34 251 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Nr. 7 HERDRUK1 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel V, onderdeel E, wordt in artikel 9.33a, derde lid, «De aanhef van het eerste en tweede lid» vervangen door «De aanhef van het eerste lid» en wordt in onderdeel b «artikel 9.3, tweede lid» vervangen door: artikel 9.3, derde lid.

B

In artikel V, onderdeel G, wordt in artikel 9.40, eerste lid, onder b, voor «9.34» ingevoegd: 9.33a, eerste en tweede lid,.

C

In artikel V, onderdeel K, wordt voor «leden 2 tot en met 6» ingevoegd: de.

D

In artikel V, onderdeel P, onder 1, wordt «artikel 11.3, tweede, eerste lid» vervangen door: artikel 11.3, tweede lid.

E

In artikel VI, onderdeel A, onder 2, vervalt de puntkomma voor de slotpunt.

F

In artikel VI, onderdeel B, wordt na «artikel 13» ingevoegd:, eerste lid,.

G

In artikel VI wordt na onderdeel C een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

C1

Artikel 14a, tweede en derde lid, vervalt, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

H

In artikel VI, onderdeel J, wordt in artikel 35a, vierde lid, «artikel 36, eerste lid» vervangen door: artikel 36, tweede lid.

Toelichting

Deze nota van wijziging, die wij indienen mede namens de Staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de bewindslieden van Economische Zaken, bevat een aantal redactionele correcties.

Toelichting per wijziging:

Onderdeel A

In artikel 9.33a, derde lid, zoals voorgesteld, waren zowel de aanhef van het eerste als van het tweede lid van overeenkomstige toepassing verklaard. Maar de aanhef van het eerste lid betreft de universiteitsraad als geheel en de aanhef van het tweede lid alleen de studentengeleding. Aangezien het adviesrecht van het derde lid voor de hele universiteitsraad moet gelden, zal alleen de aanhef van het eerste lid van overeenkomstige toepassing moeten worden verklaard. Daarin voorziet deze wijziging. Ook is de verwijzing naar een verkeerd lid van artikel 9.3 gecorrigeerd.

Onderdeel B

De voorgestelde wijziging van artikel 9.40, eerste lid onder b van de WHW betreft de bevoegdheid van de Geschillencommissie medezeggenschap hoger onderwijs. De oorspronkelijk voorgestelde wijziging houdt in om het nu in lid 1 sub b vermelde «9.32 tot en met 9.36», te vervangen door «9.32, 9.33, 9.33a, derde lid, onder b, 9.34, 9.35, 9.36».

Het derde lid van artikel 9.33a is nieuw op grond van ditzelfde wetsvoorstel. In de toelichting op de wet staat dat met bovenstaande wijziging van artikel 9.40 beoogd is, conform de WOR, de adviesgeschillen over benoeming c.q. ontslag van leden van het instellingsbestuur uit te sluiten. Maar artikel 9.33a, eerste en tweede lid, worden niet meer vermeld in artikel 9.40, eerste lid onder b. Omdat de geschillencommissie ook kennis moet kunnen nemen van de geschillen die voortvloeien uit de artikelen 9.33a, eerste en tweede lid, zijn deze artikelleden alsnog aan de opsomming van artikelen toegevoegd.

Onderdelen C tot en met F en H

Deze onderdelen corrigeren enkele redactionele onjuistheden.

Onderdeel G

Met ingang van 1 augustus 2015 heeft de Wet van 1 april 2015, Stb. 150 (Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so) een artikel 14a in de WMS ingevoegd. Dat artikel verwijst nog naar «de regeling, bedoeld in artikel 28». Die verwijzing moet nu vervallen omdat de verplichte regeling wordt geschrapt door het voorliggende wetsvoorstel.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Herdruk ivm correctie ondertekenaars

Naar boven