34 287 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisis- en herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEU 2014, L 124) (implementatie herziening mer-richtlijn)

29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

AA1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2024

Op 11 april 2023 was er een mondeling overleg2 met uw commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving over het instrument milieueffectrapportage (mer). Daar zijn onder andere vragen gesteld over het inzetten van een bestuurlijk overleg om ook onder bestuurders het belang van mer op het netvlies te krijgen. Ik heb toegezegd het instrument mer te agenderen in het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (BO MIRT), het bestuurlijk overleg Leefomgeving (BO Leefomgeving) en een bestuurlijk overleg over Mobiliteit (BO over Mobiliteit). Daarnaast is toegezegd om het onderwerp mer structureel bij het Bestuurlijk Omgevingsberaad te agenderen (BOb).3

Deze overleggen hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden. Onderstaand vindt u een samenvatting van de bestuurlijke overleggen waar het instrument mer aan bod is geweest.

1. Bestuurlijk Omgevingsberaad

Mer stond op de agenda van het BOb van 29 maart 2023. Het BOb vindt minimaal drie keer, maar soms ook vier keer, per jaar plaats. Vaste deelnemers van het BOb zijn de bestuurlijke vertegenwoordigers van het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen (UvW), het Openbaar Ministerie (OM), en de bewindspersonen van de Ministeries Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Justitie en Veiligheid (JenV), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het doel van de agendering was om aandacht te vragen voor het instrument mer. Hierbinnen zijn drie hoofdonderwerpen behandeld: bespreking jaarlijkse registratie mer, uitwisseling best practices en lessons learned en beschikbare kennis en informatie. Daarnaast zijn de deelnemers van het BOb gewezen op de toepassing van mer bij de nieuwe instrumenten omgevingsvisies en omgevingsplannen, en zijn ze opgeroepen om eventuele behoeftes aan kennis en informatie over mer aan het Ministerie van IenW kenbaar te maken. De jaarlijkse agendering van mer wordt gekoppeld aan de monitorrapportage.

2. Bestuurlijke Overleggen MIRT

In de BO’s MIRT van 6, 7 en 9 november 2023, met de vijf MIRT-regio’s en de goederenvervoercorridors4, is het onderwerp mer geagendeerd.

Deze agendering van mer is terug te vinden in de Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT 20235, die als bijlage bij de MIRT-brief is meegestuurd aan de Tweede Kamer:

  • Conform de toezegging aan de Eerste Kamer, is het instrument mer geagendeerd in de BO’s MIRT 2023.

  • Rijk, waterschappen en regio onderschrijven het belang van de mer als waardevol instrument in de besluitvorming over ruimtelijke projecten.

  • Informatiebehoefte op het gebied van mer kan worden ingebracht bij IenW.

3. Bestuurlijk Overleg Leefomgeving

Het BO Leefomgeving heeft op 13, 15, 16 en 22 juni 2023 plaatsgevonden.6 Tijdens deze overleggen hebben de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister van Economische Zaken, de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister van IenW, en ik gesproken met vertegenwoordigers van de verschillende regio’s. Het onderwerp mer is meegenomen op de agenda en genoemd tijdens het BO. De kern van de agendering was het zo breed mogelijk duidelijk maken dat er mer-plichten zijn én dat het Ministerie van IenW aanbiedt om extra ondersteuning te geven als dat gewenst is.

4. Bestuurlijk Overleg over Mobiliteit

Eén à twee keer per jaar wordt een niet besluitvormend bestuurlijk gesprek met de koepels georganiseerd. De meest recente heeft op 10 januari 2024 plaatsgevonden. Deelnemers aan dit gesprek waren IPO, VNG, Vervoersregio Amsterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Minister van IenW en ik. Het onderwerp mer is aan bod geweest om aandacht te vragen voor een goede toepassing van het instrument mer en voor de verbinding met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Er is gevraagd of er behoefte is aan ondersteuning bij de toepassing van dit instrument. De aanwezigen gaven aan dat over de mer voldoende kennis en ervaring binnen de organisatie beschikbaar is.

Met deze brief beschouw ik de toezeggingen T03577 en T03277 als afgehandeld.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

De letters AA hebben alleen betrekking op 34 287.

X Noot
2

Zie Kamerstukken I 2022/23, 34 287, X.

X Noot
4

Zie Kamerstukken II 2023/24, 36 410 A, nr. 16.

X Noot
5

Zie bijlage Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT 6, 7, 9 november 2023, p. 5 bij Kamerstukken II 2023/24, 36 410 A, nr. 16.

X Noot
6

Zie ook Kamerstukken II 2022/23, 34 682, nr. 173.

Naar boven