34 300 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2016

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2016

De Staatssecretaris heeft u in haar brief van 27 januari 2016 geïnformeerd over de voorgenomen herziening van het tarievenstelsel van de ILT en Kiwa (Kamerstuk 31 521, nr. 97). Hierbij informeer ik u over de stand van zaken.

De Staatssecretaris en ik zijn voornemens het komend jaar in te zetten op vereenvoudiging van het stelsel, zowel voor de ILT als voor Kiwa, zodat het nieuwe stelsel per 1 januari 2017 de basis is voor het vaststellen van tarieven. Dit is de eerste stap. In de fase daarna is het verbeteren van de kostendekkendheid van tarieven aan de orde.

Vereenvoudiging tarievenstelsel

Het huidige vergunningenstelsel van de ILT kent per sector tientallen typen vergunningen, met meestal een uniek tarief voor ieder type vergunning. In het nieuwe stelsel worden alle typen vergunningen per sector ingedeeld in zeven categorieën, waarbij iedere categorie één vast tarief kent. Voor vergunningen die gemiddeld meer dan 64 uur aan behandeltijd van de ILT vergen, zal geen vast tarief gaan gelden maar zal de ILT de kosten doorberekenen op basis van gemaakte uren en een vast uurtarief. Het stelsel wordt zo transparant en efficiënt en leidt tot minder administratieve lasten.

Het vergunningenstelsel van Kiwa zal op soortgelijke wijze worden herzien. De vergunningen zijn alle van administratieve aard, waarbij geen sprake is van onderzoekstijd. In het nieuwe tarievenstelsel van Kiwa zal een tarief voor een vergunning worden bepaald aan de hand van de kosten van de processtappen registreren en beoordelen, eventueel aangevuld met productiekosten van chipkaarten of certificaten. Ook voor de Kiwa-vergunningen ontstaat zo een stelsel met een beperkt aantal tarieven per sector.

Onafhankelijke toets

Na de eerste consultatieronde met de sectoren in 2015 over de voorgenomen stelselherziening is afgesproken de kostprijsmodellen en kostenberekeningen van de ILT en Kiwa onafhankelijk te laten toetsen. PricewaterhouseCoopers (verder: PwC) heeft dit onderzoek uitgevoerd. PwC concludeert dat met de voorgestelde tarievenstelsels en de onderliggende kostprijsmodellen de transparantie en eenvoud toenemen en dat ze een goede basis vormen voor realistische en uitlegbare tarieven. Ik stuur het rapport mee met deze brief1.

Verbeteren kostendekkendheid

Voor het traject naar (in beginsel volledige) kostendekkendheid zullen de Staatssecretaris en ik voorstellen uitwerken nadat we alle sectoren hierover hebben geconsulteerd. Een belangrijk element van verbetering van de kostendekkendheid is het verlagen van de kosten door efficiencymaatregelen. Daarover meer onder het kopje «Verbetering efficiency». Daarnaast kan het noodzakelijk blijken bestaande tarieven te verhogen of te verlagen.

Verbetering efficiency

Kiwa heeft, met de overname van de vergunningafgifte van de voormalige Inspectie Verkeer en Waterstaat, direct een forse besparing op de personele inzet gerealiseerd. Daarna heeft Kiwa voortdurend werk gemaakt van verbetering van de efficiency en daar ook inzicht in gegeven bij de jaarlijkse tarievenconsultatie van de sectoren. Kiwa zal dat blijven doen en heeft met de ILT afspraken gemaakt over te behalen efficiency.

Ook de ILT streeft naar voortdurende verbetering van de efficiency. Daartoe heeft de ILT eerder al verbetermogelijkheden in kaart laten brengen, die nu als uitgangspunt dienen voor de aanpak. De ILT zal efficiencyprikkels inbouwen en voorzien in onafhankelijke toetsing/monitoring. Naar verwachting kan voor de ILT-producten veel resultaat geboekt worden door investering in ICT-systemen en automatisering van vergunningprocessen en door meer te sturen op werkaanbod en beschikbare capaciteit, door standaardisering of door het waar mogelijk parallel uitvoeren van benodigde stappen. De voorziene vereenvoudiging van de tarievenstelsels en de uniformering van de processen zal verder bijdragen aan vermindering van de kosten doordat automatisering makkelijker en goedkoper wordt.

Consultatie sector

Betrokkenheid van de sector in dit proces is van groot belang. In 2015 is gestart met consultatie van sectorpartijen en bij iedere nieuwe fase in de besluitvorming zullen consultatiebijeenkomsten worden georganiseerd. Op korte termijn is de eerstvolgende consultatieronde, waarin onder andere het PwC-rapport besproken zal worden. Ook zal met de sector gesproken worden over de gevolgen van een opbrengstneutrale invoering van de nieuwe tarievenstelsels. Met opbrengstneutraal wordt bedoeld dat per sector de opbrengsten uit de tarieven na invoering van het nieuwe stelsel niet hoger mogen zijn de huidige opbrengsten.

Vervolg

Ik verwacht u na de zomer 2016 te kunnen informeren over een definitief voorstel voor invoering van de nieuwe tariefstelsels per 1 januari 2017. In het najaar kan vervolgens de reguliere jaarlijkse consultatie over tarieven plaatsvinden, waarna het nieuwe stelsel kan ingaan per 1 januari 2017. Voor de zomer 2017 informeer ik u over de uitkomsten van de consultatie en het te bepalen ingroeimodel voor de kostendekkendheid van de tarieven.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven