34 356 (R2064) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid

Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID HELDER

Ontvangen 18 mei 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I komt te luiden:

ARTIKEL I

De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. indien hij zich buiten het Koninkrijk bevindt en zich heeft aangesloten bij een organisatie die door Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de Rijksministerraad, is geplaatst op een lijst van organisaties die deelenemen aan een nationaal of internationaal gewapend conflict en een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. De in het eerste lid, onderdeel g, bedoelde lijst wordt na vaststelling of wijziging toegezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan die van Curaçao en aan die van Sint Maarten en wordt gepubliceerd in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel e, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. indien hij zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeeft van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk dan wel tegen een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is;

  • g. indien hij zich buiten het Koninkrijk bevindt en zich heeft aangesloten bij een organisatie als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel g.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van het eerste lid, onderdelen f en g.

Toelichting

Dit amendement regelt dat verlies van het Nederlanderschap, zoals opgenomen in het voorgestelde derde en vierde lid van artikel 14, niet geschiedt na een besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie op grond van een intrekkingsgrond, maar van rechtswege indien een verliesgrond zich voordoet. Voor wat betreft de verliesgrond van rechtswege bij het vrijwillig begeven in vreemde krijgsdienst, betekent dit continuering van de huidige situatie voor meerderjarigen en de introductie van een verliesgrond in plaats van een intrekkingsgrond voor minderjarigen. Voor wat betreft de verliesgrond van rechtswege bij het aansluiten bij een organisatie die is geplaatst op een lijst van organisaties die deelnemen aan een nationaal of internationaal gewapend conflict en een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, betekent dit de introductie van een verliesgrond in plaats van een intrekkingsgrond voor zowel meerderjarigen als minderjarigen.

De nationale veiligheid en de spoedeisendheid van de noodzaak van de betreffende maatregel rechtvaardigen verlies van het Nederlanderschap van rechtswege. Daarnaast vindt indiener het niet van daadkracht getuigen om op voorhand de wet aan te passen om eventuele negatieve EU-jurisprudentie te voorkomen, terwijl het doel van de wet het beschermen van de nationale veiligheid is.

Helder

Naar boven