34 296 Samenvoeging van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

1. Inleiding

Dit wetsvoorstel betreft de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel in de provincie Noord-Brabant. De beoogde samenvoeging gaat uit van de bestaande grenzen van de betrokken gemeenten. De nieuw te vormen gemeente zal ongeveer 78.600 inwoners tellen en Meierijstad gaan heten.

Aanleiding voor dit wetsvoorstel is het herindelingsadvies van de betrokken gemeenten, voorzien van een positieve zienswijze van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant. Aanleiding voor het voorstel tot deze samenvoeging is de wens van de betrokken gemeenten om de bestuurskracht te versterken. Dit met het oog op de toekomstbestendigheid van de huidige gemeenten in een context van gemeentelijke taakuitbreiding en veranderende maatschappelijke opgaven.

In hoofdstuk 2 wordt de voorgeschiedenis van de voorgestelde samenvoeging behandeld. In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van de toets van het herindelingsadvies aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2013 beschreven. De financiële consequenties van het voorstel komen in hoofdstuk 4 aan de orde. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de herindelingsverkiezingen, de naam van de nieuwe gemeente en de referendabiliteit van het wetsvoorstel. Het herindelingsadvies is als bijlage bij deze memorie van toelichting opgenomen.

2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

2.1. Voorgeschiedenis

Sinds 2008 zijn de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode op zoek naar manieren om de toenemende complexiteit van maatschappelijke opgaven het hoofd te kunnen bieden. In 2012 leidde dit tot een verkenning van een intensieve samenwerking met zes gemeenten in de regio (Sint-Michielsgestel, Boxtel, Haaren, Vught, Schijndel en Sint-Oedenrode) waarin het behoud van bestuurlijke autonomie als randvoorwaarde werd benoemd. Hoewel er in de zes gemeenten draagvlak was voor verdergaande samenwerking bleek er verschil van mening te zijn over de vorm, het tempo en de intensiteit van de samenwerking. Schijndel en Sint-Oedenrode spraken een voorkeur uit voor het ontwikkelen van een visie op samenwerking met als optie een bestuurlijke fusie op termijn, terwijl de overige vier gemeenten opteerden voor ambtelijke samenwerking en/of een fusie van de ambtelijke organisaties tot één ambtelijke dienst. Zowel Schijndel als Sint-Oedenrode waren van mening dat de aansluiting van een derde gemeente wenselijk is om redenen van duurzaamheid van de nieuwe gemeente. Dit heeft uiteindelijk geleid tot aansluiting van de gemeente Veghel als herindelingspartner.

De gemeente Veghel was echter geen partij in de voornoemde verkenning van samenwerking tussen een aantal gemeenten in de regio. Tot 2012 was Veghel georiënteerd op economische samenwerking met Uden, Oss en Bernheze (samenwerkingsverband As50) en op sociaal terrein met Schijndel, Sint-Michielsgestel en Bernheze. Na bespreking van het eindrapport «Veerkrachtig Bestuur in Noordoost-Brabant» met de dorps- en wijkraden, het bedrijfsleven en de Jongerenraad in Veghel bepaalde de gemeenteraad op 25 april 2013 zijn standpunt met betrekking tot de bestuurlijke toekomst van Veghel: herindeling verdient de voorkeur boven verdergaande samenwerking en als beoogde partnergemeenten wordt gekeken naar de gemeenten in de REVUSS-samenwerking (Regio Veghel, Uden, Schijndel, Sint-Oedenrode). Na consultatie van dorps- en wijkraden en diverse maatschappelijke partners bleek een grote voorkeur voor Schijndel en Sint-Oedenrode als herindelingspartners, omdat het profiel van die gemeenten goed aansluit bij Veghel en er van oudsher goede banden bestaan tussen de gemeenten.

Het voornemen van Veghel is in lijn met de aanbeveling van de adviescommissie Krachtig Bestuur in Brabant (juli 2012): «ondersteun de ontwikkeling tot een bestuurlijke fusie van Schijndel en Sint-Oedenrode aangevuld met een inhoudelijk en regionaal samenhangende partner». 1 In hetzelfde rapport wordt een verregaande intensieve samenwerking met op termijn een samenvoeging van Veghel met Uden als optie genoemd, maar daarvoor ontbreekt lokaal politiek en maatschappelijk draagvlak. Dat wordt ook door de provincie onderkend: «Het is duidelijk dat op dit moment Uden en Veghel een andere visie hebben op de wenselijkheid van een mogelijk samengaan van beide gemeenten, zodat het benodigde draagvlak daarvoor ontbreekt».2 De «combinatie Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode vertoont onderlinge verbindingen op het vlak van onder andere arbeidsmarkt/werkgelegenheid, ontwikkeling van bedrijventerreinen, onderwijs, voorzieningen, natuur/recreatie, etc.», aldus de provincie en kan daarentegen wel rekenen op voldoende draagvlak en draagt bovendien bij aan goede regionale verhoudingen (zie § 3.4 voor verdere toelichting).

Op 25 april 2013 heeft de raad van Veghel definitief het college verzocht te onderzoeken of Schijndel en Sint-Oedenrode een positieve grondhouding hebben tegenover een gemeentelijke herindeling met de drie gemeenten. In de periode hierna hebben er tussen de colleges en vertegenwoordigers van de drie gemeenteraden meerdere bestuurlijke overleggen plaatsgevonden, waarna de gemeenteraden van Schijndel en Sint-Oedenrode op 28 november 2013 hebben ingestemd met een herindeling van de drie gemeenten.

2.2. Totstandkoming herindelingsadvies

Op 19 december 2013 hebben de drie betrokken gemeenteraden bij uniform besluit de colleges gevraagd een herindelingsontwerp op te stellen. Gelijkwaardigheid en gelijkgestemdheid zijn hierbij de voornaamste uitgangspunten. Gelijktijdig is ook een plan van aanpak vastgesteld, met onder meer het tijdpad om te komen tot herindeling, een beschrijving van de projectorganisatie en een communicatieplan om inwoners, dorps- en wijkraden, bedrijven en maatschappelijke partners actief te betrekken bij de voorgenomen herindeling.

In de zomer van 2014 zijn inwoners en maatschappelijke partners opnieuw geraadpleegd door middel van rondetafelgesprekken over de kernthema’s sociaal/maatschappelijk, economie en ruimte. Dit zijn focuspunten in de op te stellen visie op de nieuwe gemeente. Tevens zijn de inwoners van de drie gemeenten in deze periode betrokken bij een zorgvuldig doorlopen proces om te komen tot een naam voor de nieuwe gemeente. Dit heeft geleid tot een keuze voor de naam «Meierijstad» (zie § 5.2). Tot aan de vaststelling van het herindelingsontwerp door de drie gemeenteraden, hebben de drie gemeenten in het najaar van 2014 geïnvesteerd in regionaal bestuurlijk draagvlak (zie § 3.1). De colleges hebben hiertoe in oktober 2014 een reeks bestuurlijke overleggen gevoerd met buurgemeenten, resulterend in louter ondersteunende zienswijzen van deze gemeenten op het herindelingsontwerp. Son en Breugel heeft in aanvulling daarop nog de wens tot een grenscorrectie naar voren gebracht (zie ook § 3.1.3).

Op 27 november 2014 is door de raden van de betrokken gemeenten conform artikel 5 van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) een herindelingsontwerp vastgesteld. Dit ontwerp heeft vervolgens in de periode van 5 december 2014 tot 30 januari 2015 ter inzage gelegen. De ontvangen zienswijzen van inwoners, gemeenten, het bedrijfsleven en een aantal heemkundekringen hebben voor de betrokken gemeenten geen aanleiding gegeven om het voornemen tot herindeling te heroverwegen.

