34 309 Regels met betrekking tot de terugkeer van vreemdelingen en vreemdelingenbewaring (Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring)

F BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL/JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 10 juli 2019

De leden van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad constateren dat de Kamer nog geen nadere memorie van antwoord heeft ontvangen op het nader voorlopig verslag1 aangaande het voorstel voor de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Deze leden verzoeken u de nadere memorie van antwoord zo spoedig mogelijk en uiterlijk 5 september 2019 naar de Kamer te sturen.

Daarnaast zouden de leden van deze commissie u nog willen attenderen op een tweetal openstaande brieven waarvan de reactietermijn enige tijd is verstreken:

  • Nadere vragen over het VN Migratiecompact alsmede over de borging van de rechten van het kind, kenmerk 164221.05u, verstuurd op 29 mei 2019.

  • Vragen van de PVV-fractie over het verslag van de JBZ-Raad van 7–8 maart 2019, met het kenmerk 164585.03u, verstuurd op 16 april 2019.

Ook van deze brieven verzoeken de leden van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad u de beantwoording zo spoedig mogelijk en uiterlijk 5 september 2019 naar de Kamer te doen toekomen. Zij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Faber-van de Klashorst


X Noot
1

Kamerstukken I, 2018–2019, 34 309, E.

Naar boven