34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016)

X VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 september 2016

De leden van de vaste commissie van Financiën1 hebben in hun vergadering van 28 juni jl. kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Financiën 15 juni 2016, inzake de kabinetsreactie op de CPB-notitie Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (EK 34 302, T). In deze brief wordt expliciet aandacht geschonken aan de positie van eenverdieners, alleenstaande ouders en tweeverdieners.

Naar aanleiding hiervan heeft de commissie de Staatssecretaris op 8 juli 2016 een brief gestuurd.

De Staatssecretaris heeft op 12 september 2016 gereageerd.

De commissie breng bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Staatssecretaris van Financiën

Den Haag, 8 juli 2016

De leden van de vaste commissie van Financiën hebben in hun vergadering van 28 juni jl. kennisgenomen van uw brief van 15 juni 2016, inzake de kabinetsreactie op de CPB-notitie Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (EK 34 302, T). In deze brief wordt expliciet aandacht geschonken aan de positie van eenverdieners, alleenstaande ouders en tweeverdieners.

De leden van de vaste commissie voor Financiën vernemen graag hoe deze brief zich verhoudt tot de motie Schalk c.s. (EK 34 300, J herdruk), ingediend bij de Algemene politieke beschouwingen van 13 oktober 2015. Deze motie is door de Eerste Kamer aangenomen. In deze motie wordt expliciet gevraagd aan de regering om met voorstellen te komen om de substantiële verschillen tussen eenverdieners en tweeverdieners te verkleinen. De commissie vraagt op welke wijze de regering de betreffende motie ten uitvoer gaat brengen.

De leden van de vaste commissie van Financiën zien uw reactie – bij voorkeur voor 8 september 2016 – met belangstelling tegemoet.

Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, F.H.G. de Grave

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2016

Tijdens de Algemene politieke beschouwingen van 13 oktober 2015 heeft uw Kamer de motie Schalk c.s. aangenomen.2 De motie verzoekt de regering met voorstellen te komen om de substantiële verschillen tussen eenverdieners en tweeverdieners te verkleinen. Tijdens de plenaire behandeling van de novelle Wijziging van het Belastingplan 2016 in de Tweede Kamer heb ik een kabinetsreactie toegezegd op de CPB-notitie doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens. Deze reactie3 heb ik op 15 juni 2016 aan zowel uw Kamer als aan de voorzitter van de Tweede Kamer verzonden. In uw brief van 8 juli 2016 vraagt u mij hoe de motie en de kabinetsreactie zich tot elkaar verhouden.

Eenverdienerhuishoudens

In Nederland zijn ongeveer 7,5 miljoen huishoudens. 370.000 daarvan zijn eenverdienerhuishoudens. Een eenverdienerhuishouden is een huishouden met één kostwinner met inkomsten uit arbeid en een partner zonder inkomsten uit (vroegere) arbeid. De groep betreft ongeveer 5% van de huishoudens. Iets minder dan de helft van de eenverdienerhuishoudens heeft één of meer minderjarige kinderen.

Zoals in de kabinetsreactie van 15 juni uitgebreid is behandeld heeft de invalshoek die wordt gekozen bij de vergelijking van de belastingdruk, op huishoudinkomen of individueel inkomen, veel invloed op de uitkomsten. De aangenomen motie ziet op de vergelijking bij een gelijk huishoudinkomen waarbij een verschil in belastingdruk tussen eenverdieners en tweeverdieners bestaat. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is het belastingstelsel door het beleid van opeenvolgende kabinetten steeds meer geïndividualiseerd. Het is daarom te verdedigen dat het vergelijken van huishoudens waarbij het individueel inkomen gelijk is het best aansluit bij de aard van het huidige belastingstelsel. Maar ik erken dat de gekozen invalshoek uiteindelijk een politieke keuze blijft.

Maatregelen koopkracht 2017

Het kabinet streeft naar een evenwichtige ontwikkeling van de koopkracht voor alle groepen. Het kabinet houdt daarbij ook de belastingdruk en koopkrachtontwikkeling van eenverdienerhuishoudens in het oog. Op Prinsjesdag 2016 presenteert het kabinet haar beleidsvoornemens voor 2017.

Eenverdieners met een chronisch zieke partner

In het debat van 6 juli 2016 over de Voorjaarsnota in de Tweede Kamer4 heeft een aantal partijen aandacht gevraagd voor de inkomensontwikkeling van eenverdieners met een chronisch zieke partner, huishoudens waarbij de partner niet kan werken en dus niet de keuze heeft om te werken. De Minister van Financiën heeft in reactie hierop toegezegd te willen bezien of er voor deze specifieke groep huishoudens haalbare oplossingen zijn en daarop op Prinsjesdag terug te zullen komen.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Samenstelling:

Elzinga (SP), Ten Hoeve (OSF), Knip (VVD), Backer (D66), Ester (CU), De Grave (VVD) (voorzitter), Hoekstra (CDA) (vice-voorzitter), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Van Apeldoorn (SP), Dercksen (PVV), Van Kesteren (CDA), Knapen (CDA), Köhler (SP), Prast (D66), Van Rij (CDA), Rinnooy Kan (D66), Van Rooijen (50PLUS), Schalk (SGP), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), Vreeman (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken I 2015/16, 34 300, nr. J.

X Noot
3

Kamerstukken I 2015/16, 34 302, T en Kamerstukken II 2015/16, 32 140, nr. 27.

X Noot
4

Handelingen II 2015/16, 34 485, nr. 105, item 14.

Naar boven