34 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2015

Graag ga ik in op uw verzoek te worden geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. onderzoek naar moord op de heer Geertman. Als vervolg op hetgeen u hierover al eerder op 11 december 2012 (Kamerstuk 33 400 V, nr. 48) werd bericht.

Sinds de moord op de heer Geertman op 3 juli 2012 heeft de zaak de volle aandacht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Manilla. Sinds 2012 hebben zowel de ambassade als het ministerie contact onderhouden met de familie van de heer Geertman en met regelmaat bij de Filipijnse autoriteiten aandacht gevraagd om toe te zien op voortgang van het onderzoek en de rechtszaak, zeer recent nog op 12 januari 2015.

Het onderzoek naar de dood van de heer Geertman is afgerond in februari 2013: Naar aanleiding van het onderzoek heeft het Filipijnse openbaar ministerie een officiële aanklacht bekend gesteld. De aanklacht luidt «beroving met de dood tot gevolg». Een herzieningsverzoek ten aanzien van deze aanklacht (eind februari 2013) is op 19 maart 2014 ingewilligd door het openbaar ministerie, waardoor de aanklacht is veranderd in twee separate aanklachten voor respectievelijk moord en voor beroving. De Filipijnse autoriteiten gaan uit van vier verdachten, waarvan twee zijn geïdentificeerd.

De rechtszaak is begonnen met een hoorzitting op 19 november 2014. De tweede hoorzitting was gepland voor 11 februari 2015 maar is uitgesteld. De zitting is nu voorzien voor 19 maart 2015. Doel van de hoorzitting is onder andere om het motief van de moord duidelijk te krijgen.

De Nederlandse ambassade in Manila blijft de zaak monitoren. Daarbij geldt dat Nederland zich niet mengt in de rechtsgang van een ander land.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven