Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 1 april 2016, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Buitenlandse Zaken.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 15 september 2015, no.
2015001554, machtigde Uwe Majesteit mij het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel
van rijkswet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over te leggen
aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao en aan de Staten
van Sint Maarten.
Bij brieven van 8 februari 2016 heb ik vervolgens de goedkeuring overgelegd (Kamerstukken
II, 2015–2016, 34 417 (R2068), A/1).
Op 22 maart 2016 gaf de volledige Tweede Kamer der Staten-Generaal, overeenkomstig
artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens
te kennen dat de goedkeuring van het op 29 oktober 2009 te Willemstad tot stand gekomen
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen,
en de Caymaneilanden zoals gemachtigd krachtens de volmacht van 1 september 2009 van
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake de uitwisseling
van informatie betreffende belastingen, aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal
zal worden onderworpen.
In verband hiermee bied ik U het hierboven vermelde voorstel van rijkswet aan.
Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van
de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk achterwege blijven
aangezien de Afdeling advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.
Ik moge U derhalve verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de memorie
van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten
van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders