaarsnota 2016 en maken geen onderdeel uit van de ramingen zoals opgenomen in
de Tweede Suppletoire begroting 2016. De begrotingswijzigingen die met de genoemde
onderwerpen samenhangen zullen als onderdeel van de realisatie van de begroting 2016,
in de Slotwet 2016, worden verwerkt.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok