Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt,
omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 1 februari 2016, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 november 2015, nr. 2015001942,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 16 december 2015, nr. W05.15.03821/I, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn verwerkt, op een uitzondering na.
Er is niet voorzien in medeondertekening van de beoogde wet door de Staatssecretaris
van Economische Zaken, aangezien dit wetsvoorstel het mbo in algemene zin betreft
en niet specifiek het groene mbo-onderwijs. Om deze reden zijn dit nader rapport en
de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot stand gekomen in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken.
Van de gelegenheid van het uitbrengen van een nader rapport is gebruik gemaakt om
de volgende wijzigingen aan te brengen.
-
1. In artikel I, onderdeel C, artikel 7.4.5a, eerste lid, en artikel II, onderdeel C,
artikel 7.4.7a, eerste lid, zijn de wijzigingen uit artikel IV (Samenloop met wetsvoorstel
keuzedelen) verwerkt en artikel IV is geschrapt. Een samenloopbepaling is niet meer
nodig omdat de wet keuzedelen tot stand is gekomen (Stb. 2015, 390) en artikel I, onderdeel R, van die wet in werking treedt met ingang van 1 augustus
2016. De toelichting is hieraan aangepast.
-
2. In artikel I, onderdeel C, artikel 7.4.5a, zesde lid, en artikel II, onderdeel C,
artikel 7.4.7a, zesde lid, is verduidelijkt dat het verslag van de examencommissie
tevens betrekking heeft op de kwaliteit van de examens. Voorts is aangegeven dat het
bevoegd gezag waaraan de examencommissie het verslag verstrekt ook het bevoegd gezag
van een exameninstelling kan zijn (als het een examencommissie van een exameninstelling
betreft). De toelichting is hieraan aangepast.
-
3. In artikel I, onderdeel E, en artikel II, onderdeel E, is het opschrift van de wet
waarnaar wordt verwezen, toegevoegd.
-
4. In de tweede alinea van paragraaf 3, onderdeel d, van de toelichting is verduidelijkt
welke onderdelen van de opleiding op de instellingsverklaring kunnen worden vermeld.
Ik moge U, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, verzoeken
het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker