34 456 Voorstel van wet van het lid Verhoeven tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES teneinde enkele bijzondere bepalingen inzake belediging van staatshoofden en andere publieke personen en instellingen te doen vervallen

J MOTIE VAN HET LID ANDRIESSEN C.S.

Voorgesteld 12 maart 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende, dat er vragen zijn gerezen bij het initiatiefwetsvoorstel Verhoeven (34 456) naar aanleiding van de brief van de gevolmachtigde Minister van Sint Maarten aan de commissie Justitie en Veiligheid d.d. 12 maart 2019 over het achterwege laten door de indiener van een verzoek om een zienswijze,

constaterende, dat de indiener van oordeel is dat er in het voorstel geen sprake is van een ingrijpende wijziging zoals bedoeld in artikel 39, tweede lid, Statuut van het Koninkrijk,

van mening, dat het desondanks wenselijk wordt geacht dat de regering, indien het voorstel door de Eerste Kamer wordt aanvaard, in overleg zal treden met de regering van Sint Maarten met het oogmerk de concordantie te bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Andriessen

Köhler

Backer

Schouwenaar

Baay-Timmerman

Naar boven