34 300 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2016

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 2 oktober 2015

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 24 september 2015 voorgelegd aan de Minister president, Minister van Algemene Zaken. Bij brief van 2 oktober 2015 zijn ze door de Minister van de Minister president, Minister van Algemene Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

Wat kost de aanschaf van een nieuwe Lemsteraak, die in soort enigszins vergelijkbaar is met de Groene Draeck?

Antwoord

De kosten van de aanschaf van een nieuwe lemsteraak lopen zeer uiteen en zijn afhankelijk van verschillende factoren. De Groene Draeck is een lemsteraak, waarvan geen in zijn soort vergelijkbare exemplaren beschikbaar zijn. De Groene Draeck is geen standaard lemsteraak. Met het bijzondere interieur en exterieur, het hoge representatieve karakter en de ouderdom behoeft de Groene Draeck zeer nauwkeurig en intensief onderhoud.

Vraag 2

Kunt u per onderdeel aangeven waarom de begrote kosten voor het onderhoud van de Groene Draeck zoveel hoger zijn dan in onderstaande offerte van Sailcharter Friesland, waarbij de «vaste jaarlijkse kosten» voor een lemsteraak van ongeveer 14 meter lengte, rijk uitgevoerd met teakdekken zowel in de gangboorden als op het roefdak, waarbij alle lijfhouten zijn gelakt en de kuip is voorzien van prachtig houtsnijwerk, ongeacht of het een lemsteraak van rond 1910 of rond 1990 betreft, op gemiddeld € 25.000,= per jaar (excl. btw) worden begroot, en waarbij dan is voorzien in:

  • het op- en aftuigen van tuigage voor en na de winterstalling;

  • stalling in een geïsoleerde loods, waarbij de aak in en uit het water wordt getakeld, het onderwaterschip wordt schoongespoten en wordt vervoerd naar en van de stallingsloods;

  • havengeld voor de zomerperiode;

  • verzekeringskosten voor de aak;

  • winter- en zomerklaar maken van de aak;

  • het klaarmaken van het watersysteem van het interieur en de motor ter bescherming tegen vorstschade en e.e.a. weer bedrijfsklaar maken voor het zomerseizoen;

  • motoronderhoud waaronder het vernieuwen van olie en filters, klepstellen van de motor en de overige techniek van de aak testen op de werking;

  • schilderwerkzaamheden aan houtwerk, rondhouten en buitenkant staalwerk; waarbij jaarlijks wordt bekeken wat door slijtage en werking van de zon geschilderd moet worden en eens in de 5 jaar de gehele aak wordt geschilderd; en waarbij, uitgaande van een gemiddelde levensduur van de zeilgarderobe van ca. 10 jaar en van de motor van ca. 20 jaar,

  • voor het grotere onderhoud ca. € 7.500,= per jaar wordt begroot, waardoor een lemsteraak zoals bedoeld, voor in totaal € 32.500 per jaar (excl. btw) voor tientallen jaren in goede conditie zou moeten kunnen worden gehouden?

Antwoord

Het budget voor het onderhoud aan de Groene Draeck staat op de begroting van het Ministerie van Defensie. In de brief van 24 september jl. (Kamerstuk 34 300 X, nr. 6) is de kostenopbouw van het onderhoud aan de Groene Draeck weergegeven. Het Ministerie van Defensie raamt hiervoor een bedrag van 95.000 euro per jaar. Dit bestaat uit twee delen: het standaard onderhoud en het aanvullend standaard onderhoud.

Uit een recent onderzoek door een extern bureau blijkt dat jaarlijks minimaal 60.880 euro (exclusief btw) nodig is voor standaard onderhoud. Dit omvat de volgende posten:

Af- en optuigen

€ 7.400,00

Hellingen, transport en winteropslag

€ 9.800,00

Inspectie staand en lopend want

€ 110,00

Inspectie rondhouten

€ 550,00

Lakken rondhouten en schilderen beslagen

€ 2.450,00

Inspectie zeilgarderobe

€ 1.200,00

Schilderen romp, antifouling en lakwerk

€ 26.820,00

Controle techniek

€ 3.800,00

Projectbegeleiding 50 uur a € 75,–

€ 3.750,00

Stoffering1

€ 2.000,00

Jaarlijkse post onvoorzien

€ 3.000,00

Totaal standaard onderhoud op jaarbasis

€ 60.880,00

X Noot
1

Jaarlijkse stofferingskosten ontbreken in de opsomming op pagina 16 van het rapport, maar zijn vermeld op pagina 25.

Het onderzoeksrapport van het externe bureau wordt met de beantwoording meegestuurd1.

Uit ervaringen van het Marinebedrijf blijkt voorts dat aanvullend standaard onderhoud nodig is. De kosten van onderdelen die binnen een termijn van vijf jaar mogelijk vervangen moeten worden (zoals de voortstuwingsinstallatie, de kuipvloer en het houtsnijwerk) zijn geraamd op 105.000 euro. Samen met de raming van de jaarlijkse kosten zoals hierboven beschreven (inclusief btw) komt dat uit op het onderhoudsbudget zoals vermeld in de defensiebegroting.

De externe expert heeft bij het genoemde onderzoek onder meer gemeld: «Zaken die het onderhoud duurder maken dan een lemsteraak in de particuliere markt, zijn de originele details van met name het interieur. Hiermee bedoel ik dat het veel tijd vergt om met name het vlak en de tanken goed bereikbaar te maken zonder het interieur te beschadigen.»

Om redenen van beveiliging en privacy wordt de Groene Draeck door het Marinebedrijf onderhouden. Ook daarom is de vergelijking met de particuliere markt niet mogelijk.

Vraag 3

Krijgen de Koning, de Koningin en Prinses Beatrix, afgezien van de stijging van hun A- en B-component in lijn met de loonontwikkeling van ambtenaren die hun op grond van de Wet financieel statuut Koninklijk Huis toekomen, ook de eenmalige 500 euro aan ambtenaren uitgekeerd?

Antwoord

Ja, het feitelijk inkomen van de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis (de A-component) volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. De indexeringssystematiek voor de grondwettelijke uitkeringen volgt uit de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis. De eenmalige uitkering van (bruto) 500 euro werkt via deze indexering, in lijn met bovenstaande, door naar de grondwettelijke uitkeringen. Uitgangspunt hierbij is dat de uitkeringsgerechtigde leden trendvolgers zijn; indien er een nullijn geldt voor de rijksambtenaren, geldt die via de indexeringssystematiek ook voor de uitkeringsgerechtigde leden. Indien deze wordt losgelaten, heeft dat ook zijn effect voor de grondwettelijke uitkeringen. Bij de verantwoording over 2015 zal op basis van de feitelijke salarisontwikkeling inzicht worden gegeven in de daadwerkelijk gerealiseerde uitkeringen. Zie hiervoor ook de toelichting op artikel 1 van de begroting van de Koning 2016.

Vraag 4

Waarop is gebaseerd dat de nieuwe telefonie-infrastructuur weer tientallen jaren mee kan, een en ander gelet op de snelle technische ontwikkelingen?

Antwoord

Door de verouderde vaste telefonie en het toenemend gebruik van mobiele telefonie en netwerktechnologie was het noodzakelijk deze te integreren tot een moderne telefonie-infrastructuur. Dit is een langetermijninvestering, die voorziet in de omslag van vaste telefonie naar een toenemend gebruik van mobiele telefonie.

Vraag 5

Hoe is de kostenopbouw voor een nieuwe telefoonstructuur die in totaal € 750.000 bedraagt?

Antwoord

Paleis Noordeinde betreft een werkpaleis waarin de bedrijfsorganisatie van honderden medewerkers van de Dienst van het Koninklijk Huis is gevestigd. Het project omvat de upgrading van het netwerk van de Dienst van het Koninklijk Huis om digitale telefonie mogelijk te maken, de invoering van digitale telefonie (VOIP) ter vervanging van de verouderde telefonie en het verbeteren van de dekking van het mobiele netwerk in Paleis Noordeinde.

De kostenopbouw inclusief btw is:

  • Upgrading netwerk (inclusief advies en projectkosten): 292.000 euro

  • Invoering digitale telefonie: 345.000 euro

  • Verbeteren mobiele dekking in Paleis Noordeinde: 113.000 euro

Vraag 6

Waarom was in eerdere begrotingen niet voorzien dat de kosten voor een nieuwe telefoonstructuur niet 250.000 euro maar het drievoudige, 750.000 euro, zouden kosten? Wat zegt dit over projectplanning bij de Dienst Koninklijk Huis en de mate waarin zij overzicht hebben over hun inventaris?

Antwoord

De veronderstelling dat in eerdere begrotingen werd uitgegaan van het bedrag van 250.000 euro en dat dit is verdrievoudigd, is onjuist. De totale uitgaven voor een incidenteel project ter vervanging van de verouderde telefonie-infrastructuur van de Dienst van het Koninklijk Huis bedroegen circa 750.000 euro. Het reguliere beschikbare budget op artikel 2 kon 250.000 euro opvangen. De rest van de uitgaven voor dit incidentele project konden niet worden opgevangen binnen het reguliere bedrijfsvoeringsbudget, wat heeft geleid tot een verhoging van het budget van 500.000 euro. Dit is al in het jaarverslag van de Koning 2014, afgelopen mei, gemeld. De afwikkeling van deze verhoging vindt plaats in 2015 middels een eindafrekening en wordt gedekt door een bijdrage vanuit de AZ-begroting. De Rijksbegroting als geheel gaat daardoor niet omhoog.

Vraag 7

Wat is de afschrijftermijn voor de nieuwe geïnstalleerde telefooninfrastructuur?

Antwoord

De uitgaven voor dit incidentele project worden verantwoord op de begroting van de Koning binnen het kas-verplichtingenstelsel. Dit stelsel heeft geen mogelijkheid om af te schrijven, uitgaven worden in één keer verwerkt op het moment dat zij zich voor doen. Het betreft een langetermijninvestering in een moderne telefonie-infrastructuur die daarna weer tientallen jaren mee kan.

Vraag 8

Hoeveel personeelsleden, in aanvulling op de 260 fte personeel Dienst Koninklijk Huis, betaalt de Koning uit de B-component van zijn inkomen?

Antwoord

De personele uitgaven in de B-component (niet-declarabele component) hebben betrekking op personeelsleden die hun instructie rechtstreeks van de Koning, de echtgenote van de Koning of de Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap ontvangen en/of in de onmiddellijke omgeving van hen verkeren en voor wie het dienstverband zich grotendeels in de familiesfeer voltrekt. Dit zijn onder meer de leden van de Koninklijke Hofhouding. Dit aantal kan variëren. Het verder openbaar maken van informatie over het aantal personeelsleden dat de Koning betaalt uit de B-component van zijn inkomen, zou in strijd zijn met artikel 41 van de Grondwet dat bepaalt dat de Koning vrij is zijn «Huis» in te richten, met inachtneming van het openbaar belang (zie hierover ook de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State van 23 december 2010, Kamerstuk 32 791, nr. 1).

Vraag 9

Is het tarief dat aan de Koning doorberekend wordt voor gebruik van het regeringsvliegtuig gedaald ten opzichte van de vorige begroting of wordt slechts een kleiner deel van de werkelijke kosten voor het gebruik aan de Koning doorberekend? Indien zo, wat zijn de werkelijke kosten voor een vlieguur?

Antwoord

Ten opzichte van de begroting 2015 dalen de geraamde uitgaven voor het gebruik van het regeringsvliegtuig als gevolg van lagere geraamde brandstofprijzen. Hierdoor is het vlieguurtarief van het regeringsvliegtuig gedaald. Dit uurtarief is een vast tarief en geldt voor alle gebruikers van het regeringsvliegtuig.

Vraag 10

In hoeverre zijn de begrote vliegkosten reëel nu de laatst bekende realisatie (over 2014) een daadwerkelijk gebruik laat zien dat ruim twee ton lager ligt?

Antwoord

Bij het opstellen van de raming wordt uitgegaan van de geplande reizen en de vlieguurtarieven.

Vraag 11

Op welke begroting staan de uitgaven voor verwarming en verlichting van de paleizen die aan het staatshoofd ter beschikking worden gesteld?

Antwoord

De gebruikskosten voor de in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis aangewezen paleizen (inclusief de verwarming en verlichting) staan op artikel 2 van de begroting van de Koning.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven