29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 240 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2014

Bij dezen informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, over het verzoek dat Nederland heeft ontvangen van de Special Investigative Task Force (SITF) van de EU Rule of Law-missie in Kosovo, EULEX. Hoewel besluitvorming over (de modaliteiten van) het verzoek van de SITF nog niet aan de orde is, meent het kabinet dat het goed is dat uw Kamer op de hoogte is van het verzoek.

EULEX

De EULEX-missie werd in 2008 door de Europese Raad opgericht als civiele missie op het gebied van opbouw van de politie, het justitieapparaat en de grensbewaking. EULEX werkt nauw samen met de Kosovaarse autoriteiten, het justitiële systeem en de rechtshandhavingsinstellingen in Kosovo om hen in staat te stellen hun taken op verantwoorde wijze uit te oefenen. De EULEX-missie heeft enerzijds een executief mandaat en anderzijds een monitoring, mentoring en adviserend (MMA-)mandaat. Op basis van haar executieve mandaat kan EULEX waar nodig taken overnemen van de Kosovaarse autoriteiten, terwijl op basis van het MMA-mandaat de missie de versterking van de Kosovaarse instituties ondersteunt. Ook ondersteunt EULEX de implementatie van de akkoorden die in 2013 zijn gesloten tussen Servië en Kosovo in het kader van de, door de EU gefaciliteerde, dialoog tussen Belgrado en Pristina.

SITF

In 2011 publiceerde de rapporteur van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Dick Marty, een rapport over oorlogsmisdrijven en georganiseerde misdaad, waaronder orgaanhandel, gedurende en na het Kosovaarse conflict in 1999–2000 (het zgn. Marty-rapport). In reactie hierop heeft EULEX in hetzelfde jaar de SITF opgericht om op onafhankelijke en eerlijke wijze onderzoek te doen naar de aantijgingen uit het Marty-rapport, en om, indien nodig, strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen eventuele verdachten. De SITF opereert onder het executieve mandaat van EULEX.

Verzoek aan Nederland

Nederland is gevraagd of het bereid is mogelijke strafrechtelijke procedures te ondersteunen die de SITF zou kunnen initiëren na afronding van het onderzoek. Op dit moment onderhandelt de EU met Kosovo over de modaliteiten van deze mogelijke strafrechtelijke procedures. Naar verwachting zal het gaan om een zeer beperkt aantal zaken in een beperkte tijdspanne. De exacte rol die van Nederland wordt verwacht is nog onduidelijk, maar wel is duidelijk dat het nadrukkelijk niet zal gaan om de vestiging van een internationaal tribunaal voor Kosovo in Nederland.

Veeleer wordt op dit moment door de EU gedacht aan een aangepaste nevenzittingsplaatsconstructie: een door Kosovo opgerichte rechtbank die in Kosovo zetelt, maar die (delen van) procedures in Nederland zou willen uitvoeren. Hierbij zou het kunnen gaan om het horen van getuigen.

Nederlandse voorwaarden

Zoals reeds gemeld aan uw Kamer (brief van 13 januari 2011, Kamerstuk 32 500 V nr. 130) is Nederland van mening dat adequate opvolging moet worden geven aan het Marty-rapport. Voor straffeloosheid is immers geen plaats. Het kabinet meent voorts dat, gezien de unieke Nederlandse ervaring op het gebied van internationale rechtsspraak, het voor de hand ligt dat Nederland om ondersteuning wordt verzocht. Het kabinet bekijkt dit verzoek dan ook welwillend, maar niet zonder voorwaarden.

Voor Nederland is het belangrijk dat een deugdelijke juridische basis voor de instelling en het kunnen functioneren van de rechtbank wordt gevonden. Bovendien dienen de strafprocesrechtelijke regels te voldoen aan de hoogste internationale strafprocesrechtelijke standaarden en aan de standaarden neergelegd in het EVRM. Deze twee voorwaarden moeten worden gerealiseerd door de Kosovaarse autoriteiten, in samenwerking met de EU.

Aangezien de EU om Nederlandse ondersteuning verzoekt, is het kabinet van oordeel dat alle kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid en het functioneren van het gerecht in Nederland niet door Nederland worden gedragen. Voor alle zaken die samenhangen met een eventueel gerecht in Nederland zal tevens een deugdelijke regeling moeten worden getroffen.

Nederland heeft de EU op de hoogte gebracht van de voorwaarden voor eventuele betrokkenheid. De onderhandelingen tussen de EU en Kosovo over de modaliteiten van de strafrechtelijke vervolging van eventuele verdachten verkeren nog in een pril stadium. Zodra daar aanleiding toe is, zal ik uw Kamer nader informeren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven