34 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2016

CXIX Verslag van een werkbezoek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk, april 2016

W1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2016

Tijdens het plenaire debat op 21 juni jl. over Koninkrijksrelaties zijn door het lid Teunissen c.s. twee moties ingediend. Uw Kamer heeft verzocht om een reactie van de regering hierop voor de stemmingen op 28 juni 2016 en deze brief strekt hiertoe.

In de motie 34 300 IV, S wordt de regering verzocht de verschillen tussen beschermingsregimes voor dieren in het Europese en het Caribische deel van Nederland en hun uitwerking in kaart te brengen en de Kamer hierover te informeren. Deze motie is door de indiener aangehouden. In Europees Nederland is het beschermingsregime voor dieren neergelegd in de Wet dieren. Over de verschillen in dierenbeschermingsregimes met de drie eilanden in Caribisch Nederland zal ik u dit najaar informeren.

De tweede motie (34 300 IV, T) verzoekt de regering om een jaarlijkse rapportage over de staat van instandhouding van de natuur van Caribisch Nederland met daaraan verbonden heldere doelstellingen en deze aan uw Kamer te sturen. Dit naar analogie van de werkwijze in Nederland.

Tot op heden is er niet in voorzien om jaarlijks te rapporteren over de staat van instandhouding van de natuur in Caribisch Nederland. De rapportageplicht in Europees Nederland, in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn, is niet jaarlijks maar eens per zes jaar. Deze frequentie is gekozen omdat veranderingen in de natuur veelal langzaam gaan. Daarnaast brengt een jaarlijkse rapportage substantiële kosten met zich mee. Het natuurbeleidsplan Caribisch Nederland wordt elke vijf jaar geëvalueerd en opnieuw opgesteld. Ik zal de gevraagde informatie over de staat van instandhouding van de natuur van Caribisch Nederland in deze vijfjaarlijkse evaluatie van het natuurbeleidsplan meenemen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Letter W heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 34 300 IV.

Naar boven