34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 februari 2016

Begin 2013 onderzocht de commissie-De Veer hoe het overleg tussen de centrales van overheidspersoneel en Defensie kon worden hersteld, nadat de centrales het overleg eind 2012 opschortten. Zoals ik meldde in mijn brief van 22 oktober 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 15) heb ik de uitwerking van het rapport van de commissie-De Veer (Kamerstuk 33 400 X, nr. 74) laten evalueren door een commissie onder leiding van luitenant-generaal der mariniers b.d. Van Ede. In de bijlage treft u het verslag van de commissie aan, waarvoor ik de leden zeer erkentelijk ben1.

De commissie heeft onderzocht in hoeverre Defensie erin is geslaagd het overleg met de centrales weer vlot te trekken, het mandaat van de Hoofddirecteur Personeel te garanderen, de Hoofddirectie Personeel kwantitatief en kwalitatief te versterken, en het personeelsbeleid doeltreffend en doelmatig vorm te geven. De commissie constateert dat er concrete vooruitgang is geboekt. Er is weer sprake van open en reëel overleg, het mandaat van de Hoofddirecteur Personeel staat niet langer ter discussie, kennis en deskundigheid bij de Hoofddirectie zijn gewaarborgd en het personeelsbeleid heeft zich positief ontwikkeld.

De commissie heeft mij ook gewezen op enige aandachtspunten. De bijbehorende aanbevelingen bieden concrete aanknopingspunten voor verdere verbeteringen. Zo zullen de centrales minimaal een keer per jaar worden geïnformeerd over de langetermijnvisie van Defensie door de Hoofddirecteur Beleid. Voorts wordt de slagvaardigheid in het personele functiegebied verder versterkt, onder meer door een nauwere verbinding van de Hoofddirectie Personeel met de Divisie Personeel en Organisatie Defensie.

De functionele sturing van het personele functiegebied door de Hoofddirecteur Personeel wordt versterkt. Als werkgever, ten slotte, zal Defensie de informatievoorziening aan het personeel over rechtspositionele ontwikkelingen verbeteren. Die kan en moet proactiever.

Zowel het verslag van de commissie als de getroffen en voorgenomen maatregelen zullen nader worden besproken met de centrales van overheidspersoneel.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven