34 300 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2016

Gaarne informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, dat Nederland instemt met het verzoek van de Europese Unie om op te treden als gastland voor de «Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution» (hierna: Kosovo rechtbank).

De Kosovo rechtbank zal zich in 2016 vestigen in Den Haag en beginnen met de organisatorische en administratieve voorbereidingen. Na verloop van tijd zal de Kosovo rechtbank volledig operationeel zijn. De Kosovo rechtbank zal ernstige misdrijven gaan berechten, die zouden zijn begaan door leden van het Kosovo Liberation Army tegen etnische minderheden en politieke tegenstanders in de nadagen van de Kosovo-oorlog en direct erna (in de jaren 1999–2000).

Aanleiding

Nederland is in 2014 door de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) van de EU, namens de «Special Investigative Taskforce» (SITF) van de «European Union Rule of Law Mission» (EULEX) in Kosovo, gevraagd naar de bereidheid berechting buiten Kosovo te faciliteren. Dit verzoek komt voort uit het feit dat de berechting van de voornoemde misdrijven in de Kosovaarse samenleving gevoelig ligt, mede omdat mogelijke verdachten door delen van de bevolking als vrijheidsstrijders worden gezien. Getuigen kunnen zich in Kosovo bedreigd voelen. Uw Kamer is over het verzoek van de EU geïnformeerd op 4 april 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 240).

Nederland heeft het verzoek van SITF welwillend bezien, omdat het vindt dat het u bekende Marty-rapport over de voornoemde misdrijven in Kosovo adequate opvolging verdient. Voor straffeloosheid is geen plaats. Het kabinet meent voorts dat, gezien de Nederlandse ervaring op het gebied van internationaal recht en tribunalen, het voor de hand ligt dat om ondersteuning door Nederland wordt verzocht.

Special Investigative Taskforce (SITF)

SITF bestaat sinds 2011 en heeft tot taak eerlijk en onafhankelijk strafrechtelijk onderzoek te doen naar de beschuldigingen van georganiseerde misdaad en oorlogsmisdaden zoals opgenomen in een rapport van de Raad van Europa, dat is opgesteld door senator Dick Marty (2011). Het «Marty-rapport» maakt melding van misdaden die zouden zijn begaan door leden van het Kosovo Liberation Army (KLA) tegen etnische minderheden en politieke tegenstanders in de nadagen van de Kosovo-oorlog en direct erna.

In juli 2014 besloot de toenmalige hoofdaanklager van SITF dat er voldoende bewijs is om verdachten van uiteenlopende misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en bepaalde schendingen van Kosovaars recht te vervolgen. Op verzoek van de hoofdaanklager van SITF zal de Kosovo rechtbank buiten Kosovo zetelen om getuigen adequaat te kunnen beschermen.

European Union Rule of Law Mission (EULEX)

SITF is ingesteld door EULEX, de «European Union Rule of Law Mission» in Kosovo. EULEX is in 2008 door de Raad van de Europese Unie opgericht als civiele missie voor de opbouw van de politie, justitie en de grensbewaking in Kosovo. EULEX werkt nauw samen met de Kosovaarse autoriteiten, het justitiële systeem en de instellingen voor rechtshandhaving in Kosovo om hen in staat te stellen hun taken op verantwoorde wijze uit te oefenen.

Nederlandse voorwaarden

Het kabinet heeft in 2014 vier voorwaarden verbonden aan het verzoek om als gastland op te treden voor de Kosovo rechtbank: een deugdelijke juridische basis, de hoogste internationale strafprocesrechtelijke standaarden, de kosten worden niet door Nederland gedragen (aangezien de EU om Nederlandse ondersteuning verzoekt), veroordeelden zullen hun straf buiten Nederland uitzitten. Aan die vier voorwaarden is voldaan in overleg tussen de EU (EDEO), Kosovo en Nederland.

Ten behoeve van een deugdelijke juridische basis van de Kosovo rechtbank heeft het parlement van Kosovo op 3 augustus 2015 ingestemd met een instellingswet en een grondwetswijziging, waarin onder andere de rechtsmacht van de Kosovo rechtbank, het toepasselijke procedurele recht en de vestiging van de rechtbank buiten Kosovo zijn geregeld. De Kosovo rechtbank is dus niet opgericht door middel van een verdrag, maar is ingesteld door wetgeving van Kosovo. Er is geen sprake van een internationaal straftribunaal, maar van een speciale rechterlijke instantie. Overigens zullen voor de Kosovo rechtbank geen Kosovaarse rechters maar internationale rechters worden benoemd en zal de staf van de Kosovo rechtbank volledig bestaan uit EU-personeel.

Voorts bevat de (concept-) zetelovereenkomst tussen Nederland en Kosovo bepalingen voor het effectief en onafhankelijk kunnen functioneren van de Kosovo rechtbank in Nederland, die overeenstemmen met bepalingen in door Nederland gesloten zetelovereenkomsten met (internationaal) strafrechtelijke tribunalen in Nederland. In verband met het bijzondere karakter van de Kosovo rechtbank zijn in het zetelverdrag, in vergelijking met andere zetelverdragen, (striktere) bepalingen opgenomen ten aanzien van de jurisdictie-uitoefening door de Kosovo rechtbank, het notificeren van de komst van getuigen en slachtoffers, voorwaarden voor de verstrekking van visa, voorwaarden met betrekking tot detentie, (voorlopige) invrijheidstelling, het uitzitten van straffen en de kosten voor de Kosovo rechtbank. Daarnaast wordt een interim-verdrag gesloten om maatregelen te kunnen treffen ter voorbereiding van de werkzaamheden van de Kosovo rechtbank.

De strafprocesrechtelijke regels van de Kosovo rechtbank voldoen aan de relevante internationale juridische standaarden. Garanties zijn opgenomen in de Kosovaarse instellingswet tot oprichting van de Kosovo rechtbank. In die wet is vastgelegd dat de Kosovo rechtbank recht dient te spreken en dient te handelen in overeenstemming met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten. Daarnaast is het overgrote deel van de procedurele en materiële regels van de Kosovo rechtbank ontleend aan het Statuut van het Internationaal Strafhof.

Behoudens de reguliere afdrachten aan de Europese Unie, betaalt Nederland niet mee aan de Kosovo rechtbank. Op 4 december 2015 gingen de Lidstaten van de Europese Unie in het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) akkoord met de instelling van de «Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution» inclusief het bijbehorende budget uit GBVB-fondsen. Voorts zijn er financiële toezeggingen van enkele landen in de vorm van financiële middelen en medewerkers.

Wel heeft het Rijk een garantie afgegeven op de huisvesting van de Kosovo rechtbank in een leegstaand Rijkspand te Den Haag. Het gaat daarbij met name om een garantstelling bij eventuele voortijdige huurbeëindiging door de Kosovo rechtbank vanwege beëindiging van zijn werkzaamheden. Het risico op leegstand is naar verwachting zeer beperkt en als het (momenteel leegstaande) Rijkspand na jaren onverhoopt leeg komt te staan, zal het een andere bestemming krijgen dan wel worden verkocht.

Ten slotte zijn er in het (concept-) zetelverdrag adequate regelingen getroffen voor de (voorlopige) invrijheidstelling van verdachten en de overbrenging van veroordeelden naar derde landen met het oog op de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf.

Zodra daar aanleiding toe is, zal ik uw Kamer nader informeren. De benodigde wetgeving ter goedkeuring en uitvoering van het te sluiten zetelverdrag zal zo spoedig mogelijk bij uw Kamer worden ingediend.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven