34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 34 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2018

Op 10 april jl. heeft u mij het verzoek van het lid Wassenberg overgebracht om in te gaan op de rol van duurzaamheid bij de geplande renovatie van het Binnenhof. Dit verzoek is gedaan in het ordedebat van 10 april jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 71, item 29) naar aanleiding van mijn brief Basisrapportage Renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 33). Uiteraard voldoe ik daar graag aan. Daarnaast beantwoord ik in deze brief ook de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Van Eijs, Jetten en Den Boer.

Vigerende eisen en richtlijnen

Het Rijksvastgoedbedrijf hanteert bij het opstellen van uitgangspunten voor duurzaamheid de vigerende eisen en richtlijnen uit Europese regelgeving (Energy Performance Building Directive) en Nationale wetgeving (bijvoorbeeld Bouwbesluit, Wet milieubeheer en het Besluit energieprestatie gebouwen). Daarbij passen twee kanttekeningen. Voor nieuwbouw van overheidsgebouwen geldt dat aanvragen van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2019 moeten voldoen aan de eisen voor «bijna energieneutrale gebouwen» (BENG). De BENG is dus niet van toepassing op de renovatie van het Binnenhof.

Aan complexen die een monumentaal karakter hebben, worden geen hogere eisen gesteld dan die voor de huidige situatie gelden.

Tevens geldt voor bestaande overheidsgebouwen een verplicht energielabel. Dit geldt ook voor de onderdelen Plein 2 en Lange Poten 10 van het Binnenhofcomplex. Deze hebben respectievelijk een Energielabel B en C. De overige onderdelen van het Binnenhof zijn monumentaal. Monumenten zijn conform het Besluit energieprestatie gebouwen niet labelplichtig en hier geldt dus ook de energieprestatiecoëfficient niet.

Nog te maken keuzes en proces

In het totale complex van het Binnenhof worden alle technische installaties bij de komende renovatie vervangen. Dat is noodzakelijk omdat ze alle aan het einde van hun levensduur zijn waardoor risico’s bestaan voor een ongestoorde bedrijfsvoering. Dit geeft de mogelijkheid, binnen het met de Kamer gedeelde en vastgestelde uitgangspunt «sober en doelmatig», te kiezen voor nieuwe oplossingen. Deze zullen ten opzichte van de huidige installaties aanzienlijk energie-efficiënter werken. Tegelijk is het uitgangspunt dat bewezen techniek wordt toegepast, passend in een monumentaal complex.

Het ontwerp van de nieuwe technische installaties maakt deel uit van de voorbereiding van de renovatie en dit wordt verder uitgewerkt in het Voorontwerp, gereed in 2018, en Definitief Ontwerp, gereed in 2019. Voor de energielevering van het complex is al wel in het structuurontwerp de keuze gemaakt voor een centrale energievoorziening en -verdeling op het Binnenhof.

Keuzes voor het type energie dat wordt gebruikt voor de centrale energievoorziening zijn in deze fase ook nog niet gemaakt. Dat gebeurt in de genoemde komende planvormingfases. Met kosten/batenafwegingen worden technisch goede oplossingen geselecteerd die voldoen aan de uitgangspunten en randvoorwaarden van sober en doelmatigheid. Zo lijken de platte daken van het Tweede Kamercomplex zich goed te lenen voor het plaatsen van zonnepanelen. Ook meer innovatieve maatregelen zoals het thermisch activeren van andere verharde oppervlaktes worden daarin afgewogen. Dit kan ook een mix van bronnen zijn (w.o. bijvoorbeeld gebruik te maken van warmtepompen) of een in de tijd wijzigend pakket waarmee kan worden aangesloten bij toekomstige mogelijkheden en ontwikkelingen. Zoals beschreven in de governancestructuur, zullen de gebruikers intensief betrokken blijven bij de planvorming en dus ook bij afwegingsmomenten rondom duurzaamheid. Duidelijk mag zijn dat het uitgangspunt blijft sober en doelmatig en binnen de vastgestelde financiële kaders.

Gasverbruik:

Het gasverbruik op het Binnenhof over 2017 bedroeg 970 m3. Aardgas wordt op het Binnenhof op dit moment uitsluitend gebruikt voor verwarming van een klein deel van de Eerste Kamer, namelijk het voormalig verblijf van de kamerbewaarder. Alle andere onderdelen van het Binnenhofcomplex zijn voor verwarming aangesloten op de stadsverwarming. De stadsverwarming van Eneco voorziet het stadsverwarmingsnet van restwarmte van de elektriciteitsopwekking en zo nodig bijstook van piekketels. De elektriciteitsopwekking en de piekketels zijn beide gasgestookt. In de keukens wordt elektrische apparatuur gebruikt. In de keukenruimte van de Grafelijke Zalen is gas beschikbaar voor cateringdoeleinden maar dit wordt niet gebruikt. Deze aansluiting wordt binnenkort beëindigd.

Dit betekent dat na de renovatie het hele Binnenhofcomplex vanaf een centrale voorziening van energie voorzien wordt. De centrale energievoorziening van het gehele Binnenhof wordt dan gekoppeld aan het stadsverwarmingsnet van Eneco. Dit past binnen de overeengekomen uitgangspunten (met betrekking tot kwaliteit, tijd en geld) uit het kabinetsbesluit van september 2015 tot renovatie van het Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 2). In alle keukens, ook in de Grafelijke Zalen, zal gebruik gemaakt worden van elektrische apparatuur. Daarmee is directe aansluiting op het aardgasnet van het Binnenhof niet langer nodig.

Conclusie:

In de op 29 maart 2018 aan uw Kamer gezonden Basisrapportage renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 33), heb ik aangegeven dat «indien gedurende de voorbereiding van de renovatie aanvullende eisen worden gesteld – bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en veiligheid – dan is aanvullend budget nodig om die mee te kunnen nemen». Het gaat om aanvullende eisen bovenop de overeengekomen uitgangspunten (met betrekking tot kwaliteit, tijd en geld) uit het kabinetsbesluit van september 2015 tot renovatie van het Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 2).

Het uitgangspunt voor dit project is, zoals met uw Kamer is gedeeld, te voldoen aan wet- en regelgeving en tegelijk de renovatie sober en doelmatig uit te voeren. Met het vervangen van de installaties en het toepassen van maatregelen zoals dubbele beglazing en dakisolatie, alsmede de aansluiting op het centrale stadsverwarmingsnet van Eneco worden belangrijke stappen gezet in het duurzamer maken van het complex passend binnen het meegegeven financiële kader.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven