34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verbetering van premieregelingen (Wet verbeterde premieregeling)

Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2016

Tijdens het debat over het wetsvoorstel verbeterde premieregeling (Handelingen II 2015/16, nr. 62, Initiatief – Lodders Uitbetaling pensioen in pensioeneenheden) is naar aanleiding van enkele vragen van het lid Omtzigt aanvullende informatie toegezegd. Met deze brief doe ik u, mede namens mevrouw Lodders, deze informatie toekomen. Verder hebben de initiatiefnemer en ik toegezegd om ons oordeel te geven over enkele – op dat moment – nog op te stellen amendementen.

1. Uitvoering van variabele pensioenen door een premiepensioeninstelling.

De hoogte van de variabele pensioenuitkeringen kan op grond van het wetsvoorstel verbeterde premieregeling fluctueren met beleggingsrisico’s, risico’s ten aanzien van aanpassingen van de macro levensverwachting en risico’s ten aanzien van het sterfteresultaat. Deze risico’s kan worden verzekerd of gedeeld. Indien de deelnemers het langlevenrisico collectief delen, komen deze niet ten laste van de pensioenuitvoerder. Het is hierbij van belang dat pensioenuitvoerders voor de macro levensverwachting prognoses hanteren die actueel en representatief zijn voor de populatie van de betreffende solidariteitskring. Het verschil tussen die prognose van de levensverwachting van de betreffende groep en de daadwerkelijke sterfte is bij een adequate omvang en samenstelling van de collectiviteitskring naar verwachting beperkt. Dit verschil komt tot uitdrukking in het sterfteresultaat, dat eveneens bij deelnemers kan worden gelegd. Het sterfteresultaat werkt in dat geval als financiële meevaller of tegenvaller door in de hoogte van de pensioenuitkering. De uitvoerder draagt dan geen biometrische risico’s, waardoor uitvoering door een premiepensioeninstelling mogelijk is.

2. De consequenties voor het shoprecht van het onderbrengen van variabele pensioenen bij een algemeen pensioenfonds (apf).

De deelnemer bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling kan zijn aanspraken op pensioendatum laten overdragen naar een andere uitvoerder (shoprecht). De deelnemer bij een pensioenfonds, waaronder een apf, heeft een beperkter shoprecht. Hij kan naar een andere uitvoerder overstappen als hij een andere pensioenvorm wil dan de eigen uitvoerder aanbiedt (vast of variabel).

Het onderbrengen van de uitvoering van een pensioenovereenkomst bij een verzekeraar of bij een andere uitvoerder, berust op een besluit van de betrokken

werkgever. Een wijziging van de pensioenovereenkomst heeft in beginsel alleen betrekking op nieuwe pensioenaanspraken. Werkgever en pensioenuitvoerder kunnen er voor kiezen om eerder opgebouwde aanspraken bij de APF onder te brengen. Op grond van artikel 83 Pensioenwet is dat alleen mogelijk voor zover de betrokken (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden daartegen geen bezwaar aantekenen en de toezichthouder de waardeoverdracht niet verbiedt.

3. Amendement van het lid Van Weyenberg c.s. met Kamerstuk 34 255, nr. 18.

Dit amendement vervangt het amendement met Kamerstuk 34 255, nr. 15, dat tijdens de tweede termijn van het debat is besproken. De indiener heeft zich bereid verklaard het amendement met Kamerstuk 34 255, nr. 15 over te nemen. Ik kon mij daarin vinden. De wijzigingen die in het amendement zijn aangebracht ten opzichte van het amendement met Kamerstuk 34 255, nr. 15, zijn voor mij geen aanleiding mijn oordeel te wijzigen.

Na overleg met de initiatiefnemer mevrouw Lodders kan ik ons gezamenlijk oordeel over de amendementen met u delen.

Oordeel amendement Omtzigt met Kamerstuk 34 255, nr. 23

Het amendement vraagt nadere regels te stellen hoe de toezichthouder de uitvoerder van een variabele pensioenuitkering kan verplichten over te gaan tot het verzekeren van risico’s bij een verzekeraar. Wij ontraden dit amendement.

De toezichthouder kan deze bevoegdheid slechts toepassen indien dit noodzakelijk is in verband met actuariële en bedrijfstechnische risico’s met betrekking tot de variabele pensioenuitkering. De toezichthouder moet dit motiveren zodat een pensioenuitvoerder de mogelijkheid heeft om tegen de verplichting bezwaar te maken. Dit biedt voldoende waarborg tegen willekeur.

Oordeel amendement Omtzigt met Kamerstuk 34 255, nr. 24

Dit amendement ontraden wij. Het ontneemt deelnemers bij een pensioenfonds de keuzemogelijkheid tussen een vast en een variabel pensioen, indien de eigen pensioenuitvoerder niet beide vormen aanbiedt. De door de indiener genoemde verzekeringstechnische risico’s doen zich bij het voorgestelde shoprecht – dat in overleg met de pensioensector en sociale partners is uitgewerkt – niet voor.

Oordeel amendement Omtzigt met Kamerstuk 34 255, nr. 26

Dit amendement introduceert een eenmalige mogelijkheid voor deelnemers die hun pensioen al hebben ingekocht om dit om te zetten in een variabel pensioen. Het verplicht verzekeraars in feite om reeds ingegane levenslange vaste pensioenen op verzoek van de deelnemer open te breken en deze om te zetten in een variabel pensioen. Het is een vergaande stap om als Staat in te grijpen in bestaande contracten. Daarmee wordt inbreuk gemaakt op hetgeen partijen over en weer van elkaar konden verwachten op het moment dat zij het contract zijn aangegaan. Wij ontraden dit amendement. Het is aan de contractspartijen om in overleg hierover een besluit te nemen. Met dit wetsvoorstel worden de wettelijke belemmeringen hiervoor weggenomen.

Zoals ik u heb gemeld bespreek ik de mogelijkheden en wenselijkheden van een omzetting van vaste in variabele pensioenen binnenkort met het Verbond van Verzekeraars. Mijn inzet daarbij is om verzekeraars ertoe te bewegen mee te werken aan een verzoek om omzetting, waar dit voor de deelnemer aantrekkelijk is en de risico’s beheersbaar zijn. Daarbij is van belang dat dit gebeurt op basis van een goede afweging van kosten en baten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven