34 368 Evaluatie Wet modernisering Ziektewet (BEZAVA)

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2017

Eindrapport sectorpilots Ziektewet

Bijgaand doe ik u toekomen het eindrapport «Monitoring en evaluatie pilots Ziektewet»1. Deze pilots vloeien voort uit het Sociaal Akkoord, waarin is afgesproken dat sociale partners door middel van innovatieve werkwijzen de instroom in de WIA terugdringen. Door middel van experimenten in drie sectoren is de afgelopen drie jaar onderzocht of het overhevelen van de arborol en re-integratietaken, op grond van de Ziektewet (ZW), van UWV naar sectoren kansrijk is. Onderzoeksbureau APE heeft deze pilots gemonitord en geëvalueerd.

Omdat in de pilots werd afgeweken van een aantal wettelijke bepalingen, heb ik het Tijdelijk besluit experimenten ZW getroffen2. Op grond van dit besluit mocht tijdelijk worden afgeweken van een aantal wettelijke bepalingen met betrekking tot de arborol en de re-integratieverantwoordelijkheid, maar ook met betrekking tot de inzet van de re-integratie-instrumenten en de inzet van de no-riskpolis. De kosten die sectoren hebben gemaakt zijn, op grond van de regeling cofinanciering sectorplannen, in aanmerking gebracht voor cofinanciering.

Drie uitvoeringsorganisaties in de sectoren land- en tuinbouw, transport en detailhandel hebben zich vrijwillig gemeld bij de Stichting van de Arbeid om mee te doen aan deze pilots. Zij hebben met veel inzet en enthousiasme de begeleiding van in totaal 210 ZW-gerechtigden op zich genomen vanaf het moment dat de werknemers ziek werden tot (uiterlijk) het moment van instroom in de WIA. Hierbij ging het uitsluitend om werknemers van wie het dienstverband afliep tijdens ziekte, de zogeheten «eindedienstverbanders». Elke uitvoeringsorganisatie had een eigen aanpak passend bij hun sector.

Uit de pilots blijkt dat de ZW-duur van deze ZW-gerechtigden in de deelnemende sectoren aanzienlijk korter is dan bij de controlegroep (begeleid door UWV): 44 tot 55 dagen. Ten opzichte van een gemiddelde ZW-duur van 280 dagen betekent dit een besparing van 16 tot 20%. Uit het onderzoek blijkt dat er geen verschil in uitstroom naar werk is. Qua WIA-instroom is ook geen verschil te zien tussen de experimentele groep en controlegroep. De aanpak van de sectoren in deze pilots heeft dus een positief effect op kortdurende ziektegevallen, maar vermindert uiteindelijk de WIA-instroom niet.

De gepleegde inzet van de sectoren in de pilots is van doorslaggevend belang geweest. Ze zijn voortvarend aan de slag gegaan en hebben hard gewerkt om de pilotaanpak in goede banen te leiden. De door hen verrichte activiteiten hebben geleid tot de positieve resultaten. Een belangrijk voordeel van de sectorale aanpak in deze pilots is bijvoorbeeld de grotere bekendheid met de desbetreffende zieke werknemer. Vaak was deze persoon al in begeleiding toen het dienstverband nog liep. Ook blijft de ex-werkgever beter in het vizier wanneer de begeleiding van de zieke werknemer binnen de sector blijft. In de pilotsetting werd de re-integratie bevorderd door snel contact te leggen met de bedrijfsarts en intensief contact te houden met de zieke werknemer.

Ook zijn er nadelen in de pilots aan het licht gekomen. Voornaamste punt betreft de praktische uitvoering. Zo maakte de gescheiden verantwoordelijkheden van UWV en de sectoren de uitvoering van de pilots soms complex.

De werkwijze in deze pilots is niet per definitie voor alle andere sectoren en ZW-gerechtigden toepasbaar. De deelnemende sectoren hebben namelijk zelf het initiatief genomen tot de pilots, zijn goed georganiseerd en zagen het nut en de meerwaarde in van de pilots. De kleine aantallen in de pilots maken het bovendien lastig iets te zeggen over de effectiviteit van deze aanpak – die per sector verschilt – voor andere sectoren. De positieve uitkomsten zijn aanleiding voor sociale partners de lessen en uitkomsten te verspreiden onder andere sectoren. Ik blijf hier ook over in gesprek met sociale partners.

Aan de afspraak in het Sociaal Akkoord, waar deze pilots uit voortvloeien, is een structurele besparing van 15 miljoen gekoppeld. Zoals eerder gemeld in de Voorjaarsnota 20173 is deze besparing uitgeboekt.

Onderzoek instroomstijging WIA

Zoals toegezegd in het wetgevingsoverleg Jaarverslag 2016 en Slotwet van 28 juni jongstleden (Kamerstuk 34 725 XV, nr. 19), heb ik samen met UWV de mogelijkheden bekeken of en hoe het nog niet verklaarde deel van de instroomstijging in de WIA te onderzoeken is. UWV werkt momenteel aan een update van het artikel «Wat is er aan de hand met de WIA»4 waarin gegevens van de eerste helft van 2017 verwerkt worden. Dit artikel wordt in het najaar gepubliceerd. Mede aan de hand van deze meest recente cijfers over de instroom in de WIA onderzoekt UWV verder de nog onbekende oorzaken van de stijging. Het is nog niet duidelijk wanneer dit onderzoek afgerond is. Deze twee lopende onderzoeken kunnen mogelijk meer inzicht bieden in het nog onverklaarde deel van de instroomstijging. Ik zal uw Kamer hiervan op de hoogte houden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 34 730, nr. 1

X Noot
4

UWV Kennisverslag 2017–5: Wat is er aan de hand met WIA?, 8 juni 2017

Naar boven