Het herindelingsadvies is op 26 maart 2015 met grote meerderheid van stemmen in de drie gemeenteraden vastgesteld en op 7 april 2015 door gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, met een positieve zienswijze, doorgestuurd naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling

Het herindelingsadvies is getoetst aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling van 2013.3 Volgens dit Beleidskader dienen herindelingsadviezen aan de volgende criteria te worden getoetst: draagvlak, interne samenhang/dorps- en kernenbeleid, bestuurskracht, evenwichtige regionale verhoudingen en duurzaamheid.

3.1. Draagvlak

3.1.1. Lokaal bestuurlijk draagvlak

De onderhavige samenvoeging is door de gemeenteraden van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel geïnitieerd. Op 26 maart 2015 hebben de gemeenteraden het herindelingsadvies met een grote meerderheid van stemmen vastgesteld. De beoogde samenvoeging kan derhalve rekenen op breed lokaal bestuurlijk draagvlak.

Daarnaast blijkt lokaal bestuurlijk draagvlak uit de gezamenlijke voorbereiding van de herindeling. Zo hebben de gemeenteraden op 19 december 2013 een gezamenlijk plan van aanpak vastgesteld waarin is beschreven hoe het herindelingsontwerp tot stand dient te komen, op welke manier er geïnvesteerd wordt in (maatschappelijk) draagvlak, welke actoren (inwoners, raden, management, colleges, gemeentelijke partners) betrokken zijn in het proces en wat er van hen verwacht wordt. Om regie te kunnen voeren op het herindelingsproces is er tevens een projectorganisatie ingericht met een kerngroep (waar vertegenwoordigers van de raden in deelnemen), een stuurgroep (met vertegenwoordiging van de colleges), een ambtelijke projectgroep (de drie gemeentesecretarissen) en 16 inhoudelijke werkgroepen die aan de slag gaan met de ontwikkeling van producten, diensten, en de harmonisatie van beleid.

3.1.2. Maatschappelijk draagvlak

Een gemeentelijke herindeling is een ingrijpende verandering voor inwoners, bedrijven, instellingen en de bestuurlijke omgeving van gemeenten. Daarom is er vanuit de betrokken gemeentebesturen tijdens het gehele proces (vanaf de verkenning tot aan de visievorming en bouw van de nieuwe gemeentelijke organisatie) nadrukkelijk aandacht geweest voor de manier waarop inwoners, dorpsraden, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij de herindeling betrokken zouden kunnen worden.

Voorafgaand aan het definitieve besluit van de gemeenteraden om te kiezen voor gemeentelijke herindeling, zijn de dorps- en wijkraden en ondernemersverenigingen geconsulteerd. Deze partijen hebben in het voorjaar van 2013 reeds hun steun voor de herindeling uitgesproken.

Op 10, 18, 19 en 20 februari 2014 hebben op verschillende locaties in Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel in totaal zes inloopavonden plaatsgevonden waar belangstellenden op een laagdrempelige manier in gesprek konden treden met gemeentebestuurders over de keuze voor een gemeentelijke herindeling en de keuze voor de partnergemeenten. De uitnodigingen hiervoor zijn verspreid via huis-aan-huis kranten, persberichten, posters, flyers, sociale media en op de drie gemeentelijke websites. Naast het informeren van belangstellenden over het nut en noodzaak van een herindeling en het (wettelijke) proces, was het doel van de inloopavonden vooral het inventariseren van aandachtspunten voor de nieuwe gemeente. De inloopavonden werden in Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel per keer door ongeveer 30 belangstellenden bezocht. De geïnventariseerde zorgen, aandachtspunten, wensen of andere opmerkingen zijn hieronder kort samengevat weergegeven.

Niet het «waarom», maar vooral het «hoe» staat centraal bij bezoekers van de inloopavonden. Er is een breed besef dat een gemeentelijke herindeling met de drie gemeenten logisch en urgent is om maatschappelijke uitdagingen aan te kunnen. Er bestaat een wens om veelvuldig en transparant over de herindeling geïnformeerd te worden en een aantal inwoners of organisaties zien voor zichzelf ook een rol in het herindelingsproces weggelegd, bijvoorbeeld in de visievorming. Ook de invloed van dorps- en wijkraden, de mate van zelfsturing en aandacht voor het behoud van de eigen identiteit worden van belang geacht. Een terugkerend aandachtspunt is de wens om «het goede» van de afzonderlijke gemeenten te behouden, zoals de leefbaarheid in Veghel, het evenementenbeleid in Schijndel en het sociaal beleid in Sint-Oedenrode. Er worden kansen gezien op het terrein van toerisme en recreatie, bijvoorbeeld door de aanleg van nieuwe loop- en fietsroutes. Tot slot zijn er vragen gesteld over een nieuwe gemeentenaam en het proces om tot een nieuwe naam te komen.

De inloop- en informatiebijeenkomsten zijn met opzet voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 georganiseerd, zodat een ieder in de gelegenheid was om de door het bestuur beoogde herindeling mee te wegen in de overwegingen om een stem uit te brengen. Van alle politieke partijen was het standpunt ten aanzien van de herindeling duidelijk. De herindeling heeft de gemeenteraadsverkiezingen echter niet gedomineerd en uit de verkiezingsuitslag blijkt geen verzet tegen een herindeling.

Bij de ontwikkeling van een toekomstvisie voor de nieuwe gemeente zijn inwoners, bedrijven, dorpsraden en maatschappelijke partners opnieuw uitgenodigd om hun belangen en ideeën kenbaar te maken. Daartoe zijn op 2 juli 2014 en op 1 oktober 2014 rondetafelgesprekken gevoerd op de thema’s sociaal/maatschappelijk, economie, ruimte en bestuur. Per keer namen ruim 150 belangstellenden deel aan de rondetafelgesprekken. Op basis hiervan is in de visie onder andere opgenomen dat zelfsturing belangrijker wordt, onder andere door een grotere rol van dorps- en wijkraden. Daarnaast zijn inwoners zelf in grote mate verantwoordelijk voor de leefbaarheid en een actief verenigingsleven. Op economisch terrein wordt ingezet op samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs. Op ruimtelijk terrein is er aandacht voor behoud van eigenheid van de kernen en het onderscheid tussen stedelijk en landelijk gebied.

Een meer structurele vorm van betrokkenheid hebben de gemeenten georganiseerd door een platform van inwoners op te richten voor het geven van advies bij de invulling van de nieuwe gemeente, bijvoorbeeld het op te stellen dienstverleningsconcept en de besturingsfilosofie. De gemeenten streven naar een goede afspiegeling van de drie gemeenten.

Het herindelingsontwerp heeft van 5 december 2014 tot 30 januari 2015 ter inzage gelegen. Van inwoners en andere belangstellenden zijn 14 verschillende zienswijzen ontvangen. Een aantal zienswijzen is voorbedrukt en ondertekend door meerdere personen. In een voorbedrukte zienswijze uit Sint-Oedenrode (door 354 personen ondertekend) wordt een herindeling niet als zodanig afgewezen, maar worden vraagtekens gezet bij de gevolgde procedure en de onderbouwing van het voornemen tot herindeling. In een tweede zienswijze uit Sint-Oedenrode (door 101 personen ondertekend) wordt herindeling afgewezen omdat niet op voorhand duidelijk is wat de voor- en nadelen zijn en omdat de inwoners van de drie gemeenten niet bij elkaar passen. Een derde voorbedrukte zienswijze (door 40 personen ondertekend) bevat steun voor de keuze van de drie gemeenten om niet gelijktijdig met de herindeling een grenscorrectie te starten zoals de gemeente Son en Breugel in haar zienswijze heeft gesuggereerd (zie ook § 3.1.3). Er zijn twee persoonlijke zienswijzen ontvangen waarin zorgen worden geuit over de financiële consequenties, het naamgevingproces, transparantie van het herindelingsproces, en of de alternatieven voor herindeling voldoende zijn onderzocht. De overige zienswijzen (van twee buurgemeenten, het georganiseerde bedrijfsleven in Veghel, de vier heemkundekringen en van de Vereniging Gemeentebelang Meierijstad) geven blijk van steun voor de herindeling. De gemeenten Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode zijn per brief ingegaan op de aangedragen zorgen en argumenten van inwoners en andere belangstellenden. De reacties zijn in de nota van zienswijzen behorende bij het herindelingsadvies opgenomen. De ingediende zienswijzen hebben de gemeenten geen aanleiding gegeven het voornemen tot herindeling te heroverwegen.

3.1.3. Regionaal bestuurlijk draagvlak

De samenvoeging kan rekenen op een zeer breed regionaal bestuurlijk draagvlak. Dat blijkt onder meer uit de diverse bestuurlijke overleggen die de colleges van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel hebben gevoerd met alle buurgemeenten in oktober 2014. Voorafgaand aan de terinzagelegging van het herindelingsontwerp is aan de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Uden, Best, Gemert-Bakel, Laarbeek, Nuenen c.a. en Son en Breugel de vraag voorgelegd wat het standpunt is van hun gemeente over de herindeling, welke gevolgen zij zien voor hun gemeente en voor de regio, en hoe zij de toekomstige samenwerkingsrelaties met de nieuwe gemeente zien.

Alle gemeenten hebben in de gesprekken en in een schriftelijke reactie aangegeven positief te staan tegenover de voorgenomen herindeling. Daarvoor worden diverse redenen aangevoerd, waaronder het zorgvuldig doorlopen proces, de inhoudelijke samenhang tussen de gemeenten, en de economische kansen in de regio. De gemeenten Bernheze en ’s-Hertogenbosch hebben daarnaast een ondersteunende zienswijze op het herindelingsontwerp ingediend. Zij spreken daarin de wens en het vertrouwen uit dat de huidige samenwerkingsrelaties in de regio op constructieve wijze worden voortgezet (zie daarvoor ook § 3.4). De gemeente Son en Breugel heeft een zienswijze ingediend met het verzoek tot een grenscorrectie tussen haar gemeente en de gemeente Sint-Oedenrode. In haar reactie op deze zienswijze heeft de gemeente Sint-Oedenrode aangegeven dat op 17 november 2014 de betrokkenen in het gebied zijn geraadpleegd en dat zij zich tegen een grenscorrectie hebben uitgesproken. Ook ziet zij geen urgentie of noodzaak om een eventuele grenscorrectie in de onderhavige procedure te betrekken. Dit standpunt wordt onderschreven door gedeputeerde staten van Noord-Brabant in hun zienswijze d.d. 7 april 2015. Bij brief van 12 mei 2015 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de gemeente Son en Breugel aangegeven er begrip voor te hebben dat de grenscorrectie niet wordt meegenomen in de lopende herindelingsprocedure.

3.2. Interne samenhang

Er is sprake van een grote interne samenhang in de nieuwe gemeente. Dat blijkt zowel uit de reacties van inwoners tijdens de inloopavonden (zie § 3.1) als uit de mate waarin inwoners georiënteerd zijn op beide buurgemeenten en gebruik maken van elkaars voorzieningen. In juni 2013 is door professor Tordoir een samenhanganalyse uitgevoerd in de regio Noordoost-Brabant waarbij is gekeken naar onderlinge verbanden en verplaatsingen. Uit de analyse blijkt dat Schijndel en Sint-Oedenrode vooral op Veghel zijn georiënteerd op het terrein van economie en werkgelegenheid, (culturele) voorzieningen en voortgezet onderwijs. Op het terrein van recreatie, toerisme en natuurontwikkeling werken de drie gemeenten al samen in het centraal gelegen gebied Vlagheide. De gemeenten versterken elkaar door de combinatie van het goede woonklimaat in Schijndel en Sint-Oedenrode en het sterke economische klimaat in Veghel.

Tijdens de inloopavonden is door diverse inwoners het belang van het behoud van eigenheid van de tien landelijke en drie meer stedelijke kernen onderstreept. Uit de voorbereiding van de herindeling blijkt dat de drie gemeenten dezelfde visie hebben op de betrokkenheid van de burger en op het te voeren wijk- en kernenbeleid, waarbij het ondersteunen van het zelforganiserend vermogen van inwoners een van de speerpunten is. Dat is ook verwoord in de langetermijnvisie en besturingsfilosofie van de nieuwe gemeente. De huidige ervaringen met dorps- en wijkraden vormen de basis voor het te voeren beleid van de nieuwe gemeente.

3.3. Bestuurskracht

De wens om de bestuurskracht te versterken is voor de drie gemeenten het belangrijkste motief om in te zetten op een gemeentelijke herindeling. De gemeenteraden hebben geconstateerd dat de individuele gemeenten op de (middel)lange termijn onvoldoende in staat zullen zijn om maatschappelijke, economische en ruimtelijke opgaven op effectieve wijze het hoofd te bieden en kansen volledig te benutten. Hierbij speelt mee dat de taken en bevoegdheden van gemeenten in de afgelopen jaren zijn uitgebreid, waardoor hogere eisen aan de professionaliteit van het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie gesteld worden. De gemeenten anticiperen met de beoogde samenvoeging ook op demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening. Niet alleen veranderen de maatschappelijke opgaven van de gemeente (zoals een grotere nadruk op leefbaarheid en zelfredzaamheid van inwoners), maar ook is het voor de afzonderlijke gemeenten moeilijk om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken. Door samen te gaan hebben de gemeenten een betere positie op de arbeidsmarkt en zal de gemeentelijke organisatie minder kwetsbaar zijn; in een robuuste organisatie zijn minder eenmansfuncties en meer mogelijkheden voor specialistische deskundigheid.

De nieuwe gemeente zal door haar omvang ook een sterkere (onderhandelings)positie hebben in regionale samenwerkingsverbanden en in relatie tot de gemeentelijke partners. Uit het eerder aangehaalde rapport Krachtig Bestuur blijkt dat een stevigere positie van de nieuwe gemeente en minder bestuurlijke fragmentatie in de regio, door het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties worden gewaardeerd. Voordelen die worden genoemd zijn snellere en eenduidige besluitvorming in de regio en beleidsvorming op het schaalniveau waarop opgaven zich voordoen. De betrokken gemeenten hebben de verwachting geformuleerd dat de nieuwe gemeente meer regie kan voeren op de samenwerking tussen overheid, onderwijs en het bedrijfsleven. Dat zal zich ook vertalen in betere belangenbehartiging van haar inwoners. Tot slot zorgt de herindeling ook voor nieuwe mogelijkheden met betrekking tot kwaliteitsverbetering van de gemeentelijke dienstverlening. Na herindeling is het mogelijk, vanwege de grotere schaal, om intensiever te innoveren en te investeren in ICT-infrastructuur, plaats- en tijdonafhankelijke dienstverlening en snellere afhandeling door standaardisering van werkwijzen.

