Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om de nationale veiligheid te beschermen
tegen terroristische dreigingen. Nederland heeft door de jaren heen een sterke en
brede aanpak ontwikkeld van wetgeving, bevoegdheden en specialistische teams en organisaties
om aanslagen te voorkomen en extremisme en terrorisme te bestrijden. Sinds 2017 maakt
de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding onderdeel uit van
deze brede aanpak. Ter uitvoering van de motie van het lid Koekkoek (Volt)1, waarin wordt verzocht om de wet jaarlijks te evalueren om te kunnen onderzoeken
of de tijdelijke maatregelen nog steeds noodzakelijk en proportioneel zijn, bied ik
uw Kamer bijgaand de voortgangsnotitie van het evaluatieonderzoek naar de Tijdelijke
wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding aan.
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
De Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding maakt het mogelijk
om vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen aan personen die een gevaar vormen
voor de nationale veiligheid. Zo kan de Minister van Justitie en Veiligheid een meldplicht,
gebiedsverbod of een contactverbod opleggen aan een persoon die op grond van zijn
gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of ondersteuning
daarvan. Er hoeft (nog) geen sprake te zijn van een strafbaar feit. Daarom kan de
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding uitkomst bieden in gevallen
waar het strafrecht geen mogelijkheden (meer) biedt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht
worden aan de situatie waarin een terrorismeveroordeelde vrijkomt uit detentie en
strafrechtelijke voorwaarden niet (meer) van toepassing zijn, maar er nog wel een
dreiging van de betreffende persoon uitgaat.
Voortgang evaluatie Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
Naar aanleiding van de verzoeken en moties van uw Kamer ben ik in gesprek gegaan met
het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum. Op 27 maart 2023 heb ik uw
Kamer geïnformeerd over de onderzoeksopzet van de evaluatie Tijdelijke wet bestuurlijke
maatregelen terrorismebestrijding.2 Tevens is in deze brief toegezegd om in het laatste kwartaal van 2023 een voortgangsnotitie
aan te leveren, waarmee uw Kamer geïnformeerd wordt over de toepassing van de Tijdelijke
wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding tot dat moment.
De voortgangsnotitie, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum
opgesteld door de onderzoekers (een samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit
Groningen, de Universiteit Utrecht en Pro Facto), schetst de eerste contouren van
de evaluatie, zoals de onderzoeksvraag, de onderzoeksmethoden en de planning. Bij
het opstellen van de onderzoeksvraag is uitvoerig gekeken naar de wensen van uw Kamer
en het advies van de Raad van State.3 In de voortgangsnotitie wordt onder meer inzicht geboden hoe vaak de maatregelen
uit de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding zijn ingezet
in de periode van 2017 tot en met 2023. De evaluatie wordt uiterlijk 1 september 2024
aan uw Kamer toegezonden.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius