34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 augustus 2017

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 11 juli 2017 inzake de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek naar de moord op de heer Geertman in de Filipijnen en de inspanningen ter zake van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de richting van de Filipijnse autoriteiten. Deze brief is een vervolg op de brieven van 5 maart 2015 (Kamerstuk 34 000 V, nr. 52) en 11 december 2012 (Kamerstuk 33 400 V, nr. 48).

Na afronding van het politieonderzoek begon de strafzaak ten aanzien van twee geïdentificeerde verdachten op 19 november 2014. De Nederlandse ambassade in Manilla heeft de rechtsgang vanaf het begin gevolgd. Zo was bij nagenoeg alle rechtszittingen een vertegenwoordiger van de ambassade aanwezig, laatstelijk op 5 juni 2017. Hoewel de rechtszaak naar Nederlandse maatstaven zeker langzaam en stroef verloopt, is er wel voortgang geboekt. Eén verdachte is opgepakt en is inmiddels meerdere keren voor de rechtbank verschenen. De tweede geïdentificeerde verdachte is nog voortvluchtig. De aanklager is thans in de laatste fase van de bewijsvoering, maar loopt daarbij vertraging op omdat een getuige, ondanks eerdere toezeggingen, niet voor de rechtbank is verschenen. Na afronding van de bewijsvoering door de aanklager, komt de verdediging aan het woord waarna een uitspraak moet volgen. In het algemeen kan worden gesteld dat onderhavige rechtsgang niet sneller of langzamer verloopt dan gebruikelijk is in de Filipijnen.

Sinds de moord op de heer Geertman op 3 juli 2012 heeft de Nederlandse ambassade met regelmaat contact onderhouden met de Filipijnse autoriteiten om aandacht te vragen voor de voortgang. Concreet is de zaak onder meer op onderstaande momenten persoonlijk onder de aandacht gebracht:

  • gesprek van de Nederlandse ambassadeur met de Filipijnse Staatssecretaris van Justitie in 2013;

  • gesprek van de Nederlandse ambassadeur met de Filipijnse Minister van Buitenlandse Zaken in 2014;

  • gesprek van de Nederlandse ambassadeur en de Nederlandse mensenrechtenambassadeur met de Filipijnse Minister van Justitie in 2015;

  • gesprek van de Nederlandse ambassadeur met de huidige Filipijnse Minister van Justitie in 2016;

  • gesprek van de Nederlandse plaatsvervangend ambassadeur met de Filipijnse Staatssecretaris van Justitie in 2017.

Naast bovenstaande momenten heeft de Nederlandse ambassade de zaak van de heer Geertman in contacten met de Filipijnse autoriteiten op werkniveau jaarlijks meermaals opgebracht bij het doornemen van de zaken betreffende internationale rechtsbijstand en heeft de ambassade ook meermaals op schriftelijke wijze bij de Filipijnse autoriteiten om aandacht voor de zaak gevraagd, laatstelijk op 27 juli 2017. Nederland zal deze aandacht ook stelselmatig en actief blijven geven voor het verdere verloop.

De Nederlandse ambassade in Manilla houdt ook regelmatig contact met de advocaten van de nabestaanden van de heer Geertman, laatstelijk op 14 juli 2017. In overleg met de advocaten zal de ambassade op korte termijn wederom de Filipijnse justitiële autoriteiten en de Nationale Politie vragen naar de voortgang in de zaak. Tot slot heeft het ministerie uiteraard ook regelmatig contact onderhouden met de nabestaanden van de heer Geertman om hen te informeren over de ontwikkelingen. Nederland kan zich niet mengen in de inhoud van de Filipijnse rechtsgang, inclusief de eventuele motieven achter de misdaad. Nederland volgt via de Nederlandse ambassade in Manilla, zoals altijd, de juiste rechtsgang en zal die ook de komende tijd blijven volgen.

Het is niet uit te sluiten dat de moord op de heer Geertman in de Filipijnen in 2012 kan worden gezien als symptomatisch voor het meer omvangrijke probleem van het wereldwijd toenemende geweld tegen natuurbeschermers en landrechtenactivisten. Deze vormen van geweld bestaan in de Filipijnen reeds lange tijd en de situatie lijkt eerder te verslechteren dan te verbeteren. Dat is ook de reden waarom Nederland actief blijft in het bevorderen van adequate rechtsgang. Nederland kaart verder de grote zorg over de geweldssituatie in de Filipijnen aan op bilateraal niveau, in EU-verband (het EU-programma GOJUST en het European Instrument for Democracy and Human Rights-EIDHR) en in het kader van de Universal Periodic Review (UPR) van de VN-Mensenrechtenraad.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven