34 295 Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Nr. 16 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 1 december 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, eerste onderdeel, wordt in het voorgestelde derde lid, onderdeel c, «ten hoogste 50%» vervangen door: 0%.

Toelichting

Dit amendement regelt dat bij een fosfaatoverschot van meer dan 50 kilogram per hectare helemaal geen mestverwerking van de extra productie wordt toegestaan. In de wet grondgebonden groei melkveehouderij staat nu dat intensieve bedrijven met een overschot van meer dan 50 kg fosfaat/ha maximaal 50% procent van de groei van de fosfaatproductie van melkvee mogen verwerken. Indiener vindt dat de toekomst van de melkveehouderij ligt in een grondgebonden melkveehouderij. In de huidige wet grondgebonden groei melkveehouderij is in zijn mening de grondgebondenheid te zwak geregeld. Dit is feitelijk al gebleken uit de grote overschrijding van het fosfaatplafond. Om grondgebondenheid grondig te regelen in de wet grondgebonden groei melkveehouderij, heeft indiener voorliggend amendement opgesteld, teneinde de mate van grondgebondenheid aan te scherpen. Indiener vindt het niet wenselijk dat ook intensieve bedrijven met een overschot van meer dan 50 kg/ha toegestaan wordt te groeien op niet grondgebonden wijze maar op een wijze waarbij de helft van de mest verwerkt mag worden. De meest intensieve megastallen mogen dus ook nog groeien. Indiener ziet dit als een ongewenste mogelijkheid tot intensivering en wil daarom een plafond hierop zetten. De meest intensieve bedrijven kunnen daardoor met voorliggend amendement onder deze wet niet meer groeien middels mestverwerking, maar nog wel op grondgebonden wijze. De mate van grondgebondenheid zal hiermee naar de toekomst toe, toenemen.

Van Gerven

Naar boven