De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel K, wordt in artikel 7.26a «kan de commissie in de gelegenheid
stellen» vervangen door: stelt de commissie in de gelegenheid om.
II
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIa (WIJZIGING OMGEVINGSWET)
Artikel 16.47, eerste lid, van de Omgevingswet komt te luiden:
Toelichting
Op dit moment is het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage voor project-MER
verplicht bij complexe projecten. Met dit wetsvoorstel wordt het advies van de Commissie
voor de milieueffectrapportage voor de project-MER facultatief voor de beperkte procedure.
In de Omgevingswet wordt het advies voor alle project-MER facultatief. Een facultatief
advies heeft behoudens het attenderen van het bevoegd gezag dat deze mogelijkheid
er is, geen toegevoegde waarde, aangezien de Commissie voor de milieueffectrapportage
nu ook al, zonder wettelijke grondslag, vrijwillig om advies kan worden gevraagd.
Met dit amendement wordt het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage
verplicht voor alle project-MER procedures. Onderdeel I regelt dit voor de beperkte
procedure in de Wet milieubeheer, onderdeel II regelt dit voor alle project-MER in
de Omgevingswet.
Bij de modernisering van de regelgeving voor de milieueffectrapportage in 2010 is
er bewust voor gekozen om het verplichte advies voor complexe projecten in stand te
laten. Dit onafhankelijke stempel is zowel in het voordeel van het bevoegd gezag,
de initiatiefnemer en belanghebbenden. Het voorkomt in het vervolg van de besluitvormingsprocedure
discussies over de feitelijke milieu-informatie van een project. Gezien de positieve
ervaringen van de afgelopen jaren ten aanzien van deze onafhankelijke toets is er
geen reden deze waarborg met de komst van de Omgevingswet in te trekken. Bovendien
is de afgelopen jaren gebleken dat voor slechts een tiental projecten per jaar advies
van de Commissie voor de milieueffectrapportage niet verplicht is. Niettemin gaat
het om projecten waarvan de Europese wetgever op voorhand heeft geoordeeld dat sprake
is van aanzienlijke milieugevolgen. Het is daarom wenselijk om ook voor deze projecten
een onafhankelijke waarborg in te bouwen dat de milieuinformatie juist en volledig
is voordat het bevoegd gezag een besluit neemt.
Het niet verplichten van het advies wordt mede gedaan met het oog op de snelheid en
eenvoud van de procedures. Ook met een verplicht advies kan dit doel worden bereikt.
De Commissie voor de milieueffectrapportage kan voorzien in een kort en snel advies
zodra duidelijk is dat een uitgebreid advies geen toegevoegde waarde heeft. Daar staat
tegenover dat wanneer een uitgebreid advies wel nodig is de tijd die dit kost in het
vervolg van de besluitvormingsprocedure ook veel tijd kan besparen.
Met dit amendement wordt ook aangesloten bij het bij de wijziging van de M.e.r.-richtlijn
van 16 april 2014 (Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van
16 april 2014 tot wijziging van de richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling
van bepaalde openbare en particuliere projecten) ingevoegde artikel 9bis, dat op mogelijke
belangenconflicten wijst in situaties waarin het bevoegd gezag en de initiatiefnemer
onderdeel zijn van hetzelfde bestuursorgaan. Een onafhankelijke toets kan dan als
waarborg dienen dat serieus met MER wordt omgegaan, zodat geen wantrouwen en weerstand
bij belanghebbenden wordt opgeroepen.
Van Veldhoven Dik-Faber