3.4. Evenwichtige regionale verhoudingen

De regio Noordoost-Brabant bestaat uit twintig gemeenten en drie subregio’s: het Land van Cuijk, de As-50 en de Meierij. Intergemeentelijke samenwerking is echter in verschillende samenstellingen en op verscheidene schaalniveaus georganiseerd, al naargelang de opgaven daarom vragen. Alle gemeenten in de regio hebben aangegeven de samenwerkingsrelaties met de nieuwe gemeente te willen voortzetten. De gemeenten, de provincie Noord-Brabant en het bedrijfsleven zien als gevolg van de herindeling vooral kansen voor het samenwerkingsverband AgriFood Capital waarin overheden, ondernemers en onderwijs samenwerken aan de ambitie om in 2020 een topregio te worden in agrifood. Meer bestuurlijke eenheid en een sterke, centraal in de regio gelegen gemeente, dragen hieraan bij.

De samenvoeging is niet belemmerend voor andere bestuurlijke ontwikkelingen in de regio. Dit wordt ondersteund door het feit dat buurgemeenten in hun schriftelijke reactie op het voornemen tot herindeling geen bezwaren hebben geuit. Ook de provincie Noord-Brabant oordeelt dat de nieuwe gemeente past binnen de regionale verhoudingen, en dat de herindeling niet in de weg staat aan eventuele andere initiatieven voor bestuurskrachtversterking in de regio. Zo beogen de gemeenten Boxtel en Sint-Michielsgestel een ambtelijke fusie per 1 januari 2016 en heeft een aantal gemeenten in het Land van Cuijk gekozen voor een ambtelijke fusie (Cuijk, Grave en Mill en Sint-Hubert per 1 januari 2014) of intensivering van de strategische samenwerking. In het rapport Veerkrachtig Bestuur wordt een herindeling van Uden met Veghel als optie genoemd, maar daarvoor ontbreekt lokaal bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak (zie ook § 2.1). Uden heeft haar samenwerking geïntensiveerd in Maashorstverband met Bernheze, Landerd en Oss.

3.5. Duurzaamheid

Met de samenvoeging van Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel wordt een robuuste en bestuurskrachtige gemeente gevormd van ongeveer 78.600 inwoners, die voor lange tijd toegerust zal zijn op haar lokale en regionale opgaven en (wettelijke) taken. De samenvoeging past in de visie van de provincie Noord-Brabant op de bestuurlijke inrichting van Noord-Brabant waarbij de uitgangspunten zijn dat gemeenten zouden moeten investeren in bestuurlijke slagkracht, maar ook in nieuwe vormen van lokale democratie en maatschappelijke participatie. Naar verwachting geeft de nieuwe gemeente op adequate wijze invulling aan die uitgangspunten door in te spelen op de multi-schaligheid van complexe opgaven; van economische opgaven op strategisch niveau (AgriFood verband) tot het dorps- en kernenbeleid waarmee het bestuur dichtbij inwoners wordt georganiseerd.

Zoals beschreven in § 3.4 is er bij de vorming van de nieuwe gemeente bovendien geen sprake van ongunstige beïnvloeding van het toekomstperspectief van omliggende gemeenten en zijn er geen negatieve zienswijzen ingediend door buurgemeenten.

3.6. Conclusies toets beleidskader

Uit het voorgaande blijkt dat het voorstel voldoet aan de criteria van het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2013. De samenvoeging is door de gemeenten zelf geïnitieerd en kan rekenen op brede steun van de gemeenteraden en op maatschappelijk draagvlak in de betrokken gemeenten. De samenvoeging past bovendien goed binnen de bestuurlijke ontwikkelingen in de regio. De samenvoeging is een duurzame oplossing voor de zorgen die de gemeentebesturen van Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode hebben over de bestuurskracht van de individuele gemeenten.

4. Financiële aspecten

Om de financiële positie van de huidige drie gemeenten en de financiële levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeente te beoordelen, heeft de provincie Noord-Brabant op verzoek van de drie colleges en in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een herindelingsscan uitgevoerd. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een financieel gezonde basis voor de nieuw te vormen gemeente.

Volgens de meest recente berekeningen zal de algemene uitkering aan de nieuwe gemeente ongeveer € 630.000 lager zijn dan de som van de algemene uitkeringen die de samenstellende gemeenten in 2017 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Tegenover de daling van de algemene uitkering staat een naar verwachting ongeveer gelijke afname van kosten. Het betreft hier onder meer besparingen op bestuurskosten (raad, college, griffie, rekenkamer, gemeentesecretaris). Daarnaast zullen de huidige gemeenten en de nieuwe gemeente kosten maken om de samenvoeging gestalte te geven. De nieuwe gemeente zal daarom bij samenvoeging op 1 januari 2017 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van ongeveer € 12 miljoen. Hiervan zullen de drie gemeenten reeds het jaar voorafgaand aan de datum van herindeling gezamenlijk een bedrag van ruim € 2.400.000 ontvangen.

5. Overige aspecten

5.1. Datum van herindeling en herindelingsverkiezingen

Op grond van de Wet arhi vinden voorafgaand aan de datum van herindeling verkiezingen plaats voor de gemeenteraad van de nieuwe gemeente. Opdat voldoende tijd resteert voor de voorbereidingen van deze verkiezingen, die naar verwachting plaatsvinden op 23 november 2016, is het van belang dat de onderhavige wet uiterlijk half september 2016 in werking treedt. De gemeente met het grootste aantal inwoners is belast met de voorbereiding van deze verkiezingen (artikel 52 Wet arhi). In het onderhavige geval is dat de gemeente Veghel.

Indien de herindeling op 1 januari 2017 doorgang vindt, worden in maart 2018 geen reguliere gemeenteraadsverkiezingen gehouden in de nieuwe gemeente Meierijstad. Dit volgt uit artikel 56e van de Wet arhi, waarin is bepaald dat de reguliere gemeenteraadsverkiezingen niet doorgaan als de datum van herindeling valt binnen drie jaar voorafgaand aan die verkiezingen. De eerstvolgende raadsverkiezingen die wel weer doorgaan vinden plaats in 2022. Dit betekent dat de eerste raad van de nieuwe gemeente vijf jaar en drie maanden zitting zal hebben.

5.2. Naamgeving

De gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel hebben een zorgvuldig proces doorlopen om te komen tot een naam van de nieuwe gemeente. Dat heeft geresulteerd in de breed gedragen naam «Meierijstad».

De colleges van de drie gemeenten hebben ervoor gekozen de inwoners te betrekken bij het naamgevingsproces. In de periode van 16 juni tot 4 juli 2014 zijn door inwoners in totaal 563 naamvoorstellen ingediend welke allemaal zijn besproken en beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier heemkundekringen in de gemeenten, een groep jongeren, het bedrijfsleven, de directeur van het Brabants Historisch Informatiecentrum en de voorzitter van het Cultureel Platform Sint-Oedenrode. Op basis van een groot aantal criteria is de adviescommissie gekomen tot een selectie van drie geschikte namen die op 17 september 2014 aan de gemeenteraden zijn voorgelegd. Na instemming van de raden is de definitieve keuze voor de naam van de gemeente gelaten aan alle inwoners van 12 jaar en ouder, die via een poll hun voorkeur konden doorgeven. Het resultaat was een keuze voor de naam «Meierijstad».

5.3. Wet raadgevend referendum

Het onderhavige wetsvoorstel is referendabel in de zin van de Wet raadgevend referendum (Wrr). Het koninklijk besluit waarbij de inwerkingtreding van de herindelingswet geregeld zal worden, zal zodanig worden vastgesteld dat geen strijd ontstaat met de Wrr.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Bijlage: Herindelingsadvies van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel met zienswijze van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant4.


X Noot
1

Veerkrachtig Bestuur in Brabant. Een advies voor de versterking van regionale samenwerkingskracht in Noord-Brabant, p. 20.

X Noot
2

Brief van 2 juli 2013 van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. «Eerste reactie op het rapport Veerkrachtig bestuur in Brabant».

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 28 750, nr. 53.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven