Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2016
Mede namens de Minister van Financiën wil ik – in aanvulling op mijn brief van 17 maart
jl. aan uw Kamer (EK, Vergaderjaar 2015–2016, 34 373, G) – specifiek ingaan op de budgettaire consequenties van een latere behandeling van
het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt 2015 (nummer 34 373), omdat hieraan ook de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhogingen per
1 juli 2016 is gekoppeld en daarmee ook de door mij voorgenomen uitvoering van het
Sociaal Huurakkoord.
De aanleiding voor deze brief is het op 22 maart in de procedurevergadering BiZa/AZ
genomen besluit tot het stellen van nadere vragen bij het wetsvoorstel Doorstroming
huurmarkt 2015. Dit doet mij des temeer pleiten voor een spoedige behandeling van
het onderhavige wetsvoorstel. Gezien de termijnen waaraan verhuurders zijn gebonden
met betrekking tot de huuraanpassingen per 1 juli moeten zij zo snel mogelijk weten
wat het geldende wettelijke regime is.
Een late behandeling van het wetsvoorstel heeft budgettaire gevolgen voor de uitgaven
aan huurtoeslag. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zijn de gevolgen
van de beperking van het huursomstijgingspercentage voor corporaties op de huurtoeslag
becijferd. Deze besparingen bedragen 19 mln. voor 2016 en 38 mln. structureel. Daarmee
wordt een bijdrage aan de beheersing van deze uitgaven geleverd. Hierbij moet wel
worden aangetekend dat de opgave met betrekking tot de beheersing van uitgaven voor
huurtoeslag aanzienlijk groter is.
Ik verzoek uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, daarom de mogelijkheden
te bezien ten aanzien van een snelle procedure voor behandeling van het wetsvoorstellen
gegevensvertrekking Belastingdienst en Doorstroming Huurmarkt 2015. Dit kan vorm krijgen
door zo spoedig mogelijk over het wetsvoorstel Gegevensverstrekking Belastingdienst
(34 374) te stemmen. Goedkeuring van dit wetsvoorstel door uw Kamer op heel korte termijn,
op 29 maart, betekent namelijk dat op grond hiervan uitvoering van de inkomensafhankelijke
huurverhogingen per 1 juli 2016 voor verhuurders mogelijk is. In aansluiting hierop
is het wenselijk dat op 5 april gestemd wordt over het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt.
Dat biedt mij de mogelijkheid om al bij het eerst volgende vaste moment van aanpassing
van de huren te geven aan het sociaal huurakkoord en de maximale huursomstijging per
1 juli 2016 (die nu inflatie+1,5% is) terug te brengen tot inflatie+0,4%.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok