Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2020
In reactie op uw brief van 7 april 2020 waarin u verzoekt om een schriftelijke reactie
op de brief van 9 maart 2020 van de Commissie m.e.r. inzake het rapport over het onderzoek
naar kwaliteit en kwantiteit van milieueffectrapportages bericht ik u het volgende.
Meerderheid getoetste MER’en kwalitatief in orde
De meerderheid van de milieueffectrapporten bevat de benodigde essentiële informatie,
van het overige deel is dat niet bekend. Dat komt omdat de bevoegde gezagen in ons
stelsel advies vragen aan de Commissie m.e.r. en op basis van dat advies zelf bevoegd
zijn om te beoordelen of er voldoende milieu-informatie aanwezig is om een goede beleidsafweging
te maken en om aanvullingen te beoordelen. Het verplichte toetsingsadvies van de Commissie
m.e.r. heeft de afgelopen jaren niet geleid tot een afname van het aantal essentiële
tekortkomingen. Het ligt daarmee niet voor de hand dat een verplichting op zich leidt
tot verbetering. De oplossing moet daarom overeenkomstig het rapport van Arcadis worden
gezocht in versterking van de deskundigheid bij de initiatiefnemer, het bevoegd gezag
en de opdrachtnemer van het MER. Het bevoegd gezag voor de mer dient hierop te toetsen.
Mer-plicht
Vanzelfsprekend is het van groot belang dat in de praktijk aan de mer-plicht wordt
voldaan. Dit is ook het geval. Daar waar niet aan de mer-plicht voldaan wordt, kunnen
belanghebbenden dat in beroep aan de orde stellen. Er zijn geen aanwijzingen dat dit
in betekenende mate gebeurt. Er is op dit moment geen aanleiding om vooruitlopend
op de Omgevingswet extra handhavingstaken bij het Rijk neer te leggen om te controleren
hoe bestuursorganen van andere overheden hun rol als bevoegd gezag voor plan-mer vervullen.
Mer-beoordelingen
Het feit dat in 99% van de mer-beoordelingen geen milieueffectrapport nodig is, duidt
erop dat bij het opstellen van de regelgeving van de mer-beoordelingsplicht een goede
inschatting is gemaakt van gevallen waar wel en waar niet een MER voor opgesteld dient
te worden. Belangrijk is dat alle informatie die nodig is voor een goede besluitvorming
voor handen is. Er zijn geen signalen dat systematisch milieu-informatie niet of te
weinig wordt gebruikt in de besluitvorming door bevoegde gezagen.
Nulmeting en rapportageplicht
Het onderzoek van Arcadis biedt een nulmeting voor de kwaliteit van MER’en die door
de Commissie m.e.r. getoetst zijn. Een nulmeting om de kwaliteit van alle toekomstige
MER’en te monitoren bevat het onderzoek niet. Ik zal de mogelijkheden verkennen om
tot een totaaloverzicht van de aantallen MER’en en mer-beoordelingen te komen, waarbij
wordt aangesloten bij de inlichtingsverplichtingen vanuit de Europese regels voor
mer. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de wijze van opslag (centraal of niet)
en de gestelde eisen in de mer-richtlijn. Daarover wordt ook overlegd met de Commissie
m.e.r., waarbij kosteneffectiviteit en het voorkomen van een verzwaring van de administratieve
lasten ook aan de orde zullen komen.
Conclusie
Zoals aangegeven in de brief van 9 maart 2020 (Kamerstuk 34 287, nr. 26) is er, vooruitlopend op de wijzigingen in de Omgevingswet, geen aanleiding om wijzigingen
in het juridische mer-instrumentarium te overwegen. Na de invoering van de Omgevingswet
wordt nagaan hoe het instrument mer zich ontwikkelt. Afhankelijk van de uitkomsten
wordt bezien welke acties dan nodig zijn. Het onderzoek van Arcadis was breed en verkennend
van aard. Veel aanbevelingen zijn gedaan in de vorm van suggesties en ideeën, zonder
beoordeling van de uitvoerbaarheid en de kosten. Het onderzoek biedt interessante
aanknopingspunten voor een nadere verkenning van de mogelijkheden om de kwaliteit
van de mer-praktijk te optimaliseren. In overleg met betrokken partijen, waaronder
de Commissie m.e.r., wordt nagegaan welke aanbevelingen vertaald kunnen worden in
concrete voorstellen. De suggesties die de Commissie m.e.r. in haar brief gedaan heeft,
zullen hierin worden meegenomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga